Boeken |
|
Nobelprijs 2006 voor Turkse schrijver Orhan Pamuk | Meer boekbesprekingen (door o.a. Sante Brun) |
Vladiwostok!Thomése over de hedendaagse werkelijkheid |
P.F. Thomése. Foto Uitgeverij Contact. |
09|09|07 Vladiwostok! Gaat over een mannetjesmaker Fons Nieuwenhuis en de politicus Hans Portielje. In het NRC werd deze roman omschreven met de onsterfelijke zin: ‘Misschien gaat P.F. Thoméses wervelende roman Vladiwostok! over een mannetjesmaker en een politicus die nogal vaak aan seks denken, toch heel ergens anders over.’ |
Arjan Peters schreef in de Volkskrant: ‘De onderdrukte neiging tot schandaligheid en schofterigheid kun je botvieren in een roman.’ U bent als lezer dus gewaarschuwd voor veel platte vuillakkerij. Wat dit boek zo bijzonder maakt is dat je toch door wilt lezen, het is zo goed geschreven dat je het in een keer uitleest. Thomése bespeelt alle taalregisters om de lezer te plezieren. Wat hij beschrijft is een platte en inhoudsloze wereld van de politiek, de TV en de adviesbureaus. De hedendaagse werkelijkheid. Fons Nieuwenhuis is oprichter en medevennoot van Bureau Nieuwenhuis & Nieuwenhuis, waarin hij met zijn vrouw, die eerder succesvol Tv-presentator was, en een derde persoon participeert. Door zijn positie heeft hij de vrijheid opgebouwd om zijn jeugdvriend Hans Portielje, die politieke aspiraties heeft met raad en daad te ondersteunen. Interviews bereidt Portielje niet voor, hij vertrouwt op zijn automatische piloot om op het juiste moment de goede dingen te zeggen en op onzekere momenten hoeft hij alleen maar Fons aan te kijken. Voor de rest heeft hij alleen maar onderbuikgevoelens, die hij op uitgebreide manier botviert. ‘Alweer een tentje in zijn broek.’ Nieuwenhuis heeft hierin minder succes. Alle vrouwen vallen voor Hans en niet voor hem. Beiden hebben een succesvol huwelijk wat nauwelijks geconsumeerd wordt. Waar Portielje uitmunt in oppervlakkigheid, heeft Nieuwenhuis meer een vaste band met zijn eerdere liefdes. De dochter, geboren uit zijn jeugdliefde raadpleegt hem over een artikel, wat zij wil schrijven voor een weekblad over een domineesgezin dat in Afrika vermoord is. Hij vecht tegen zichzelf om zijn ogen van haar borsten af te houden. Uit een meer recente liefdesaffaire, waarvan hij de naam van de vrouw maar niet kan onthouden, is een kind geboren, dat die vrouw bij Nieuwenhuis achterlaat. Dat geeft enorme spanning met zijn huidige vrouw, die geen kinderen kan krijgen, terwijl nog niet vastgesteld is waaraan dat ligt. De ontknoping vindt plaats in een rechtstreekse Tv-uitzending, in een programma verwant aan Pauw en Witteman, waar Portielje denkt te kunnen doorbreken. De moeder van het vermoorde gezin uit Afrika zit als gespreksgenoot aan tafel. Dit is een van de mooiste scènes uit deze roman. Nadat Portielje geïnterviewd is komt de moeder aan het woord en er wordt een homevideo vertoond waarin het vermoorde gezin te zien is. Geweldig zoals Thomése dit beschrijft. Zo subtiel. Zo gevoelig voor wat er op dat moment gebeurt met alle personen. En ook wat er na de uitzending plaatsvindt. Dit verhaal zit goed in elkaar. Het einde is misschien niet zo verrassend, maar wel helemaal goed. Vladiwostok! is een reallife-roman en daar hoort zo’n einde bij. P.F. Thomése: 'Vladiwostok!' Uitgeverij Contact € 19,90
|
Vier vrouwen in theatermonologen over Willem Elsschot´Dan U, Heren´ |
Willem Elsschot |
Willem Elsschot blijft tot de verbeelding spreken. Zijn romans, bijna honderd jaar geleden geschreven, zijn nog steeds fris en laten zich lezen als waren ze van deze tijd. De toon en de taal spreken over zaken waarover een mens van nu zich bezighoudt. Dat was in zijn tijd ook zo. De manier waarop Willem Elsschot zijn eigen leven beschrijft heeft tegelijkertijd een afstand, die tot nadenken stemt en ook een stevige betrokkenheid, die je niet los laat. Mij niet tenminste en ook Erik Vlaminck niet. Hij schreef vijf theatermonologen, waarin vier vrouwen over Willem Elsschot vertellen. Wat zij van deze man gezien hebben en met hem meegemaakt hebben. Als eerste komt Jozefina Scheurwegen aan het woord. Zij is 19 jaar oud en heeft een kind van Alfons de Ridder. Fien is hopeloos verliefd op Fons, woont nog bij haar ouders en voedt hun zoon Walter op. Fons wil nog niet trouwen, om eerst zijn studies af te maken, zodat hij hun gezin een betere toekomst kan bezorgen. |
En Fons heeft vast een ander lief. Dat zegt Fiens moeder. Fien kan niet alleen samen met Fons praten, omdat de deur altijd open blijft.
Dan komt de keukenmeid uit Villa des Roses aan het woord. Flavie herinnert Alphons de Ridder als ‘Half zeven donker’, Een omhooggevallen bureaumanneke uit Antwerpen. Fons verklapt haar dat hij dien onnozele aap in de haard wierp. Chico, de lieveling van madame. U moet absoluut Villa des Roses nog eens lezen. Prachtig en nog steeds leverbaar. Irma Schepers is de gehandicapte dienstbode in het gezin De Ridder in de Lemméstraat te Antwerpen. Alfons de Ridder is getrouwd met Jozefien Scheurwegen en heeft een gezin met drie zonen en twee dochters gesticht. Zij wordt geterroriseerd door de zonen De Ridder, tot ze het niet meer pikt. Trotse Irma wordt door de schijter De Ridder met 20 Frank teruggehaald. Erik Vlaminck geeft een geheel nieuwe visie op het wereldberoemde gedicht van Elsschot Het huwelijk. Met de grootse zin Want tussen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren. Wanneer je al dacht dat het over hemzelf ging, dan maakt zijn nicht uit Blauberg, die het klooster inging, daar volstrekt brandhout van. Zij ziet daarin haar eigen ouders, waar de jonge Alfons ‘Maar mensengodslievedeugd… De laatste monoloog is voor Fine. Zo prachtig, omdat beiden binnen 24 uur na elkaar overleden. Zo aan elkaar verknocht waren. Zo mooi door Erik Vlaminck beschreven. Dat Fine toch met hem dat schone tapijt wilde gaan kopen wat hij al zo lang wilde hebben en dat hij in elkaar zakte voor de bakkerij (!). En dat zij toch nog dacht aan zijn uitstap naar Parijs en wat hij daar gedaan zou hebben. ‘En ik, ik heb gezwegen. Guusje van Tilborgh brengt deze monologen als een fantastisch mooi theaterstuk op de planken. Ik ga de programmeur van het Chassé Theater naar zo een voorstelling verleiden. Dit moet in Nederland op de planken getoond worden. Voordat het zover is kunt u het lezen in het wonderschone Dank U, Heren wat ook de laatste woorden van Willem Elsschot zijn. Erik Vlaminck: ‘Dan U, Heren’. Uitgeverij Wereldbibliotheek.
|
Fiat uit 1910 |
In de eerste wereldoorlog gaat hij vechten in Noord Italië, ‘om iets terug te vinden wat niet enkel onleesbare mist was. Daarin vond ik Caporetto, een lange doorgang ontdaan van alle zekerheden, de totale verduistering van alle wegen. Wie er niet geweest is kan het niet begrijpen.’ In Caporetto leden de Italianen in 1917 een historische nederlaag. Tussen Oostenrijk en Italië werd ook een loopgravenoorlog gevoerd. De terugtocht uit Caporetto was verschrikkelijk. Ultimo komt in deze roman niet zelf aan het woord. Soms is er een verteller. Of mensen die in de nabijheid van Ultimo geleefd hebben en zijn levensverhaal vertellen, gekleurd door hun eigen geschiedenis. Van kinds af aan is Ultimo een bijzonder mens. Wanneer je hem in een gezelschap ziet valt hij meteen op, door een lichtende schaduw. |
De graaf vergelijkt hem met de heilige op een schilderij. Je ziet meteen wie dat is. Dat geldt ook voor de vader van de kapitein die boven Ultimo gesteld was in de oorlog. Deze probeert te reconstrueren waarom zijn zoon standrechtelijk geëxecuteerd is voor desertie. Hij vertelt het verhaal wat niet te begrijpen is wanneer je het niet meegemaakt hebt. Alessandro Baricco: Dit verhaal. Uitgeverij De Bezige Bij |
Enrique de Hériz |
Familieleugens die waarheid wordenWanneer je een goed verhaal wilt vertellen dan kan het heel goed uitkomen om de waarheid een beetje geweld aan te doen. Daardoor komt je verhaal beter uit. Noem het de feiten naar je hand zetten, noem het je eigen verhaal vertellen, dan wordt het je eigen waarheid, als je daarin gelooft. Dit geldt vooral voor verhalen die in je eigen familie spelen. Interpretatie van feiten en waarheid liggen heel dicht naast elkaar. Het verhaal dat je verzint wordt je eigen waarheid. Zijn dat leugens? Tsja… In de roman Familieleugens van de Spaanse schrijver Enrique de Hériz wordt een prachtig verhaal aan elkaar gelogen. Tenminste wanneer je de hoofdpersonen mag geloven. |
Een 70-jarige antropologe, gespecialiseerd in doodsrituelen, die getrouwd is met een twaalf jaar oudere man, die hevig dementeert gaat nog eenmaal alleen naar Midden Amerika om tot zichzelf te komen. Als een Duitse toeriste overlijdt door verdrinking en met haar wordt verwisseld grijpt zij de kans om onder te duiken. Haar zoon en dochter reizen naar Guatemala en identificeren de Duitse als hun moeder.
