Sinterklaas 150 jaar geleden |
hhBest |
'Boems! Daar valt 'n roe' |
en strompelt Pieter brommend uit de kas |
Door Guido t'Sas Mijn geloof in Sint Nicolaas is al in 1943 (ik was 9 jaar) afgekapt door mijn ouders omdat ze ten einde raad waren: de schaarste aan goederen van de meest uiteenlopende aard had in dat derde oorlogsjaar zodanige vormen aangenomen, dat ze niet meer wisten, hoe de traditie voort te zetten. Het jaar tevoren hadden ze nog twee-dimensionale bordkartonnen 'poppenkastpoppen' - hartverscheurend om te krijgen, minstens zo erg om te geven - op de kop kunnen tikken. Wat dat betreft is er geen beschrijving die meer herkenning bij mij teweeg bracht dan die van Toon Hermans met zijn oorwarmers en met dat stomme kartonnen aquariumpje met blikken visjes en een magneetje, bungelend aan een lullig hengeltje. In dat oorlogsjaar was het dus tijd voor mijn moeder, om een beduimeld boekske uit de kast te halen, waaruit ze ons kon tracteren op het verhaal van een jongetje, dat op het punt staat, zijn geloof in Sinniklaas te verliezen. Het was een gedicht in Betuws dialect van pater Bernard van Meurs. Het klonk ons wel een beetje vreemd in de oren, maar dat wende vlug, temeer omdat we het een schitterend verhaal vonden. Zo ver staat of stond dat Betuws trouwens niet af van de Brabantse dialecten. |
Sint Nicolaas in de klas, ca. 1840. Handgekleurde litho, in een boekje dat zich in de Koninklijke Bibliotheek bevindt. |
'Chriestne Zielen' Het gedicht heet Chriestne Zielen en komt uit een bundel Het Kriekende Kriekske, dat - zo lees ik in een necrologie van Bernard van Meurs in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1915 - tot het populairste werk van de priester-dichter behoorde. Van Meurs was een Jezuiet, die in 1835 in Nijmegen was geboren. Hij wilde aanvankelijk missionaris worden, maar dat is hem door de toenmalige president van het Groot Seminarie in Haaren uit het hoofd gepraat. Hij werd leraar natuurkunde aan het Aartsbisschoppelijk Seminarie in Culemborg, waar hij door zijn vrolijk en hulpvaardig karakter grote populariteit onder zijn studenten genoot. Gedurende tientallen jaren, zeg maar tot aan zijn dood op zijn tachtigste verjaardag, was hij medewerker van de Katholieke Illustratie, het door De Spaarnestad in Haarlem uitgegeven weekblad, dat in talloze roomse gezinnen over de vloer kwam. Daarin verschenen dus praktisch alle door Van Meurs gemaakte rijmverhalen. Ze gingen van hand tot hand en werden - in schoonschrift - overgebracht naar cahiers, die dan weer de bron waren van voordrachten 'tussen de schuifdeuren', dat wil zeggen in familiekring. Dankzij zo'n schrift, nagelaten door mevrouw Hannemarie de Jong-de Laat (1882-1971) uit Biezenmortel, ben ik 'Chriestne Zielen' (hierna compleet weergegeven), weer op het spoor gekomen. Hannemarie was de oma van mijn collega-journalist Ton de Jong in Hilvarenbeek en die stuurde mij ook een foto van het gezin De Laat, inclusief Hannemarie, genomen omstreeks 1910 in de tuin van de Zusters van Etten. Let op: de vrouwelijke niet-religieuzen dragen alle drie de Brabantse poffer. |
Sinterklaas stormt als een wervelwind een midden-negentiende eeuwse huiskamer binnen. Of struikelt hij over een door een deugniet gespannen touw? Uit een boekje met vertellingen van C. van Schaick, uitgegeven in 1852. Koninlijke Bibliotheek. |
Groepsfoto 1910De familie De Laat uit Biezenmortel omstreeks 1910 in de kloostertuin in Etten. Linksachter Hannemarie, die het beroemde Sinterklaasgedicht van Bernard van Meurs overnam in een schriftje.
