Geschiedenis |
hhBest |
Intrigerend geschreven documentaire over negentiende-eeuwse Friese boeren achter de dijkDe oerpolder, op de huid van de werkelijkheid |
Door Guido t’Sas |
Brandeburen in It Heidenskip. Foto Marten Idema. |
Rampen en calamiteiten als Zuidwest Nederland in 1953 en recenter, de dreiging van overstromende rivieren in de jaren negentig, ligt velen nog vers in het geheugen. De oerpolder, een lijvige geschreven documentaire van Hylke Speerstra heeft als subtitel Het boerenleven achter de dijken. Het gaat erover. Speerstra (1936), boerenzoon uit de Zuidwesthoek van Friesland, journalist en publicist, heeft met dit boek het wel en wee van It Heidenskip (Het Heidenschap) in de negentiende eeuw onderzocht en beschreven. Een gebied ten oosten van het stadje Workum, tussen het meer De Fluessen en (wat toen nog was) de Zuiderzeekust. Die boeren konden de masten van de Oost-Indiëvaarders met gebolde zeilen boven de dijk voorbij zien glijden. |
Onderschat overigens het incidentele natuurgeweld van binnenmeren als De Fluessen en het Slotermeer niet; in Holland werd niet voor niets onder leiding van Leeghwater aan drooglegging van dit soort waterbekkens gedaan. In Friesland konden de gekruide platen ijs als kanonskogels door de polder vliegen.
De werkelijkheid kan spannender zijn dan fantasie. Mits die werkelijkheid goed wordt beschreven, natuurlijk. Hylke Speerstra is al vergeleken met zijn vriend Geert Mak (onder meer De eeuw van mijn vader en In Europa). Beiden zitten als het ware op de huid van de door hen opgediepte werkelijkheid. Maar Speerstra gebruikt ook fictie, namelijk als cement voor de bakstenen van de gedocumenteerde waarheid. Flinterdunne gegevens (zoals hij het zelf uitdrukt) krijgen zodoende body in die zin, dat ‘het zo wel eens gebeurd zou kunnen zijn’. In het boek komen veelvuldig dialogen voor. Dat doet helemaal niet geconstrueerd aan. Je gelooft in een ‘redelijke mate van authenticiteit’, omdat je weet dat Speerstra zijn materiaal heeft ontleend aan gesprekken met honderden mensen, nazaten van de Heidenskippers, dagboeken en persoonlijke notities uit de beschreven periode, negentiende-eeuwse literatuur als die van de gebroeders Halbertsma en wetenschappelijke publicaties op allerhande terrein. De Oerpolder is een boek geworden, dat leest als een trein en dat je onderwijl inzicht verschaft in een wereldje, waarvan je het bestaan hoogstens vermoedde. Een wereldje, waarin het leven een worsteling kon zijn, waarin de armoede proporties kon hebben, vergelijkbaar met wat we nu in de derde wereld kunnen zien, waarin godsdienstig fanatisme en zorgvuldige gecultiveerde standenverschillen de levenssfeer konden vergiftigen. Maar waarin toch weer elk ogenblik de humor als een zonnestraaltje kon doorbreken. (Humor wil in de ellende nogal eens gedijen.) Hylke Speerstra: ‘De oerpolder’. Uit het Fries vertaald door onder anderen Jurjen Faber. Uitgeverij Contact, 23,50 euro.