De roman is als een tweeluik opgebouwd, waarbij het ene verhaal verteld wordt door de moeder en het andere door haar dochter, die 38 jaar oud zonder vaste relatie zwanger geworden is en nog niet weet of zij haar kind wil houden. Dan is er ook het prachtige verhaal over de Russin. De vader bouwde een huis aan de Spaanse kust met uitzicht op de plek van de schipbreuk van opa. Vlak naast hun perceel kwam de Russin met haar generaal te wonen, de Russische revolutie ontvlucht. In het dorp worden veel verhalen verteld over dit koppel. Niemand weet er het fijne van. De dementerende vader heeft in zijn betere tijd een naaktportret van haar geschilderd. In opdracht, maar het schilderij is nog steeds in familiebezit… Moeder komt achter de waarheid, maar die is zo plat dat de vertelde leugen overeind blijft. Eigenlijk veel beter dan de waarheid.
|
Succes is als een vreselijke ramp, Erger dan je huis in brand, het geluid van puin Als de dakspanten vallen, de een na de ander En jij staat daar maar, verdoemd, hulpeloze getuige. Roem verteert als een dronkaard het huis van je ziel Cercas citeert dit gruwelijk pathetisch gedicht van Malcolm Lowry omdat de werkelijkheid zich zelden iets gelegen laat liggen aan goede smaak. Omdat hij al vanaf zijn jeugd een groot schrijver heeft willen worden en wanneer het succes hem overvalt er een beest in hem losbreekt, wat zijn hele leven kan vernietigen. ‘Misschien zijn de enige verhalen die het waard zijn om verteld te worden verhalen die niet na te vertellen zijn.’ En dat verhaal vertelt hij in de roman Sneller dan het licht, die zo prachtig vertaald is door Adri Boon. Als een snelle herinnering vertelt hij het hele verhaal. Om ervaring op te doen wordt hij, nog jonge Catalaan, uitgezonden naar Amerika voor een gastdocentschap. Hij komt in een slapende studentenstad terecht, maar wel op een kamer met een vreemde collega, die Vietnam-veteraan is en daar absurde dingen gedaan heeft waarover hij niet kan praten. Zijn eerste roman schrijft hij daar, die in Spanje nauwelijks opgemerkt wordt. Pas met zijn derde roman heeft hij veel succes. Rodney zoekt hem op, maar ze ontmoeten elkaar nauwelijks. Pas wanneer de vreselijke ramp die het succes hem brengt, de totale verwaarlozing van wat hem het liefste is, zijn gezin, tot hem doordringt wil hij met Rodney in contact komen over wat er in zijn leven gebeurt en over het bloedbad dat in Vietnam heeft plaatsgevonden. In Amerika gekomen is hij te laat om Rodney te spreken. Zijn problemen met zijn verleden dwongen hem tot zelfmoord. Met zijn weduwe komt hij wel tot een gesprek, zoals al eerder met de vader van Rodney. Heel heftig. ‘Het eindigt zo’ zijn de laatste woorden, uitgesproken aan een jeugdvriend, ook kunstenaar, met wie het boek begint en de cirkel rond is. Javier Cercas, Sneller dan het licht, Uitgeverij De Geus 19,90 |
Van het knippen heeft ze volledig tabak. Dat herinnert haar teveel aan haar liefdeloze tante. ‘Het maakte Lena niet uit dat ik van school ging. Ik had altijd al voor mijn eigen zakgeld gezorgd door in de weekenden af te wassen bij een cateringbedrijf of folders rond te brengen, maar ze zag liever dat ik ook geld inbracht.’ Mensje van Keulen, De laatste gasten, Uitgeverij Atlas 18,50 |
In 1995 werd een nog onbekende indianenstam ontdekt. ‘Ze waren op een korte broek na naakt en droegen schuin over hun bovenlichaam vele kettingen. Om hun onderbenen maar ook om hun armen hadden ze banden gesnoerd.’ Dit krantenbericht in de Braziliaanse pers bracht haar op het spoor van de nog in het stenen tijdperk levende indianen. Zij zocht contact met de Funai, een organisatie die opkomt voor de indianen. Want in Brazilië staat in de wet beschreven dat wanneer er indianen in een bos bekend zijn dit onteigend moet worden van de grootgrondbezitters en aan de oorspronkelijke bewoners moet worden teruggegeven. De Funai is een organisatie die hier op toeziet. Logisch dat zij op gespannen voet leeft met diegenen die roofbouw plegen in het oerwoud. Liever schieten die de indianen dood, dan dat zij ontdekt worden. De indianen zijn bang en verstoppen zich. Het contact met de westerlingen heeft de indianen in het verleden ook veel onheil gebracht. Allerlei ziektes, waar wij weerstand tegen hebben zijn voor hen dodelijk, omdat zij er geen antistoffen tegen hebben. Ook het gebruik van alcohol is voor indianen fataal, omdat zij een chromosoom missen wat de alcohol afbreekt. Het verwesteren van de indianen leidt vaak tot uitsterven van de stammen.
Ineke Holtwijk doet nauwkeurig verslag van haar bezoeken en als lezer leer je de gewoonten en gebruiken van de indianen kennen. Ze worden bij hun naam genoemd. Het worden bekenden. Je gaat met hun wel en wee meeleven. Ze beschrijft onder meer hun eetgewoontes. Het eten van zachtjes geroosterde apen en van insecten is niet echt voor la Holtwijk weggelegd. Er zijn veel foto’s gemaakt en ik zag ook filmpjes die Ineke Holtwijk met haar mobiele telefoon heeft opgenomen. Een heel bijzonder verhaal in dit geheel is dat van Baba, een oude man van de stam, die de ‘anderen’ wordt genoemd. Voor een beenbreuk moet hij naar een ziekenhuis. Hij is voor de eerste keer in zijn lange leven in de westerse wereld. Nog nooit heeft hij zoveel vrouwen gezien en hij wil met iedereen naar bed. De verpleegsters zijn doodsbang voor hem. De gordijnen houdt hij de hele dag gesloten, slechts vijf minuten per dag kijkt hij door een spleet naar het busstation tegenover het ziekenhuis. Dan heeft hij alweer genoeg indrukken opgedaan. Met een vliegtuig is hij teruggebracht. Ook dat maakte een verpletterende indruk op hem. In zijn belevingswereld is alles alleen te voet bereikbaar. Rooksignalen is een prachtig boek geworden, heel rijk aan achtergronden en verhalen over nu nog levende indianen. Ineke Holtwijk beschrijft een wereld die duizenden jaren geleden heel gewoon was, maar die wellicht over twintig jaar helemaal verdwenen kan zijn. Lezen dus! Ineke Holtwijk, Rooksignalen, zoektocht naar de nog onontdekte Indianen van Brazili. Uitgeverij Atlas, € 24,90
|
Els Moors. Foto Nieuw Amsterdam |
Er hangt een hoge lucht boven onsEr waren vier dichters te gast in onze boekhandel. Beurtelings lazen zij hun gedichten voor. Dit was een erg leuke en inspirerende avond. Dit zullen we zeker nog vaker gaan doen. Allevier publiceren zij bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam. Drie debutanten, Bernard Wesseling, Froukje van der Ploeg en Els Moors. F. Starik is het debuut al lang voorbij. Hij maakt gedichten bij een begrafenis van een overleden zwerver, of andere mensen waarvan geen vrienden of familie komen opdagen. Heel bijzonder.