|
Ik ben wat ver afgedwaald van Van Meurs' Sinterklaasgedicht Chriestne Zielen, maar ik vind nu eenmaal dat deze context, niet gemist kan worden. Van Meurs (1835-1915) leefde in de tijd van de katholieke emancipatie en heeft veel voor de schaars lezende roomse mens betekend, zonder een moralist of zedenmeester te zijn. In 'Chriestne Zielen' kijkt hij als ca. 60-jarige terug naar een belevenis thuis, met Sinterklaas, als hij in de lade van moeders kastje een taaipop vindt en daar alvast de kop van oppeuzelt, vervolgens - Boems! daar valt een roe - ome Gradus met z'n kromme benen als Zwarte Piet de kast uit ziet strompelen... Ja, de taal is natuurlijk archaïsch. Hier en daar zal ik wat woordjes verklaren. Oubollig? Kabouter Plop lijkt me erger. Het is me niet om de literaire, maar om de documentaire waarde van het stuk te doen. Het soort weemoed, de nostalgie, waarvan Van Meurs getuigt, zal ook de wat oudere 21e-eeuwse mens bekend voorkomen.
|
Bernard van Meurs, toen hij zijn laatste dagen sleet als kapelaan in Rotterdam, maar wel - tot op het laatst - doorschreef. |
De eerste bladzijde van Chriestne Zielen uit het schrift van Hannemarie de Jong-de Laat. Hieronder volgt de complete tekst, aan het schrift ontleend. Er komt een Zwarte Piet op huisbezoek in voor. Sinterklaas in eigen persoon, zoals te zien op het plaatje hierboven was alleen voor de welgestelden weggelegd. Sinterklaas en vooral zijn knecht, in West-Brabant vaak Assipan genoemd, werden tot na Wereldoorlog 2 nog als 'boeman' gebruikt, om kinderen braafheid en gehoorzaamheid te leren. Roede (van boomtwijgen) en zak (om kinderen in mee te nemen naar Spanje!) zijn al tientallen jaren afgeschaft. Het 'rijden' van Sinterklaas op de morgen van 6 december is nog tot diep in de vorige eeuw gewoonte geweest. Pakjesavond was weggelegd voor de ouderen. In grote gezinnen werd op de huiskamertafel voor ieder kind een gedeelte afgebakend, waarop, met de nodige naambriefjes de geschenken en het snoep werden uitgestald. In het verhaal van Van Meurs blijft het beperkt tot dat snoepgoed. Om het allemaal nog wat echter te maken, presteerde mijn opa het, 's nachts paardenkeutels in de gang te deponeren. |
Chriestne Zielen(De links verwijzen naar woordverklaringen) "Chriestne zielen!"Aorige uutroep, |
Maor 'k zei niks en hiew m'onneuzel |
Zo lei'k lang in bed te miemren -
|
"Chriestne Zielen!" Aorige uutroep, Bernard van Meurs -Aorig=Eigenaardig, merkwaardig, typisch. Naar het begin van het gedicht Naar het begin van het inleidend artikel Aflevering 68 Podcasterij BestWest (11 min.): Sinterklaas komt niet uit Spanje Internationaal Sint-Nicolaas-centrum
|
ReactiesBuitengewoon aardig. Zal, zoals je zelf al stelt, door vooral oudere Brabanders zeer op prijs worden gesteld, dit uitgebreid, met uitleg, toelichting en illustraties op jouw site terug te vinden. Ik herinner mij het vers nu ook weer. Je aantekening erbij dat de viering feitelijk niet veranderd is, behalve de geloofwaardige kant bij de jongsten, is juist. Ik wil er nog eens aan toevoegen: de materiële zijde. Wat waren wij toch blij met kleurpotloden en een tekenboek. Ik vroeg een miniatuur mechanische (opwindbare) locomotief en kreeg er een van chocolade! BB Erg leuk. Mijn moeder las het ook vaak. Zij kwam zelf uit de Achterhoek Lichtenvoorde. Als jong meisje met haar zussen naar het Gooi om er te werken in een "dienstje" bij rijke mevrouwen. Mopperde altijd dat haar broer het boekje Kriekende Kriekske had ingepikt .... Zo gaan die dingen. Tot mijn groot plezier vond ik de pagina hhBest bij Google en hierdoor het gedicht Chriestne Zielen van Bernard van Meurs. Helma Janzing. (Discussierubriek Plein 01.09.06) Ik heb al eerder geprobeerd dit gedicht te vinden en ik ben ontzettend blij dat ik het nu is gelukt. (email 28.09.2007) Ik ben ontzettend blij met de tekst van het Sinterklaasgedicht Chriestne Zielen. Ik ben er wekenlang via allerlei sites naar op zoek geweest. Nu ik het weer in zijn geheel lees komt het allemaal weer boven. Mijn moeder was een fan, zo heette dat toen nog niet, van Julia de Gruiter, die het meermalen heeft voorgedragen op de toen nog distributieradio (eind jaren 40). W.Gevers (email 29.11.2007)
|