Home hhBest
hhBest

Een kampeervakantie in 1955

Die Hollandse meiden met hun dikke konten waren goed voor veel aversie tegen dat ANWB-kamperen

Trektocht door de Nederlandse en Belgische Kempen

 

 

 

 

Reacties

Hoed in de hand

1.
Kamperen anno 1955, hoe ging dat? Een kampeervakantie met name, wat moet je je daarbij voorstellen? Laat ik weer eens wat oral history bedrijven - opa vertelt-weet-je-wel.

Het gaat over de padvinderij, in het Roomse zuiden doorgaans aangeduid als verkennerij (tegenwoordig scouting). Meer in het bijzonder over de voortrekkers. Dat waren jongens vanaf 17 jaar, tot enkele jaren in de twintig (dan sloegen ze meestal aan het vrijen en verloren hun belangstelling).

Ik ben 'n jaar of vier voortrekker geweest, in je herinnering is dat 'n hele tijd, maar in je jeugd gaat alles altijd veel langzamer. Achteraf heb ik de neiging deze periode geweldig te idealiseren. Maar, echt waar, ik bewaar aan die voortrekkersjaren 'de beste herinneringen van mijn jeugd'. Herinneringen aan boeiende vormen van vrije-tijdsbesteding en vooral aan hechte vriendschappen, die mij met heimwee vervullen. Waar zijn ze allemaal gebleven, wat is er van hen geworden? Wat ben ik nonchalant geweest met deze contacten.

Een van die positieve herinneringen is de trektocht door de Nederlandse en Belgische Kempen, die we met acht man maakten in de eerste week van augustus 1955, enkele maanden voor ik mijn geboortedorp Ginneken zou verlaten om journalist te worden bij een Friese krant. Groter contrast is trouwens niet denkbaar.

Op stap

Door een gelukkig toeval, heb ik van die trektocht 'n heleboel foto's. Een jaar eerder had ik namelijk bij een slagzinwedstrijd van de fa. Agfa een voor die tijd best wel knappe camera gewonnen, een Isolette III, zo'n ding met een 3,5 lens in een uitklapbaar zeemleren harmonikabalgje. Fotograferen was toen lang niet zo comfortabel en daardoor wijdverbreid als nu. De gemiddelde gezinscamera verkeerde nog in het stadium van het vooroorlogse boxje (door Kodak gelanceerd onder het motto: You put on the button, we do the rest). De moderne versie daarvan was de Agfa Clack (kostte 25 gulden), maar die had ook nog maar een meniscuslensje, een fisheye. Dus was ik tijdens die vakantie de enige met een camera. Technisch was ik nog verre van een crack, moet ik andermaal vaststellen. Ik werkte zonder belichtingsmeter, onderschatte of overschatte het licht, koos nu eens een te trage, dan weer een te snelle sluitertijd. Nou ja. Leve thans de digitale fotobewerking. Achteraf heb ik ook geweldig veel spijt, dat ik niet de namen van de medetrekkers heb opgeschreven. Ik ken er nog maar 'n paar, onder wie mijn beste vriend Theo Knibbeler, de Knip, zich noemende 'de zoon van de oude Knibbeler' en Paul Jacobs, een geestige filosoof, van wie ik meen te weten dat hij later pastor is geworden. (Hopenlijk is zijn zuster geen non geworden - ik was er heimelijk verliefd op, maar ze was ongenaakbaar.)

Als ik het me goed herinner, gingen we op een vroege zondagmorgen met de trein van Breda naar Tilburg en trokken we vandaar de Kempen in, over Veldhoven, Bladel, Postel (B), Mol, Turnhout en terug via Hoogstraten. Ik zeg, als ik me goed herinner (mede aan de hand van de foto's), want 'n paar jaar eerder had ik zo'n trektocht ook al eens gemaakt. Daarvan bewaar ik een logboek! Ik heb de neiging, uit te weiden en ook meer te vertellen over de Harry van der Sandestam, de Ginnekense voortrekkersclub waarvan ik lid was,


Opstap2

maar zal toch maar proberen, me tot het 'kamperen anno 1955' te beperken. Moet je nou eens kijken, hoe hiernaast twee kerstbomen passeren. Ja, zelfspot was ons niet vreemd. Als we dan zo, als een Atlas met de wereld op onze rug door de velden liepen, voelden we de ogen van de boeren door die bepakking heen prikken en grijnsden we naar elkaar (de gedachte van die boer lezende): Hartstikke gek!

Maar in werkelijkheid was het natuurlijk: 'Laat ze maar lachen'. Want we haalden onze neus op voor het zogenaamde ANWB-kamperen, waarbij eten werd klaar gemaakt op een spiritusbrander. Ik woonde vlak na de oorlog schuin tegenover een jeugdherberg en had Hollandse meiden met hun dikke konten in shorts en hun melkblanke benen daaronder, kouka koula roepend voorbij zien komen, denkende 'o nee, dát niet'. Dus toch maar 'kerstbomen'. Je droeg dus je huishouden met je mee. Tent, dekens, wat schone kleren, potten en pannen...

Naar deel 2


Reacties

Voor mij als Zundertenaar is dit zeer interesant. Ik ben toevallig zondag nog op de
meeste plekken geweest (Postel, Hoogstraten).

Leuk om te lezen en te zien

The Graphical Gnome in de nieuwsgroep nl.foto


Knus

In het Noordbrabants Museum was in het voorjaar van 2005 een tentoonstelling te zien over die knusse jaren 50. De adjunct-directeur/hoofdconservator reageerde als volgt op deze fotodocumentaire van hhBest:

Erg leuk en voor een oud-verkenner nog herkenbaar ook. Alhoewel, zó erg was het in mijn tijd niet meer - al verlangde onze zeer middelbare en ongehuwde hopman nog wel terug naar die goeie ouwe tijd.

Dr. Charles C.M. de Mooij, adjunct-directeur/hoofdconservator Noordbrabants Museum

Ook Reageren

 

 

 

 

Naar boven