|
In enkele seconden wist zij de avond tot iets heel bijzonders te verheffen. Trefzeker in die twee woorden, die in dezelfde klank heel andere dingen kunnen suggereren. Of ook weer niet. Zo is haar poëzie ook. In haar bundel er hangt een hoge lucht boven ons komt geen punt, komma of hoofdletter voor. Het kan heel goed zonder. Je kunt zinnen soms wel of niet doorlezen, waardoor de betekenis anders wordt. els moors er hangt een hoge lucht boven ons Nieuw Amsterdam Uitgevers 14,95 euro Van Kemenade & Hollaers, Ginneken. Terug |
Karin Amatmoekrim beschrijft dit op een heel bijzondere manier. Zij begint bij haar overgrootouders, om daarna heel uitgebreid het leven van haar grootmoeder en grootvader te beschrijven. Wagiman en zijn vrouw Soemi vormen het begin van deze roman. Wagiman is een muzikant, die heel Suriname afreist en overal meisjes tegenkomt, totdat hij bij een trouwpartij moet spelen waar Soemi als 15-jarige aan een oude man uitgehuwelijkt wordt, waarbij zij zich heel ongelukkig voelt. Wagiman gaat dagenlang voor hun huis zitten, totdat Soemi naar hem toe komt en ze samen naar een ander dorp vluchten om daar een nieuw bestaan op te bouwen. De eerste zin van deze roman is dat geliefden elkaar vinden met de stille hulp van hun voorouders. Wanneer twee mensen elkaar ontmoeten en verliefd worden, is dat de uiteindelijke bestemming geweest van op het eerste gezicht losstaande beslissingen, groot of klein, die hun ouders en de ouders vóór hen gemaakt hebben. De hulp van de voorouders van Soemi is in deze wel heel stil geweest. Karin Amatmoekrim heeft ervoor gekozen om het verhaal wat zijzelf stukje bij beetje heeft moeten verzamelen chronologisch te vertellen. Zij is Surinaamse van Javaanse afkomst en is, wat blijkt uit het einde van de roman, op zoek gegaan naar de verborgen verhalen uit haar eigen familie. Ze had genoeg vraagtekens na de scheiding van haar ouders en de lange nasleep ervan en het eeuwige verlangen naar Suriname. Door ervoor te kiezen om het verhaal niet vanuit het heden, maar vanuit het verleden te vertellen wordt deze roman voor de lezer een grote verrassing. Karin Amatmoekrim: Wanneer wij samen zijn, Uitgeverij Prometheus. Paperback, 294 p. | ISBN: 904460869x | € 17,95. |
Boek Rob Ruggenberg
blijft bij
|
Aangemoedigd door het succes (en zijn uitgever), heeft Rob Ruggenberg alweer een tweede historisch jeugdboek voltooid: De Slavenhaler. Het gaat over het begin van de slavernij en de betrokkenheid van de Nederlanders daarbij. Het nieuwe boek verschijnt in het voorjaar van 2007. |
Het verraad van Waterdunen: ellendig maar waarWaterdunen was een klein eiland voor de kust van wat we nu Zeeuws Vlaanderen noemen. In de tijd dat dit kinderboek speelt was dit eiland door de vele stormen al bijna helemaal overspoeld door de zee. Wanneer er springvloed was en storm verdween het helemaal. Een prima schuilplek voor aanvallende Spanjaarden, die bang voor koud water zijn. Rob Ruggenberg, Het verraad van Waterdunen, Uitgeverij Querido. Beluister hier een interview met de schrijver van Waterdunen in streaming audio. Het duurt ongeveer een kwartier. Je kunt deze aflevering van Podcaterij BestWest ook downloaden en later beluisteren. |
Wat maakt dit boek dan zo apart en zo goed? Dat is toch de manier waarop en hoe John Banville de diepere gedachten van Max Morden beschrijft. In een ingehouden stijl, maar met rijk proza beschrijft Banville het innerlijk leven van een oudere man, die meedogenloos op zijn verleden terugkijkt. Het is absoluut een boek over rouwverwerking. Hij is verdrietig en opstandig over het te vroege sterven van zijn vrouw. In het afscheid nemen herinnert Anna hem eraan dat hij haar soms ook gehaat heeft, een beetje. Banville laat de lezer voelen wat die mensen met elkaar gedaan hebben. Zonder te klagen. Deze herinneringen, waarin feitelijk een monument voor zijn overleden vrouw Anna wordt opgericht, wisselt hij af met een zoektocht naar gebeurtenissen uit zijn vroege jeugd. En daarom moet hij terug naar de zee. De zee die troost en tot meditatie stemt. Maar ook de zee die verwoestend kan zijn. Het gestrande vrachtschip doet daar aan denken. Ook dat hij niet meer wil zwemmen. En vooral de eerste zin van deze roman: ‘Ze vertrokken, de goden, op de dag met die vreemde vloed.’ |
Hierin wordt zijn hele jeugdtrauma verwoord. In een enkele zin. Pas aan het einde weet je zeker wat ermee bedoeld wordt. Wie die goden zijn en wat er is gebeurd. Het verwerken van dit trauma en het overlijden van zijn vrouw is een gegeven in dit prachtige boek. Het andere is het fenomenale taalgebruik waarmee Banville dit doet. ‘Natuurlijk waren er dingen die de jongen die ik toen was van zichzelf niet mocht opnemen in zijn enthousiaste toekomstbeelden, zelfs als hij had gekund. Verlies, verdriet, sombere dagen en slapeloze nachten: dat soort verrassingen worden meestal niet op de gevoelige plaat van de profetische verbeelding vastgelegd.’ Hij gaat nog een keer de zee in, voelt het volmaakt transparante water en wordt even meegevoerd in de machtige deining en weer op zijn voeten gezet, alsof er niets gebeurd was. John Banville kreeg de Man Booker Prijs voor De zee. Dat is een erkenning die hier op zijn plaats is. Het is geen vrolijk boek, wel een dat tot nadenken stemt over zaken die in elk leven voor kunnen komen. John Banville, De zee, Uitgeverij Atlas. Het boek is vertaald door Jan Pieter van der Sterre en kost 19,90 euro. |
Het verraad van Waterdunen12|03|06
|
Een onbewaakt ogenblik van Philippe BessonSamen worden we degenen die we moesten zijn, degenen die we los van elkaar nooit hadden kunnen worden |
Philippe Besson schreef weer een prachtige roman: Een onbewaakt ogenblik. De sfeer doet denken aan de broeierige wereld, die hij ook beschreef in zijn debuut Bij afwezigheid van mannen. De plaats van handeling is nu niet het burgerlijke Parijs, maar een kleine stad in Cornwall, Engeland. Het is een treurig verhaal over wat een bekrompen gemeenschap een man kan aandoen. Thomas weet waarvoor de mannen komen die hem komen ophalen. Hij verzet zich niet. Hij gaat mee, voor de eerste keer weg uit de plaats waar hij geboren en getogen is. Hem wacht een gevangenis, die voor hem een bevrijding zal zijn. |
Hij wordt door de gemeenschap van moord beticht. De jury oordeelt schuldig. Hij kan niets anders doen dan meegaan met de mannen. Voor de eerste keer weg uit zijn geboortestad. Philippe Besson, Een onbewaakt ogenblik, Ambo|Amsterdam |
Het boek begint grimmig. Aan de vooravond van de Tweede wereldoorlog wordt hun stad, Märchenstadt Lilliput door de Nazi’s met de grond gelijk gemaakt en worden ze omdat ze anders zijn van hun broodwinning beroofd. Lemmy en Rosa moeten dan de ‘grote wereld’ in. Waar het vermaken van de ‘andere’ mensen hen een veilige haven gaf en een eigen plek worden ze nu aan alle gevaren van de wereld blootgesteld. Heel kunstig verweeft Japin dit onheilsverhaal met de varieté-wereld van Coney Island in New York, waar aan het begin van de 20ste eeuw Lilliputia een van de grootste attracties was. Dat zijn historische feiten. Ook dat het pretpark op Coney Island in een grote brand zijn ondergang vindt. Toneel en vermaak worden afgewisseld met het maken van keuzes, wat je met je leven doet. In 1939 beseffen Lemmy en Rosa niet wat wij nu weten. Voor hen ligt de toekomst nog helemaal open. Lemmy’s grootmoeder is kleermaakster, zij verstelt kleren die te ruim zitten voor haar klanten. Daar heeft ze twee oplossingen voor: ofwel wordt de kleding ingenomen, ofwel de klant kan zoveel eten dat die erin groeit, zodat het past. Dat maakt voor Lemmy het kiezen duidelijk. Als kleermaakster neemt oma de maat. Of je groot of klein bent maakt niet uit. Zij is de schaamte voorbij dat zijzelf een dwerg gebaard heeft. Lemmy moet die keuze nog maken. En Rosa is helemaal tevreden met de pretparkwereld. Zij wil graag haar geld verdienen met een attractie zijn voor andere mensen. Daar gaat het in deze kleine roman over: ‘Je moet leren omgaan met alle vrolijkheid die je verschijning oproept, vooral als die om te huilen is.’ |
Een fragment uit De grote wereld |
Ook in zijn andere romans beschrijft Japin mensen met een opvallende eigenschap. Hij beschrijft mensen die van hun gebrek een kracht maken. Of dat nu zwarte prinsen zijn die aan een koningshuis verkocht zijn, of een mismaakte vrouw, die de eerste liefde van Casanova is. Hij zoekt naar de eigenheid: de blik vooruit. Een ideaal voor ogen hebben, Hoog inzetten. ‘Zet hoog in, dan hou je altijd iets om naar te reiken.’ ‘Hoe groot zijn verlangen is, daaraan kan een man worden afgemeten.’ ‘Lengte telt niet, maar wel de afstand die je hebt moeten afleggen om te komen waar je nu bent.’