|
Reacties op Dorpsplein |
GeschiedenisTV over eerste DAF personenauto03.10.2007 In het filmpje kan men oud-persvoorlichter van DAF, Oscar Wibaut , herinneringen zien ophalen. Ook zijn filmjournaal-beelden te zien van de RAI, waarop de DAF 600 werd gepresenteerd. Meer video |
|
Authentiek verslag Tiendaagse VeldtochtIn 1930, bij de viering van het 100-jarig bestaan van België (althans de herdenking van de Belgische opstand en de Tiendaagse Veldtocht) gaf H.G. Cannegieter het dagboek van zijn gelijknamige grootvader uit. Dat was een in Friese arts, die als kapitein mee naar het zuiden optrok om de opstand neer te slaan. Dit authentieke reis- en oorlogsjournaal staat compleet op het internet. http://houwie.net/10veldtocht00.html 'Nooit heb ik akeliger en lelijker vrouwen gezien als in deze frikkedellebuurt.' Dat slaat op Zwolle. |
|
Weverij De Ploeg heeft rooie wortels in Bestse heidegrond08|05|07 |
Het koninklijk huis en autoriteiten waren, naast sportlieden de meest geliefde onderwerpen. Er werden heel wat handen geschud en linten ndoorgeknipt. De naam van de eerste aow-er op de foto is ook onbekend. Je kunt op de zeer gebruiksvriendelijke website zoeken op jaartallen en op onderwerp. Er is ook een selectie gemaakt 'dagelijks leven' met aandoenlijke beelden van vroeger. Heel bijzonder is, dat partikulieren de foto's vrij mogen gebruiken. Daarbij kun je onder meer denken aan studenten en scholieren voor werkstukken en scripties. |
De koninklijke familie moet van het script hebben gezegd: 'Zo was het niet helemaal', maar ze heeft er niet aan toegevoegd, hoe het dan wèl precies was. De makers hebben zich in elk geval goed gedocumenteerd. Als je zo'n karakter als dat van Koningin Wilhelmina ziet (je moet echt aan de beeldenaar met opgestoken haar van de oude gulden denken en bij de 18-jarige Juliana trouwens aan de jonge koningin Wilhelmina met hangend haar op de postzegel), dan zie je de autoritaire, zuinige figuur zoals beschreven door de historicus Cees Fasseur in zijn tweedelige biografie van Wilhelmina. Juliana werd door haar moeder en niet te vergeten haar grootmoeder Emma in een gouden kooi opgesloten en had zich maar voor te bereiden op haar Grote Taak. Basta! Ze weet aanvankelijk weinig meer te doen dan zich te beklagen bij een dikke boom in het park van Het Loo. Waar hebben ze dat vandaan? Over 'niet helemaal precies' gesproken. Pera schetst vaardig hoe het allemaal bij het jonge meisje overkomt. Met veel geestige, haast surrealistische symboliek. Zo droomt Juultje dat ze op het balkon van het Paleis op de Dam staat, terwijl haar moeder en haar vader - hoera hoera - haar armen in de lucht duwen. Juliana weet zich, na veel gezeur ('Wij vorsten studeren niet' - een variant op het historische 'Wij procederen niet') in de collegebanken van de Leidse universiteit te vechten en maakt daar haar debuut door zich om te draaien en haar tong uit te steken naar haar jaargenoten. Ze geeft zich met vriendinnen (zorgvuldig uitgekozen en zorgvuldig bewaakt, dat wel) over aan de roaring twenties. 'Dat korte haar bevalt me niet.' - 'Het is de mode, moeder'. De slapstick, waarmee de vriendinnen op het strand van Katwijk door de lijfwachten 'bijeen worden geraapt'. Best leuk. Af en toe moest ik denken aan de eerste Sissifilm. Daar ging het immers ook om een meisje dat vanuit de Alpen met geweld naar het strenge hof in Wenen werd gesleept en dat afscheid moest nemen van een joviale vader die tot op zekere hoogte haar bondgenoot is. Die rol is, althans in het eerste deel, weggelegd voor Prins Hendrik. Maar - al komen in deze korte serie De Grote Problemen in het leven van Juliana niet aan de orde - het is allemaal minder zoetelijk dan ik bij de aankondiging vreesde. In het tweede deel zal Juliana met haar vaders buitenechtelijke levenswandel worden geconfronteerd. Ik ben benieuwd. De serie eindigt met het huwelijk van Juliana met Bernhard van Lippe Biesterveld. Guido t'Sas Naschrift op 30|11|06 Historische jeugdfoto's van Juliana (geplaatst, bij haar overlijden op 94-jarige leeftijd in 2004). |
Stroomvoorziening in '40-'45 Het Eindhovens Dagblad heeft een aardige rubriek: Vraag van de dag. Vandaag wil een lezer weten of in de oorlog ook de lampen uitgingen wegens bezuiniging. De redactie ging te rade bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en dat deelde mee, dat over bezuinigingen op dat gebied niets bekend was. Lees het knipsel hiernaast.
