hhBest |
Alles is liefde is een 'kinderfilm' waarin |
Door Sante Brun We namen de achterste rij, want dat deden we vroeger altijd als we naar de bioscoop gingen om te kussen en voor andere verkenningstochten bij het tegenovergestelde geslacht. Toen was de bioscoop vaak vol, nu strekte de zaal zich volstrekt leeg in de volle lengte voor ons uit, en voelde ik hoe belachelijk ik me had gemaakt door vooraf te bellen om twee plaatsen te reserveren. Wie gaat er ook naar de bioscoop, op maandagmiddag half drie. Wij dus, om ‘Alles is Liefde’ te zien. |
En om maar meteen in huis te vallen: de film lijkt nauwelijks op wat besproken werd in ellenlange reclame-uitzendingen van De Wereld Draait Door, bijvoorbeeld. Daarin werd de film een ‘romantische komedie’ genoemd, en werd de indruk gewekt dat toch enige aandacht zou worden besteed aan de relatieproblematiek van een aantal stelletjes, zij het dus op een luchtig-romantische manier.. Sint gelukkig nog ver weg |
Reacties op Dorpsplein |
De hoes van de plaat met filmmuziek uit Orfeu Negro. |
Gisteren zag ik voor het eerst sinds 1960 Orfeu Negro van regisseur Marcel Camus. Ik heb ik die bijna vijftig jaar vaak aan die film gedacht, en in mijn hoofd had hij mythische vormen aangenomen. Het geraffineerde spel van de Braziliaanse acteurs met hun sambabenen, de overweldigende carnavalsoptocht, het voodooritueel in de Hades met als culminatie de scène in de tramremise, waar ik in de loop van de jaren apocalyptische taferelen aan had toegevoegd van fel flitsende elektrische ontladingen, acrobatische toeren van de Dood, van Euridyce en van Orpheus, eindigend in de dood door spectaculaire electrocutie van het meisje. De scène in de tramremise duurt heel kort en er komt één flitsje aan te pas, dat inderdaad aan Euridyce het leven kost. Het voodooritueel is intussen door andere regisseurs veel beter en suggestiever vormgegeven. |
Verfilmd amateurtoneel Camus moet een romanticus zijn geweest (en wellicht ook weinig budget hebben gehad). Want hij verliet zich vrijwel geheel op lokale acteurs, die helaas het peil van het goedwillend amateurtoneel niet te boven kwamen. Met name Breno Mello, de titelrol nota bene, is een welwillende jongen wiens carrière uiteindelijk bestond uit een aantal lokale Braziliaanse producties, maar van wie sinds het eind van de jaren zestig niets meer is vernomen. De enige acteur met internationale status is Marpessa Dawn (Eurydice) die toen een mooi maar wel erg zoetig meisje was. 23.10.2007 |
Reacties op Dorpsplein |
Apocalypto Gibson beangstigend echt |
Door Sante Brun Als je volkomen onvoorbereid begint te kijken naar Apocalypto van Mel Gibson (2006) word je flink op het verkeerde been gezet. Om te beginnen al door de titel, die ook aan het eind van de film nergens op blijkt te slaan. Je ziet een groepje kennelijk Zuid-Amerikaanse Indianen tijdens een jachtpartij in het oerwoud. Ze maken grappen onder elkaar, vangen een smakelijke tapir en komen een andere groep tegen die zegt ‘verdreven’ te zijn. Aha, de film gaat over het kappen van het Amazonewoud, neem ik maar even aan. Het duurt een hele tijd vóór je beseft dat de film zich moet afspelen aan het eind van de vijftiende, begin zestiende eeuw, en dat de plaats van handeling Yucatan in Mexico moet zijn, en de Indianen meer specifiek Maya. |
Het dorp van ons groepje wordt aangevallen door een groep andere, vreemd uitgedoste Indianen, die de vrouwen verkrachten en vermoorden en de overgebleven mannen gevankelijk afvoeren. Onder hen de zoon van het stamhoofd, die nog net kans heeft gezien zijn zwangere vrouw en zoon in een grot te verbergen. De gevangenen komen na een dagenlange tocht in de jungle aan op een plek waar ze hun ogen uitkijken; de combinatie van een stad, een heiligdom en een koper- of goudmijn. Al snel komen ze er achter wat de bedoeling is: ze zullen op een speciale manier worden geofferd, waarbij de priester het offer bij leven de borst opent en het nog kloppend hart er uit rukt, waarna het offer onthoofd wordt en de losse onderdelen, onder luid gejuich van de samengestroomde menigte, de trappen van de piramide worden afgegooid; men kan het rustig aan Mel Gibson overlaten om een en ander plastisch in beeld te brengen. Overigens is dit vermoedelijk een geschiedvervalsing: deze methode van offeren werd aangetroffen bij de Azteken, niet bij de Maya, zover ik weet. De zoon van het stamhoofd ontkomt aan het offer – daarbij speelt een zeer snelle zonsverduistering een beslissende rol – en weet zelfs te ontsnappen. Volgt een dagenlange marathon door het oerwoud, waarbij de held op de hielen wordt gezeten door de beulsknechten. Die een voor een het loodje leggen, op twee na, die echter de achtervolging opgeven als het hele stel aankomt op het strand van de oceaan en daar getuige is van de aankomst van een stel Spaanse schepen, vermoedelijk die van Fernando Cortez. |