De grote wereld is een van de mooiste boekenweekgeschenken ooit geschreven. Arthur Japin roept een fascinerende wereld op. En hij heeft er veel van zichzelf ingelegd. Arthur Japin, De grote wereld, Boekenweekgeschenk. |
Naema Tahir laat in Kostbaar bezit zien wat eigenlijk geheim had moeten blijven. Het zijn drie verhalen van jonge vrouwen over hun sexuele ervaring. In de mannelijk gedomineerde moslimwereld is het niet gebruikelijk dat een vrouw daarover vertelt.
Het eerste verhaal Bloei beschrijft een incestueuze verhouding tussen een twaalfjarig meisje, wat in Tilburg opgegroeid is en haar Pakistaanse oom. Het deed mij denken aan Lolita van Nabokov. Het plezier en de erkenning die de puber ontleende aan de geheime verhouding geven haar een karaktervolle ontwikkeling, die zij nooit in Nederland gehad zou hebben. Het is een verhouding om schande van te spreken. In Nederland en in Pakistan. Oom riskeert gevangenisstraf, maar dat is niet aan de orde. Het verhaal is verteld vanuit het perspectief van het meisje, die ervan geniet. Het doet haar pijn, maar je ziet haar erdoor groeien. Naema Tahir beschrijft de broeierige kleine en dorpse wereld heel subtiel. Gelukkig kan ze na de zomervakantie weer terug naar Nederland. Een Lolitaverhaal als vakantieliefde. ‘En ook al heelde haar gescheurde buik door de warmte van zijn toetreding, ze ervoer meer pijn dan de eerste keer, nu haar nauwsluitende vlees zijn volle steken leek tegen te houden en krampachtig aan zijn stugge terugtrekkingen leek te zuigen.’ Naema Tahir, Kostbaar bezit, Prometheus, 16,95 |
Jammer genoeg heeft Aga Djan deze truc niet kunnen herhalen om de stroom van revolutie en omwentelingen te kunnen keren. Hij is een conservatieve potentaat die de touwtjes stevig in handen heeft in zijn bazaar. In de omliggende dorpen laat hij tapijten maken die hij verkoopt. De imams van de Moskee kwamen uit zijn grootfamilie voort. Hij zorgt voor alle kinderen, vrouwen en grootmoeders. Hij verzet zich tegen de Sjah van Perzië, die onder Amerikaanse invloed allerlei westerse tendensen doorvoert, zoals het ongesluierd op straat gaan van vrouwen, het vertonen van films en het kijken naar TV. Het is Aga Djan allemaal te modern. De opgroeiende kinderen uit zijn huis, waaronder de verteller van het verhaal, Shahbal, waarin ik Kader Abdolah herken, brengen de moderne wereld binnen. Shahbal brengt de verguisde TV het huis binnen om naar de Amerikaanse maanlanding te kijken. Aga Djan moet de Sjah en zijn Amerikanen niet en dus wil hij er niet naar kijken. Wat je niet ziet bestaat niet. Maar helaas voor hem gaat de ontwikkeling toch door. Kader Abdolah beschrijft prachtig de ondergang van de Sjah en de opkomst van Khomeini als icoon voor de fundamentalistische imams. In Aga Djans moskee komt imam Galgal, die trouwt met de dochter van de overleden imam Alsaberi. Galgal is radicaal tegen alle westerse invloeden en ontketent een harde actie tegen de plaatselijke bioscoop. Later wordt hij de belangrijkste rechter van het Revolutionaire Islamitische bewind en laat enkele van zijn vroegere huisgenoten na een schijnproces executeren. Niets blijft Aga Djan bespaard. Alle ellende van de oorlog met Irak en de ondergang van de bazaar moet hij zien te overleven. Ook de moskee wordt hem afgepakt en aan een recht in de leer zijnde imam geven. Zijn zoon wordt geëxecuteerd door Galgal en hij kan geen plaats vinden om hem te begraven. Er gingen jaren voorbij en het verdriet groeide als een boom in de tuin. Het leven gaat door. Er worden kleinkinderen geboren en het boek eindigt licht, licht boven licht.Kader Abdolah heeft een nieuw woord aan de Nederlandse taal toegevoegd: Invalimam. Ik was iedere keer geneigd om ‘invali-mam’ te lezen, maar het was gewoon een invaller, geen invalide. Kader Abdolah, Het huis van de moskee, Uitgeverij de Geus |
Ultramarijn, de laatste roman van Henk van Woerden |
De laatste roman van beeldend kunstenaar en schrijver Henk van Woerden is Ultramarijn. Ultramarijn, de kleur van postzegels uit mijn jeugd. Dit hemelsblauw is een belangrijk begrip voor Henk van Woerden. In de verantwoording voor deze roman schrijft hij dat de geschiedenis van blauw nog geschreven moet worden. Het is het blauw van Duccio, Titiaan en de Hollander Vermeer. In Italië stond deze kleur bekend als Azurro Oltramarino. Letterlijk ‘het azuur van over de zee’. Van Woerden schrijft dat kleur zich weinig van grenzen en barrières aantrekt. Dat deze roman zich grotendeels afspeelt aan de oostelijke kust van de Middenlandse Zee. ‘Een streek met een potpourri van culturen en een complexe, poreuze historie’. |
Foto Uitgeverij Podium |
Het is zijn laatste roman, omdat hij kort na verschijnen ervan op 57-jarige leeftijd in zijn slaap overleed. In zijn necrologie schrijft Fred de Vries in De Volkskrant dat ‘Gekte’ een centrale rol in het werk van Henk van Woerden speelde. Gekte en hoe daar in het westen tegenaan gekeken werd. In zijn roman Een mond vol glas beschrijft hij de als ‘gek’ afgeschilderde Griek Tsafendas, die de grondlegger van de apartheid in Zuid Afrika, Verwoerd, vermoordde. Net zo gefascineerd was hij door Ingrid Jonker, die zelfmoord pleegde door de zee in te lopen. Zijn indrukken over het verscheurde land Zuid Afrika verwoordde hij in Moenie kyk nie, waarmee hij als schrijver een doorbraak had. Henk van Woerden was een zwerver tussen Nederland, Zuid Afrika, Griekenland en Turkije. De sfeer van immigranten en nergens thuis zijn en altijd tussen twee culturen hangen drukt een zwaar stempel op zijn werk. |
Ultramarijn is een roman die in verschillende tinten blauw is geschilderd: Azuur, Ceruleum en Lazuri, van hemelsblauw tot diepblauw. Deze kleuren vormen het palet waarmee hij de levensgeschiedenis van de Turkse jongen Joakim schildert. Joakim is verliefd op zijn halfzus Aysel, maar deze liefde wordt in de knop gebroken door zijn stiefvader, die Aysel mee naar Duitsland neemt. Hij ziet haar nooit meer, maar het verlangen blijft. Joakim wordt een goede en succesvolle muzikant en zijn muziek is goed. Omdat hij er het verlangen en het trouw zijn aan zijn geliefde erin laat doorklinken. Heel zijn leven blijft hij op zoek. Dat drukt hij uit in zijn luitspel, dat maakt hem tot een betoverende muzikant. Bij alle vrouwen die hij bezit zal hij zoeken naar Aysel. Zijn muzikale loopbaan heeft veel succes en hij geeft daverende concerten.