|
Wanneer ik haar verhaal lees dan zie ik de beklemming en het uitzichtloze van het leven onder de bezetting heel realistisch voor me. Zij beschrijft op eenvoudige wijze haar lagere schooljaren in Breda. Langs welke straten zij naar school liep. Of hoe ze naar haar oma ging. Het was oorlog en alles was anders. Joodse kinderen konden weggevoerd worden. Ook haar vriendinnetje. Soldaten in grijze uniformen liepen door de straten en waren de baas. Verder was het heel saai. Vlak voordat de Duitsers kwamen was er wel de evacuatie van de hele stad. Veel mensen waren al snel weer terug in hun huis. Het treffen tussen Franse en Duitse troepen in Breda stelde minder voor dan waar men bang voor was geweest. Zij schrijft vanuit de visie van een kind van 7 tot 11. Ze maakte ontdekkingstochten in de Grote Kerk. Ze beklom de toren en vanuit hun huis zocht ze met haar broers via de kelders wegen om in de kerk te komen. Vanuit het buitenhuis van de familie aan de Overaseweg maakte ze kennis met het boerenleven. Ze beschrijft ook het gezinsleven en de ruzies met haar broers. Wanneer je dat leest dan gaat het kinderleven in oorlogstijd gewoon door. Zij herinnert zich heel nauwkeurig wat er in de oorlog in hun gezin en in Breda zich afspeelde. Hoe het feest van Sinterklaas gevierd werd bijvoorbeeld. Dan lees je ook wel het verhaal van iemand die lang weg is uit Nederland en zich allerlei gebruiken herinnert. Hiermee wordt het een heel Nederlands en ook wel een Bredaas verhaal. Ook omdat zij allerlei Bredase straten noemt. Opvallend vind ik de opmerking dat de Duitsers de straatnamen die herinneren aan het koningshuis, Wilhelminastraat bijvoorbeeld, niet veranderd hebben. Alsof ze dat vergeten zijn weg te zuiveren. Heel bijzonder vind ik wat zij over haar opa zegt, die om idealistische redenen lid van de NSB was. In de familie werd dat niet begrepen, omdat zij Nederlandsgezind waren. Vader Wetselaar had zijn radio verstopt en luisterde in het geheim naar Radio Oranje. Tijdens de maaltijden werden de berichten in het gezin besproken. Zo waren ze ook goed op de hoogte van de vorderingen die de bevrijders maakten na hun landing in Normandië op D-day. Op een kaart hielden de kinderen bij waar de troepen waren. Het was voor hen wel een verrassing dat Breda door de Polen bevrijd werd. Mooi toch? Ze had Amerikanen verwacht, misschien wel omdat ze nu daar woont. Bij de bevrijding van Breda houdt haar boek niet op. Holland is nog bezet en daar heerst een hongerwinter. Er is een Duitse dreiging, denk maar aan het Ardennen-offensief. De geallieerden dringen oostwaarts Duitsland in. Breda ligt in de frontlinie en Prins Bernhard heeft zijn hoofdkwartier in het voormalige postkantoor. Het boek gaat door tot de atoombom op Hiroshima valt. Het is naar mijn mening een document, dat veel vertelt over het leven onder bezetting.Hein van Kemenade. Reactie Ach ja, leuk. Jeroen Thoolen Ook reageren kan ook per e-mail |
Weer een puzzelstukje Bestse oorlogsgeschiedenis gevondenDe soldaat met de stoel, hier tijdens de bevrijdingsdagen in 1944 in gezelschap van o.a. het Bestse koekvrouwke, is geïdentificeerd. Het is de Canadees Harold Magnusson, die enkele weken later tijdens de operatie Market Garden zou sneuvelen. Een vrouw, Alice van Bekkum, ontdekte zijn graf in Gorcum, sloeg aan het speuren en doet op deze site haar verhaal. Er verschijnen getuigen en die doen ook een duit in het zakje. |
Herinnering aan een broer11.02.05 10:07 Eddie t'Sas was een dichter. We plaatsen een geestig gedicht, dat typerend is voor een Nederlander die meer dan 30 jaar in Frankrijk heeft gewoond. |
Tweetalige site over Grote Oorlog (>miljoen bezoekers) één smeekbede om vrede10.12.04 9:33 |
