hhBest |
Theaterinstituut doet recht aan activiteiten in krijgsgevangenschapHenri t'Sas jr. (Han) heel even |
In het Theaterinstituut Nederland (TIN) aan de Herengracht in Amsterdam is was in 2005 een tentoonstelling te zien over theater in oorlogstijd. Onderdeel daarvan vormden enkele items over theater in krijgsgevangenschap. Gangmaker in Neubrandenburg en later in Stanislau (Polen) was de tweede luitenant Henri t'Sas jr. (Han), zoon van de theaterman Henri t'Sas (1877-1966). De activiteiten van Han (1917-2001) kregen op de expositie in het TIN prominent aandacht met onder meer de volgende tekst: Henry t' Sas (1917-2001), beroepsmilitair Alhoewel zijn vader een bekende voordrachtskunstenaar is, volgt Henry (Han) t'Sas na de HBS een opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda, Als beroepsmilitair vecht hij in de meidagen van 1940 mee tegen de Duitsers. Na de capitulatie is hij een van de ruim tweeduizend Nederlandse officieren die de Erewoordverklaring ondertekenen en naar huis kunnen. In die verklaring staat dat hij zich niet aan subversieve anti-Duitse daden schuldig zal maken. Als hij zich na de jaarlijkse oproep, op 15 mei 1942 weer meldt, wordt hij alsnog als krijgsgevangene afgevoerd. Samen met andere Nederlandse officieren belandt t'Sas uiteindelijk in krijgsgevangenkamp Stanislau, in Polen. Daar blijkt hij een talentvol tekstschrijver en artiest te zijn. Hij maakt diverse cabaretprogramma's en vertolkt vele rollen. Na de bevrijding wordt hij ingedeeld bij de Aan- en Afvoertroepen en hervat hij zijn militaire loopbaan. Foto collectie Stichting Achter Prikkeldraad 1940-1945 Op de TIN-expositie was onder meer ook een affiche te zien 'Gysbreght van Aemstel' van het kamptheater in Neubrandenburg. Han t'Sas speelde in dat Vondeldrama de rol van Badeloch. Zie ook: Henri t'Sas, een getuige van de negentiende eeuw in Breda |
De presentatie in het TIN. De tekst onder de foto is in de linkerkolom weergegeven.
|