|
Ruiz Safón. Foto booksense-stores.booksense.com |
Toen hij tien jaar oud was werd Daniel Sempere ‘s morgens schreeuwend wakker. Hij realiseerde zich plotseling dat hij zijn moeders gezicht vergeten was. Zijn moeder die aan cholera gestorven was, zeven jaar daarvoor. Terwijl hij altijd in contact met haar stond, was hij haar beeltenis vergeten. Zijn vader, verkoper van antiquarische boeken neemt hem mee naar het kerkhof der vergeten boeken, een geheim, doolhofachtig museum, waar boeken gekoesterd worden die vergeten meesterwerken zijn. Daniel vindt daar De schaduw van de wind. Geschreven door Julian Carax. Het is het verhaal van een zoektocht naar zijn vader die hij nooit kende en de herinnering aan zijn verloren jeugdliefde. Hij leest het boek in één nacht uit en is erg nieuwsgierig naar de persoon van de schrijver. Via een collega van zijn vader hoort hij dat de boeken van Julian Carax erg zeldzaam zijn en in antiquariaten veel geld opbrengen. Ook komt hij te weten dat bijna alle boeken verbrand zijn en komt hij in contact met een nachtelijke zwerver, die hem goed lijkt te kennen en graag zijn exemplaar wil hebben. |
Deze man wil elk exemplaar van dit boek van Carax hebben om het te verbranden. Daniel wordt gegrepen door een literaire nieuwsgierigheid naar de schrijver van dit boek. Hij wil alles over hem te weten komen. Terwijl hij dichter bij de schrijver Carax komt en meer van hem te weten komt, wordt zijn eigen leven een spiegeling van wat Carax geschreven heeft. Zijn liefde voor Beatriz weerspiegelt die van Carax voor Penelope, beschreven in zijn roman. Ook het huis waar Penelope woonde en tragisch overleed, wordt door Daniel bezocht. Het is een spookhuis geworden. , Uitgeverij Signature € 19,95 |
In Extreem luid & ongelooflijk dichtbij maakt Oskar ook een zoektocht, eigenlijk een driedubbele: Samen met zijn vader deed hij een geweldig spel dat Verkenningsexpeditie heet. Oskar kreeg van zijn vader de opdracht om van elk decennium van de 20 ste eeuw een voorwerp te zoeken. Hij gaat daar mee door na de dood van zijn vader. Hij had op de fatale dag 11 september 2001 een afspraak in een van de Twin Towers op een verdieping boven de plek waar het vliegtuig binnenkwam. Bij de spullen die zijn vader naliet vindt hij in een Chinese vaas een envelop met een sleutel. Een sleutel van een kluis blijkt bij de slotenmaker. Op de envelop staat ‘Black’. Dat kan een kleur zijn, maar ook een naam. Oskar besluit om systematisch alle mensen in New York, die Black heten te bezoeken. Een speurtocht die vele jaren zou kunnen duren. Ook is hij op zoek naar zijn vader. Een zoektocht die hij onderneemt met zijn oma, die aan de overkant van de straat woont. Zij heeft haar zoon verloren. Eerder al haar man. Oskars opa verdween spoorloos uit het leven van oma , al voor de geboorte van zijn vader. Deze zoektochten worden afgewisseld met fragmenten uit brieven: ‘Aan mijn ongeboren kind’. Het zijn de brieven van een vader die niet bij machte is om aanwezig te zijn bij zijn zoon. Een man die neurotisch geworden is door dramatische gebeurtenissen. Praten kan hij niet meer. Eén voor één verdwenen de woorden. Altijd heeft hij een opschrijfboekje bij zich met volledige zinnen, zoals ‘ik wil twee broodjes’, ‘Sorry, maar ik heb het niet kleiner’ of ‘Help’. Op zijn handen had hij ‘JA’ en ‘NEE’ laten tatoeëren. Het is het verhaal van een man die getraumatiseerd is door het bombardement op Dresden. Daar verloor hij zijn vriendin, die zwanger was van zijn eerste kind. Later komt opa terug als de huurder van oma. Zo doet men het Oskar geloven. ’s Avonds spreken ze onder lantaarnpaal af en een keer rijden ze in een limousine naar het kerkhof waar de vader van Oskar begraven ligt. Oma en opa herontdekken elkaar op een bijzondere manier. En Oskar, de slimmerik, heeft niets in de gaten. Hij heeft zijn eigen problemen. Met de sleutel van ene Black en met het accepteren van de dood van zijn vader. Vanuit de brandende Twin Towers belde hij naar huis en werd zijn stem op het antwoordapparaat opgenomen. Oskar was als eerste thuis en hoorde alle boodschappen. Meteen heeft hij de telefoon verstopt en en een nieuwe identieke gekocht, om het voor zijn moeder verborgen te houden. Aan het eind van het boek wordt duidelijk waarom. Indrukwekkend. Extreem luid & ongelooflijk dichtbij is een aangrijpende en moderne roman, die de terroristische aanslag op New York verbindt met het bombardement op Dresden, waar de geallieerde bommen een stedenbrand veroorzaakten. Ook komt even Hiroshima aan de orde. Jonathan Safran Foer vertelt eigenlijk op heel joodse wijze verhalen. Alle verhalen die in deze roman verteld worden hebben op een indringende wijze met terreurdaden te maken. Dit is de eerste roman in kleur die ik ooit zag. En de kleuren hebben een functie. Ook de typografie speelt een rol, meer dan illustratief, maar dat is veel eerder ook al vertoond. Ikzelf vind het geslaagd. Jonathan Safran Foer, Extreem luid & ongelooflijk dichtbij, Ambo|Anthos, € 19,95
|
Het gaat over een ouder wordende man, Paul Rayment (spreek uit als vraiment en niet als payment), die door een auto aangereden wordt. De eerste zin: ‘De klap komt van rechts, hard en verrassend en pijnlijk, als een stroomstoot, en tilt hem van de fiets. Ontspan! zegt hij tegen zichzelf terwijl hij door de lucht vliegt (met het grootste gemak door de lucht vliegt!) en hij voelt zijn ledematen inderdaad gehoorzaam verslappen. Als een kat, zegt hij bij zichzelf: omrollen, dan overeind springen, klaar voor wat komen gaat. Ook het ongebruikelijke woord soepel of souple is aan de horizon.’ In het ziekenhuis blijkt dat zijn knie helemaal verbrijzeld is en de chirurg besluit tot amputatie van zijn been, tot boven de knie. Hierdoor verandert Pauls leven volkomen. Hij is hulpbehoevend geworden, terwijl hij altijd een erg zelfstandige man was. Een prothese weigert hij principieel. Hij krijgt een verpleegster aan huis, wat helemaal niet leuk is. Hij kan niets meer zelf. Al zijn privacy is weg. En hij wordt als een kind behandeld. Een reeks van verpleegsters van het uitzendbureau wisselt elkaar af. Totdat Marijana op het toneel verschijnt. Zij roept allerlei gevoelens in hem op. En gedachten. Met name over kinderen en zorgen voor iemand. Omdat zijn huwelijk kinderloos was en zijn familie bij zijn emigratie naar Australië in Europa bleef is hij op sociale hulp aangewezen. Zijn liefde voor Marijana wordt aangewakkerd doordat zij hem in vertrouwen vraagt of hij haar zoon wil waarschuwen voor de gevaren van het motorrijden. Het is een absurde situatie. Wat wil hij van die vrouw? Hij wil graag kinderen, familieleven, intimiteit, liefde. Paul beseft heel goed dat Marijana getrouwd is en drie kinderen heeft. Op dat moment doet de schrijver Coetzee iets heel aparts. Hij voert een oudere vrouw, een schrijfster ten tonele, die plotseling vanuit het niets in Pauls huis gaat wonen en zich met zijn leven gaat bemoeien. Het lijkt wel of Coetzee hiermee wil ingrijpen in het verhaal dat hij zelf schrijft. Het is even wennen, wat Elizabeth Costello doet. Voor de roman heeft haar optreden een gunstige uitwerking. Paul wordt uit de vicieuze cirkel getrokken waar hij in dreigde te raken en hij confronteert zichzelf met fundamentele vragen die het leven aangaan. En steeds is er weer die lastige tante, Elizabeth Costello. Van haar is ook de uitspraak: ‘Wij zijn wie we zijn. Dit is voorlopig het leven dat ons gegund is, en we zullen het ermee moeten doen.’ Langzame man is een prachtige roman over wat het leven je te bieden kan hebben. Heel dicht op de huid geschreven, waardoor je als lezer er niet aan ontkomt dat dit boek vragen oproept, waar je weken later nog over loopt te denken. J.M. Coetzee, Langzame man, Uitgeverij Cossee € 19,90 |
|