Een Amerikaan of een Canadees, denkt hij. De mooi en overzichtelijk vormgegeven site, met zelfs (de vroegste) kleurenfoto'sE, bestaat 7 jaar, maar de meeste bezoekers zijn van de laatste drie jaren - door toenemende bekendheid en steeds betere zoekmachines als Google.Rob zou met al dat bezoek veel geld kunnen verdienen, maar hij is en blijft onafhankelijk journalist. Het logo van The Heritage of the Great War (hierbij afgebeeld) is een illustratie van het motto: We cannot alter the past, but we can change the future (Het verleden ligt vast, maar met de toekomst kunnen we nog alle kanten uit.) The Great War telt meer dan 3000 pagina's (om niet te overdrijven, dat kunnen ook pagina's zijn met één foto, want Rob plaatst ze graag GROOT. Groot is ook zijn prentenarchief, met onder meer de tekeningen van de beroemde Nederlandse kunstenaar Albert Hahn. Daarvan zullen er steeds meer op de site worden geplaatst. Merkwaardig, hoe intensief een Nederlander zich met de Grote Oorlog bezighield, terwijl ons land formeel een neutrale positie innam in het wereldconflict. Rob Ruggenberg is, zomin als Hahn, een liefhebber van kanonnengebulder. Zijn site is in feite één pleidooi voor vrede en verdraagzamheid. |
Van Duinkerken was een veelgevraagd (feest)redenaar. Hij hield er een Bourgondische levensstijl op na en schreef ook een 'Verdediging van het carnaval'. Zijn bronzen kop staat op een sokkel op de Vrijthof in Hilvarenbeek. Tekst: 'Ik dank u, het leven is goed.' Bij een of ander dorpsfestijn heeft iemand daar een bierglas achtergelaten. Hier vind je een ander kerstgedicht van hem: 'De herders.' Zie ook Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. |
Meer over literatuur en boeken op deze site
ling bij Christie's het volgens het veilinghuis wel aardige sommetje van 119.500 euro op. De tekening kwam in handen van de Maastrichtse kunsthandelaar Rob Noordman. Zou hij het ook voor zo'n aardige prijs te koop aanbieden? Het onderwerp is natuurlijk de tuin achter de nog steeds als zodanig in gebruik zijnde pastorie aan de Berg in Nuenen. Maar wat zien we nu eigenlijk, of liever wat zag Vincent? Volgens mij keek hij - gezien de verhoudingen - in noordelijke richting dwars op de tuin. Als dat zo is, dan is de toren op de achtergrond de kerktoren van Gerwen. En de figuur in de tuin? Dat zou Vincents moeder kunnen zijn. En ja, het is winter.
|
|
'Polen! Het zijn Polen!'Sus te Pas, een tienjarig jongetje, maakt de bevrijding van Breda mee. Daarvoor tekende de Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Stanislaw Maczek. Zestig jaar geleden. Op non-fictie gebaseerde fictie. Fragment uit het jeugdboek Generaal Stijfnek.
|
Prinses Juliana, 1909-200420.03.04 10:04 Hiernaast een in Nederland nagenoeg onbekende foto van Juliana als kleuter. De auteur is Ch. Chusseau-Flaviens, een Franse fotograaf, die als zodanig actief was van 1890 tot 1910. Het origineel, afkomstig uit het archief van Kodak-Pathé, is een glasnegatief van 15 x 11 cm.
|
De internationale site The Great War toont een foto van Juliana in 1938, tijdens een ontvangst door de Duitse keizer in ballingschap op Huize Doorn. Herinneringen aan- en anecdotes over Juliana
|
|
|
Die Amalia tochBlijdschap alom over de komst van het prinsesje Catharina-Amalia. Niet in de laatste plaats in Brabant, waar sommigen als het ware hun identiteit ontlenen aan Amalia van Solms (1602-1675), echtgenote van Frederik Hendrik. Oirschot met zijn paleisje aan de Koestraat, dat door Amalia zou zijn geschonken aan haar lijfarts Arnoldus Fey. Dat huis, later uitgewoond door nonnen en nu een partycentrum, draagt daarom de wijdse naam Hof van Solms. Baarle Nassau en Breda, die ook historische banden hebben met Amalia van Solms. |
Het logo van de Heemkundekring |
De Baarlese heemkundekring heeft zich naar haar genoemd en meent dat deze zeventiende eeuwse prinses van Oranje, stammoeder is van alle Europese koningshuizen. Zij zou ook een belangrijke rol hebben gespeeld bij de instandhouding van Baarle's enclavesituatie en 'zij symboliseert als het ware de eenheid van ons tweelingdorp', aldus de plaatselijke geschiedkundigen. 'Amalia van Solms was Vrouwe van Turnhout (dus ook van Baarle-Hertog) en als echtgenote van Frederik Hendrik was zij tevens Vrouwe van Breda (en dus ook van Baarle-Nassau).' |
|
Naar boven | |
DocumentaireEen kampeervakantie in 1955Fotografisch verslag van een trektocht door de Nederlandse en Belgische Kempen. Er zijn 6 pagina's met elk maximaal vier foto's van een niet al te hoge resolutie, zodat ze redelijk snel geladen worden.
|
|
Naar boven |