Zo ook in Als broer en zus. Twee stellen gaan regelmatig bowlen en eten dan gezamenlijk. De mannen zijn al van jongsaf met elkaar bevriend en hebben elkaar in het verleden meermalen geholpen. Lex is verkoper in een witgoedwinkel en Fred heeft een handel in tweedehands auto’s op een bedrijvenstrook aan de rand van de stad. Sylvia, de vrouw van Lex valt niet alleen op door haar iets te strakke spijkerbroek. Ze wil ook van de dagelijkse sleur af. Daarom heeft ze ook ontslag genomen op haar werk en staan de wekelijkse uitjes naar de bowlingbaan haar steeds meer tegen. Het onvermijdelijke gebeurt. Ze maakt overdag steeds meer uitstapjes met Fred. Haar huwelijk met Lex loopt bijna op de klippen. Eerst halve en later hele nachten blijft ze weg. Maar daar weet Fred ook niets van. En opeens is Sylvia verdwenen. Pas na 4 dagen doet Lex aangifte bij de politie. Verdacht? Volgens de politie wel. Lex zit er meer mee dat er tussen hem en zijn vrouw een steeds grotere verwijdering ontstond. Twee keer is in dit verhaal het hoofdstuk Wat er gebeurde opgenomen, waarin gedetailleerd, maar zonder namen beschreven wordt, wat er gebeurde. Eerst aan het begin en dat maakt het al meteen heel spannend, want je weet nog niet wie wie is. Wel dat hij haar hoofd tegen het dashboard bonkte, tot het rood kleurde. In het laatste deel van dit verhaal wordt wel snel duidelijk wie de dader is. Toch maakt die wetenschap het niet minder spannend. Je weet al hoe en je weet al wie, maar hoe gaat hij zich eruit redden of zich volledig vastpraten?René Appel weet de spanning tot het laatst op te voeren. Ik moest het uitlezen en kon niet gaan slapen. Dan is een spannend boek goed en in orde. Lees Als broer en zus, maar begin er niet te laat op de avond mee, want de kans bestaat dat u niet kunt ophouden met lezen. René Appel, Als broer en zus, CPNB, aangeboden door uw boekverkoper. |
Totdat haar moeder hertrouwt met de beste vriend van haar vader, die tevens het directeurschap van de fabriek overneemt. Zij krijgt nog een halfbroer en halfzusje. Al van voor haar geboorte is Victoria behept met de moord op haar vader. Er is een moment in haar leven dat ze besluit pas te trouwen wanneer ze weet wie de moordenaar is. En dat is een hele puzzel, omdat alle dossiers erover verdwenen zijn en iedereen zich in stilte hult. Haar grootmoeder verheerlijkt haar zoon als verzetstrijder en als directeur van de fabriek die hij al in de oorlog voortreffelijk leidde. Leon Verhagen buitte de mogelijkheden om zijn bedrijf als een dekmantel voor het verzet te laten functioneren uit. Uit die tijd stamt ook de vriendschap met Karel, de latere echtgenoot van Rosa. In Friesland was een onderduikadres en in het laatste oorlogsjaar waren zij betrokken bij het krijgsgevangenkamp ‘Prins Bernhard’. Dit is een onwaarschijnlijke, maar ware episode uit de oorlog. In Salland werden op een verlaten boerderij in 1944, in oorlogstijd Duitse, Italiaanse en Oostenrijkse soldaten gevangen gehouden door het verzet. Verplicht nummer was het luisteren naar Radio Oranje. Bij de ontdekking en ontmanteling van dit kamp door de Duitsers werd Leon Verhagen gevangen genomen en geïnterneerd. Later trouwde hij met het mooiste meisje van de verzetsgroep, Rosa. De bloem waarop iedereen verliefd was. Na de oorlog werd Leon Verhagen weer opgepakt, maar nu door de bevrijders en opgesloten in de Harskamp, de plaats waar leden van de Waffen-SS werden vastgehouden. Saillant detail is dat Karel, zijn beste vriend daar toen directeur was. Enkele maanden na zijn vrijlating werd Leon doodgeschoten. Victoria blijft zoeken naar aanwijzingen. Hele vakanties besteedt ze aan haar zoektocht. Pas na 60 jaar doet ze een beklemmende ontdekking. Eva Bentis zet in het begin van de roman alle spanningsbogen op en wanneer ik dacht ‘waarom schrijft ze niet over de ouders van Rosa?’ dan schreef ze erover. In het middenstuk is ze op volle oorlogssterkte. Dialogen en oplopende spanning zorgen ervoor dat je doorleest. En het einde is als verwacht de ontknoping. In de persoon van Leon Verhagen zitten grote tegenstellingen. Hij is niet zo heilig als zijn moeder beweert dat hij was. In de verzetsgroep, waar vooral jonge mensen in zaten waren ook veel onderlinge intriges. Iemand is niet goed of fout. Ook niet grijs. Dat waren er misschien wel veel in oorlogstijd, maar niet bij de hoofdfiguren in dit boek. Victoria is een prachtige roman. Het boek leest als een thriller en heeft de inhoud van een literair werk. Eva Bentis, Victoria, Uitgeverij Contact € 21,90 |
Ingewikkelde reclame12.03.05 Eindelijk, ook de Volkskrant is over op folie. Het VK Magazine zat er in, vanmorgen, samen met een boekje. |
‘Wat je niet weet, bestaat niet’ moet erg letterlijk genomen worden en is aan de journalistieke fotograaf niet aan dovemansoren gezegd. Hij jaagt achter Kathleen aan en komt heel wat over haar te weten. Veel meer dan dat ze om haar studie geschiedenis te bekostigen van de vroege avond tot de late nacht in een nachtbar dronken wordende jongeren van spiritualiën voorziet. Heel bijzonder vind ik de openheid die hij toont in de gesprekken met een oudere man die hij op het eiland tegenkomt. Deze man, Federici, was jarenlang chauffeur van een schatrijke dame en bezocht met haar alle hoofdsteden met hun musea. Een man van de wereld, die bij het afscheid de Rolls mocht houden. En hem verkocht voor wat extra pensioen. Met hem heeft de fotograaf veel gesprekken waarin beide heren alles bespreken en proberen uit te vinden over het web waarin Kathleen zich schijnt te bevinden. Zij heeft een platonische verhouding met een oude heer, wat veel verder gaat dan alleen het erotische. Langzaam wordt duidelijk wat voor duistere zaken hier in het volle daglicht plaatsvinden. Op een dag zag de fotograaf hen met een jonge man op het strand, waarbij de jonge man op een surfplank naar een voor anker liggend jacht surfde, even verdween en met een rugzak om weer terugkwam. De fotograaf blijft nieuwsgierig en doet iets wat ertoe leidt dat er een onverwachte ontknoping van dit verhaal komt. Zomerhitte is een mooi geschreven en spannende novelle. Ik vind het een prachtig boekenweekgeschenk. Vanaf woensdag krijgt iedereen die in de boekhandel voor € 11,50 besteedt het cadeau van de boekhandelaar. Jan Wolkers, Zomerhitte, Boekenweekgeschenk 2005 |
Titia Wetselaar woonde aan de voet van de toren van de Grote Kerk en is in de jaren 50 naar Amerika geëmigreerd. Vorig jaar beschreef zij in het boek In the shadow of the Cathedral haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. In eerste instantie voor haar nieuwe landgenoten, de Amerikanen. Wanneer ik haar verhaal lees dan zie ik de beklemming en het uitzichtloze van het leven onder de bezetting heel realistisch voor me. Zij beschrijft op eenvoudige wijze haar lagere schooljaren in Breda. Langs welke straten zij naar school liep. Of hoe ze naar haar oma ging. Het was oorlog en alles was anders. Joodse kinderen konden weggevoerd worden. Ook haar vriendinnetje. Soldaten in grijze uniformen liepen door de straten en waren de baas. Verder was het heel saai. Vlak voordat de Duitsers kwamen was er wel de evacuatie van de hele stad. Veel mensen waren al snel weer terug in hun huis. Het treffen tussen Franse en Duitse troepen in Breda stelde minder voor dan waar men bang voor was geweest. Bij de bevrijding van Breda houdt haar boek niet op. Holland is nog bezet en daar heerst een hongerwinter. Er is een Duitse dreiging, denk maar aan het Ardennen-offensief. De geallieerden dringen oostwaarts Duitsland in. Breda ligt in de frontlinie en Prins Bernhard heeft zijn hoofdkwartier in het voormalige postkantoor. Het boek gaat door tot de atoombom op Hiroshima valt. Het is naar mijn mening een document, dat veel vertelt over het leven onder bezetting. Hein van Kemenade.DoorsturenReactieAch ja, leuk. Ook reageren kan ook per e-mail |
De gevolgen zijn niet te overzien wanneer de plank waarop de encyclopedie staat breekt en de professor krijgt hem deel voor deel op zijn kop… Het is allemaal ooit eens gebeurd. In Het papieren huis krijgt de opvolger van Bluma Lennon, die onder een auto liep met Emily in haar hand, een boek toegestuurd uit Argentinië. Nu kwam het vaak voor dat zij boeken kreeg. Meestal moest hij, nu haar opvolger, het van haar naar de bibliotheek brengen met de notitie op het omslag UTC (Unlikely To Consult). Vandaar dat hij het pakketje openmaakte. Er zat een boek in met sporen van cement. Een boek van Joseph Conrad Schaduwlijn waarover de wetenschapper Bluma Lennon een proefschrift aan het schrijven was. Met een door haarzelf geschreven opdracht erin gericht aan Carlos. ‘Ter herinnering aan de wilde dagen in Monterry’. Het papieren huis is geschreven met veel liefde voor mooie boeken. Zo’n groezelig exemplaar hoort daar niet in thuis, maar is wel intrigerend. Hij is Argentijn, zijn moeder woont in Buenos Aires, en hij besluit dat hij het boek moet terugbrengen naar Carlos. Hier begint een mooie speurtocht langs verzamelaars en liefhebbers van boeken. In een antiquariaat krijgt hij het telefoonnummer van de man die Carlos goed gekend heeft en hem op het spoor kan zetten. Boeken blijven een grote rol spelen. Als ondersteuning voor een tafel met een te korte poot. Of als bergplaats voor geld en geheimen. Of, zoals bij ons vroeger thuis ook gebeurde, om iets echt plat te krijgen, dan legde je daar de atlas en het woordenboek op. Een boek krijg je nooit kapot, tenzij je er pagina’s uit gaat scheuren. Verbranden gaat nauwelijks, want de pagina’s zitten te dicht op elkaar zodat het vuur geen lucht krijgt. Alleen het omslag schroeit. Tijdens de Argentijnse dictatuur kon het bezit van bepaalde boeken ook levensgevaarlijk zijn. Dat is hier in Europa ook wel vertoond. Met het met cement besmeurde boek van Conrad vervolgt hij zijn tocht en komt zonder Carlos te ontmoeten erachter wat er gebeurd is. De lezer van Het papieren huis maakt het allemaal mee, maar dat zal ik u niet vertellen. Daarvoor moet u deze mooie novelle zelf lezen. De titel, Het papieren huis wordt dan heel realistisch. Met boeken is veel meer mogelijk dan je voor lezing van dit mooie boekje voor mogelijk hebt gehouden. Ook wordt duidelijk hoe het kwam dat Bluma Lennon met Emily Dickinson in haar hand de dood vond. Deze novelle, nu algemeen verkrijgbaar, is rond de jaarwisseling rondgestuurd als nieuwjaarsgeschenk aan vrienden van Uitgeverij Mouria. Het is een lusthof voor wie van boeken en lezen houdt. Ik ben blij dat dit juweeltje voor iedereen bereikbaar is. Carlos María Domínguez, Het papieren huis, Uitgeverij Mouria, € 12,50 |
Erik Vlaminck gaat een stapje verderEen mens kan zijn ouders op verschillende |
‘Een mens kan zijn ouders op verschillende manieren te schande maken’, verzucht Nonkel Leon van Riel, wanneer hij tekeer gaat over de dwalingen van de kleinzoon van zijn zus. Het gaat radicaal verkeerd aflopen met hem. ‘Ge kunt er toch niet naast kijken hoe hij gelijk een paljas door het dorp loopt te paraderen. De mensen kijken hem na als was hij een carnavalszot. Hij draagt zijn haar tot halfweg zijn rug. Juist een wijf.’ ‘En dan dat krakkemikkig ziekenkasbrilletje uit Jezuskes tijd waarvan de oren met plakband moeten worden bijeengehouden dat hij op zijn kop heeft staan. Een arme mens zou in de grond kruipen van schaamte als hij met zo’n sukkelachtig brillenmontuur moest rondlopen maar hij draagt die kapotte velo puur om ermee op te vallen.’ Het ergste wat Erik kan doen in de ogen van zijn nonkel Leon is schrijver worden. |
Van Erik Vlaminck verscheen Het schismatieke schrijven. De zesde roman in de cyclus die hij schrijft over zijn familie. Over het Vlaanderen van de 20ste eeuw volgens zijn uitgever. Voor mij gaat het om de familie en vrienden van Erik Vlaminck. Het is heerlijk om wanneer je de andere boeken gelezen hebt allerlei bekenden weer tegen te komen. Vooral de hierboven geciteerde Leon van Riel. In dit boek zit hij nog niet in de rolstoel, maar wel bijna. Maar dit boek kan heel goed op zichzelf gelezen worden. Ik vind het misschien wel het allermooiste tot nu toe. Waarom? De stijl van Vlamincks boeken was vanaf het begin al heel goed. Sober, geen woord teveel. Direct naar de kern en veel dialoog en monoloog van Leon van Riel. Altijd verhalen uit de familie, die eigenlijk verborgen hadden moeten blijven. Zoals dat van oma, die een halfbroer had, het voorkind van haar moeder. Erik kwam er pas achter nadat hij onderzoek was gaan doen naar dat vreemde adres in Canada, waar hij een van de doodsbrieven van zijn oma naar toe moest sturen. Rijke verhalen. Goed, puntig en humoristisch geschreven. Een plezier om te lezen. In dit boek gaat Erik Vlaminck een stapje verder. Een van de hoofdpersonen is Stanny van Stokken, waar het derde deel al aan gewijd was. Waarom moet dat weer opgerakeld worden? Stanny, een stil leven is een prachtig boek over een buurjongen van Erik, even oud die helemaal de weg kwijt raakt, omdat hij geen werk kan vinden, omdat hij niet alleen op school, maar ook in het café gepest wordt. En die ook nog eens verliefd is op de vriendin van Erik. Sommige zinnen in Stanny, een stil leven en in Het schismatieke schrijven zijn identiek. Er zijn grote verschillen tussen beide boeken. De taal die Erik Vlaminck gebruikt was altijd al heel belangrijk. Hij gebruikt Vlaamse woorden, die soms in Nederland iets anders betekenen. Hij probeert ook echt Vlaams te schrijven. Authentiek, eerlijk. Ik zie ontwikkeling in zijn taal. Het wordt meer poëzie. Zinnen die in Stanny’s hoofd spoken worden refreinen van het lied dat Vlaminck zingt. Een verbetering ten opzichte van het eerdere werk is ook dat deze roman het meest raakt aan Vlamincks eigen leven en persoon. Schrijven over ouders en grootouders ligt duidelijk verder weg. Vlaminck verzint niets. Hij heeft geen fantasie, maar wel een speciale kijk op de gang van zaken, waardoor zijn boeken zo leuk worden. Dat gaat veel gemakkelijker wanneer je een geschiedenis kunt vertellen waarvan alle hoofdpersonen overleden zijn. Nu heeft hij het aangedurfd om ter verantwoording geroepen te worden. Daarmee is hij nog preciezer geworden in zijn formuleringen. Dit boek is een stuk beter geworden. Ik vond zijn werk al heel goed, maar dit is helemaal geweldig! Het klopt en hij spaart zichzelf niet. De ouders van Erik Vlaminck zijn beiden overleden, maar zij hadden erg trots op hun zoon kunnen zijn geweest. Erik Vlaminck, Het schismatieke schrijven, Uitgeverij Wereldbibliotheek, € 14,50 |
Theun de Vries 1907-2005Een meeslepend verteller22.01.05 13:11 |
‘Voor mijn negentigste verjaardag wilde ik mezelf trakteren op een waanzinnige liefdesnacht met een jonge maagd.’ Uit deze eerste zin spreekt een groot verlangen van een vieze oude man. Wat moet een bejaarde van 90 in een bordeel met een meisje van 14? Ook al is hij zijn hele leven hoerenloper geweest, dan is dat nog geen excuus voor een verkrachting. Márquez zou Márquez niet zijn om juist hier een bijzondere draai aan te geven. ‘Op een dag bedacht ik dat die bedverhalen een goede basis zouden vormen voor een relaas over de misère van mijn verdwaalde leven.’ bedenkt de hoofdpersoon ergens in deze roman. En vooral het bedverhaal met de jonge bloem is aanleiding om zijn levensverhaal te vertellen. Wat hij nog nooit meegemaakt heeft overkomt hem nu. Het overrompelt hem: hij wordt verliefd. Heel zijn leven heeft hij betaald om seks te hebben, maar nu hij verliefd is op dit slapende meisje is hij voorzichtig en lief. Zijn hele bestaan komt op zijn kop te staan. De wekelijkse column die hij voor de krant schrijft verandert volkomen. Het wordt elke keer een ode aan de liefde. En wel de liefde voor haar. Op zijn krantenstukken komen enorm veel reacties. Alle verliefde mensen worden erdoor geraakt. Hij kent haar echte naam niet en wil die ook niet kennen, hij noemt haar Delgadina, naar een liedje over de jongste dochter van de koning die door haar vader het hof werd gemaakt. De kale kamer in het bordeel waar ze elke nacht samenkomen wordt door hem ingericht met schilderijen en snuisterijen. Elke avond neemt hij iets voor Delgadina mee. Tot er een bekende bankier in het huis van plezier vermoord wordt en de zaak voor een tijd gesloten wordt. Het duurt maanden voordat hij haar weer ziet en dan is hij door haar hoerige voorkomen zo jaloers geworden dat hij alles kort en klein slaat. Echte liefde dus. ‘Ga niet dood zonder het wonder te hebben beleefd te neuken uit liefde.’ raadt een ‘oude liefde voor een grijpstuiver’ hem aan. En over het einde heb ik even moeten nadenken. Eerst dacht ik dat het niet klopte, dat er een heel jaar overgeslagen was, totdat ik erachter kwam dat Marquez met een paar pennenstreken het hele verhaal op lossen schroeven heeft gezet. Er in een klap een magische fantasie van maakt. Gabriel García Márquez, Herinnering aan mijn droeve hoeren, Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu. Uitgeverij Meulenhoff € 15,95 |
‘Jij moet nu naar schoenmaker Jooste.’
Maar Cornelis had vandaag helemaal geen zin om in de schoenmakerswerkplaats zijn tijd te verdoen met vegen of schoenen poetsen. '‘Maar ma…’ probeerde hij voorzichtig. ‘Jij bent nog te veel van je stuk. Ik geloof dat ik beter met je mee kan gaan.’” Cornelis is de hoofdpersoon in deze jeugdroman. Hij heeft de vreemde gasten in de gaten die in de herberg De Drie Moren van zijn ouders logeren, maar weet niet precies wat voor snode plannen zij hebben. Hij is schoenmakersleerling en in blijde afwachting van het Gildefeest dat in hun herberg gehouden gaat worden. Voor de eerste keer zal hij bediend worden, terwijl hij anders altijd moet sloven. Aan de vooravond van dit feest wordt er om de hoek van de herberg een brute moord gepleegd op een schoenmaker. Breda is nog zo klein dat iedereen hem kent en ontdaan is. Het feest kan natuurlijk niet doorgaan zoals men dat gewend is. Cornelis is er ’s nachts getuige van hoe de beerput wordt leeggemaakt. Dit is een ongelooflijk vies werkje en de mannen die dit uitvoeren roken hun pijp om de stank te verdrijven. Terwijl hij door de spanning van de gebeurtenissen niet kan slapen ziet hij dat er uit de beerput een mes gevist wordt. Zonder dat de mannen het in de gaten hebben weet hij het mes te pakken. Dat dit het moordwapen moet zijn is overduidelijk. Alleen waar is de moordenaar??? Door een gelukkig toeval weet Cornelis de moordzaak zonder dat hij het bewust doet op te lossen. Het mes dat hij altijd bij zich draagt speelt hierin een sleutelrol. Met een oude vrouw, die de vorige eigenaresse van de herberg was reist hij naar Geertruidenberg. In de 17e eeuw bijna een dagreis. Daar komt de moord tot een oplossing. Jaap Janssen geeft hier een erg originele draai aan het verhaal. Het is betoverend en tegelijk geloofwaardig. Dit is een verhaal over een historische moord in Breda in de 17e eeuw, leerzaam maar vooral spannend. Er zit ook veel symboliek in dit boek. Voor wie daar gevoelig voor is, maakt het tot een enorm rijk verhaal. Jaap Janssen, Het geheim van De Drie Moren, met illustraties van Klaartjes Scheer. Uitgeverij De Geus € 13,90 Om verder te lezen: Wim Hupperetz, Het geheugen van een straat, Achthonderd jaar wonen in de Visserstraat te Breda. (De herberg De Drie Moren was gevestigd in de Visserstraat.) |
Tiets en Lex gaan op reis naar Nepal, in een gezelschap. Voor Titia is de reis niet het doel, maar zij wil in een boeddhistisch heiligdom offers brengen om een tweede kind te krijgen. Alexa gaat mee, omdat zij al heel haar leven het maatje voor Titia geweest is. Anders was zij niet geboren. Zij is verwekt na de plotselinge dood van Sander en dat is de grote kwestie in het gezin. De verjaardagen van Sander worden gevierd alsof hij er zelf nog bij is. Alexa S. Laan is pas gewenst als vervanging voor Sander. Zij is de nakomeling, die in deze roman een ontwikkeling doormaakt, misschien niet heel verrassend, maar wel heel waarschijnlijk. Zij slaagt erin voor zichzelf te kiezen. Dat klinkt goed en Nida Oudejans beschrijft heel nauwkeurig dit proces. Voor Lex is het een reuzensprong, zij wordt in Nepal los van de groep gelouterd en kan daarom de stap naar zelfstandigheid zetten. Op pagina 65 komt Chet Baker deze roman binnenzeilen en ik hoor in elke zin zijn heerlijke zachte zang en vertellende trompet. Hij is wellicht een parallel voor de puinhoop van het leven waar ieder zijn weg moet zoeken. De zinnen van deze roman klinken mij toe als de melancholie die de trompet van Chet Baker oproept. Nida Oudejans: De nakomeling, Uitgeverij Contact € 16,90 |
Zijn verhaal begint al op heel jonge leeftijd, eigenlijk al voor zijn geboorte. Hij is in Nederland geboren, maar zijn wortels liggen in Nederlandsch Indië. De kleutervriendschap met het buurmeisje Elze is net Jip en Janneke. Prachtig en origineel verteld. Het houdt op wanneer ze ouder worden, net zoals het begonnen is. Gedetailleerd herinnert hij zich ook andere vriendschappen, maar eigenlijk nog belangrijker is zijn verhouding tot zijn broers. Ze zijn een heel stuk ouder en hebben twee oorlogen meegemaakt. Eerst de Japanse bezetting en later de Bersiap tijd. Of wat voor ons Nederlanders Politionele Acties heet. Twee keer zijn zij onderdrukt geweest en Jan is eigenlijk een enorm zondagskind, wat ook nog vreselijk verwend wordt ook. Zijn broers hebben tenminste echt iets meegemaakt. Daar gaan ze prat op en daar hebben ze last van. Wat dit boek met Maarten ’t Hart gemeen heeft is de plaats van handeling: de Zuid Hollandse eilanden waar de verschillende hervormde en gereformeerde geloofsgemeenschappen elkaar in rechtzinnigheid naar de kroon steken. De een is een Bonder en de ander Bevindelijk. En een enigszins liberale dominee, die de Islam bestudeert moet erg op zijn tellen passen. In deze beschrijvingen blinkt Jan Brokken uit. Zo sterk dat ik vind dat hij ’t Hart en Mak in kwaliteit overtreft. Het gaat hier om Sjaan en de ziekte van Sjaan. Zij is de bakkersvrouw die er lucht van krijgt dat de dominee een keer te diep in het glaasje gekeken heeft. Weliswaar gebeurde dat terwijl hij een vader troostte met zijn overleden kind, maar een rechtlijnige geest kent geen onderscheid. Deze actie leidt bijna tot het afzetten van hem als dominee. Totdat de broer van Jan ontdekt dat Sjaan zelf in het geniep vreemd is gegaan met een van de bakkersknechten. De uiteindelijke confrontatie durft Sjaan niet aan. Brokken beschrijft in een paar bladzijden een verzuild tijdsbeeld aan de hand van zijn eigen herinneringen in familieverband. De ellende van zijn vader slaat op hem terug. Kleine Jan leidt aan een ziekte die gepaard gaat met veel bulten en enorme jeuk. Niets helpt. De dokter noemt het de ziekte van Sjaan. De remedie is dat hij heel verre reizen moet gaan maken. En dat krijgt Jan op 10-jarige leeftijd te horen. Echt een advies waar je iets mee kunt op die leeftijd. Jan maakte na zijn middelbare school en journalistenopleiding heel veel buiteneuropese reizen, maar nooit ging de jeuk over. Tot hij op de plaats komt waar ooit het kamp was, waar zijn moeder en broers jaren vastgezeten hadden. Dit is een eerlijk en recht uit het hart geschreven boek. Soms erg ontroerend. Met prachtige beschrijvingen van zijn vriendinnen op de Middelbare school tijdens de vroege jaren zestig. Een absolute aanrader. Jan Brokken, Mijn kleine waanzin, Uitgeverij Atlas, 415 pagina's € 19,90. |
Jan Ruward: Het schot in de roosVerhalendebuut met Breda en Ginneken als achtergrondHet Schot in de Roos is het debuut van Jan Ruward. Het is een bundel met zestien korte verhalen. Het zijn verhalen die stuk voor stuk een sterke beginzin hebben. Verhalen waarin actuele gebeurtenissen verbonden worden aan een verstilde ervaring van het zijn, hier en nu. De eerste zin van het eerste verhaal, ‘Die ochtend op het terras had ze nog gezegd hoe goed ik erin was, dat ik een praktijk moest beginnen om de mensen te helpen.’ is veelbelovend. Er wordt een spanning opgeroepen. Je weet nog niet waarin hij goed is, maar dat maakt eigenlijk niet uit. Hij kan er mensen mee helpen. De wonderlijke krachten in de handen van de hoofdfiguur worden in het verhaal duidelijk. Ook de keerzijde ervan. Verbazing over zijn kunnen wordt gecombineerd met ervaringen uit zijn dagelijks leven. In een paar pagina’s beschrijft Jan Ruward een afgerond geheel. Hij maakt gebruik van iconen uit de moderne cultuurgeschiedenis. De bril van John Lennon, een brief van Gerard Reve, Herman Brood, Alan Delon, Kuifje, het verschijnen van een komeet en een zonsverduistering zijn elementen die in zijn verhalen een bepalende rol spelen. Hij roept ermee een betovering op. Veel verhalen spelen in Breda en een voor een gedeelte in Ginneken. Dat is leuk voor lezers uit Breda. Maar ook voor anderen die Breda niet kennen, want nergens is de stad Breda nadrukkelijk aanwezig. Het is meer een achtergrond. Voor wie het kent geeft het herkenning. In het verhaal Topolis bijvoorbeeld kan de Bredanaar de feesten van 750 jaar Breda herkennen, maar voor wie dat niet weet blijft het een verhaal wat zich ergens in de een of andere stad afspeelt. Die dubbelzinnigheid roept ook een betovering op. In dit verhaal schetst hij heel treffend de sfeer die heerste in Topolis in het park. Tegelijkertijd maakt hij er een universeel verhaal van wat overal in elke stad kan spelen. Hartstocht, spijt en met een schone lei opnieuw beginnen zijn terugkerende thema’s in meerdere verhalen. Onder de oppervlakte van het verhaal duikt soms een broeierige sfeer op. Iets waardoor de hoofdpersoon zich laat overvallen. Soms ook een hevig verlangen. Steeds is er dan weer een gevoel voor realiteit, een nuchtere beschrijving van soms liederlijke taferelen. In die combinatie toont Jan Ruward zich als schrijver. Als een schrijver die heeft leren schrappen tot er een essentie overblijft. Wanneer je een verhaal voor de tweede keer leest wordt het eigenlijk alleen maar rijker. Dit debuut is echt een schot in de roos.Jan Ruward, Het Schot in de Roos, Uitgeverij Carpaccio € 14,95Doorsturen |
Hein van Kemenade is boekverkoper en uitgever in Ginneken (Breda)