Die scènes vormen de kern van de film, Gibson laat scherp zien dat de Azteekse beschaving in handen was gevallen van een stel gedegenereerde machthebbers en hun krankzinnige priesters. De Spanjaarden hoefden niet veel te doen om dat verschrikkelijke stelletje het laatste duwtje te geven, hetgeen ze enthousiast deden, ik hoef maar te verwijzen naar de geschiedenisboekjes. O ja, de zoon van het stamhoofd kan zijn vrouw redden die net een acrobatische onderwaterbevalling achter de rug heeft, en neemt de verstandige beslissing niet naar de aanlandende Spanjaarden te gaan, maar zich, integendeel, in het woud terug te trekken. Is dit een mooie film? Sterker nog, het is een schitterende film. Van de aankleding van de acteurs tot de natuuropnamen en uiteraard de onwaarschijnlijke massascènes van de piramiden en de offerplaatsen daar bovenop, precies zoals je ze je voorstelde toen je er over las. En dan natuurlijk veel indringender. De laatste massascènes in dit genre dat ik zag, waren die uit de films van Cecil B. Demille, we namen er toen genoegen mee dat alles overduidelijk van bordkarton was. Maar bij Gibson is alles beangstigend echt, hij heeft compromisloos gebruik gemaakt van de door de Spaanse conquistadores opgetekende gewoonten van de Maya’s en de Azteken. Op die manier is het gedramatiseerde historie, waarbij het slappe verhaaltje van de documentaire een avonturenfilm maakt, gericht op groot publiek. Slim bedacht, eigenlijk. |
Reacties op Dorpsplein |
La tourneuse de pages Franse psychothriller |
De wraak van een slagersdochter |
Door Guido t'Sas Bij het verlaten van het conservatorium smijt Melanie de klep van de piano op de handen van een zich inspelende mede-kandidaat, waarmee de stemming is gezet. Thuis sluit ze de piano af en wanneer we haar terugzien, is ze rechtenstudent en stagiaire op het advocatenkantoor van de echtgenoot van de klavierberoemdheid. Dat leidt tot het vakantiebaantje van gouvernante van de ook al piano spelende zoon. Maar in de praktijk draait het uit op het omdraaien van de bladzijden voor de o zo kwetsbare concertpianiste. Duivelin |
Melanie, met een perfect gevoel voor onderkoeldheid gespeeld door de Waalse Déborah François, slaagt erin, de advocatenvrouw (Catherine Frot) van zich afhankelijk te maken, waarbij ze in erotische zin ook gebruik maakt van het sleetse huwelijksleven in het riante landhuis met een privézwembad in de kelder en tennisbanen. Als Melanie tegen elke verwachting of afspraak in voortijdig het huis verlaat, laat zij het gezin reddeloos achter. De ultieme wraak van een slagersdochter. La Tourneuse is een psychothriller die van de ene spanningsboog naar de andere voert. Heel erg Frans ook, wat de film, althans voor mij, extra charme geeft. |
Reacties op Dorpsplein |
The Departed: mobiele telefoon |
Door Sante Brun Het verhaal is op zich eenvoudig: een bende drugssmokkelaars onder leiding van Frank Costello (Nicholson) is geïnfiltreerd door een politieman Costigan (DiCaprio) maar Frank, ook niet mis, heeft een informant bij de politie, Sullivan (Matt Damon). Die twee gaan elkaar danig in de weg lopen – ze gaan zelfs met dezelfde vrouwelijke politiepsychiater Gwen (Kristen Dalton) naar bed zonder het van elkaar te weten; tot de zaak uit de hand loopt en uiteindelijk iedereen het leven laat. Behalve Gwen, die zwanger blijkt, ongetwijfeld van een van de twee, maar van wie, dat is iets voor de volgende film. |
Feitelijk wordt het verhaal van de film mogelijk door het bestaan van de mobiele telefoon, maar dat moeten jullie maar uitzoeken. Veel gedoe met doedelzakmuziek en Ierse popgroepen, had ik de indruk. Maar niet zeuren. heel degelijk Hollywood-filmisch verfilmd, zal ik maar zeggen, zoals je van Scorsese mag verwachten, weinig wordt aan de verbeelding overgelaten, Nicholson als langzaam krankzinnig wordende drugshandelaar en –gebruiker behoeft geen nadere verklaring en DiCaprio overstijgt zichzelf. Zeer zelfs. Hij is de ster van de film. |
Reacties op Dorpsplein |
Het landgoed Tara |
Door Sante Brun Vorige week bestelde ik de dvd bij Bol.com, de dag er op hadden we hem in huis en zondagmiddag was het tijd hem af te spelen, de volle 224 minuten. (Voor het eerst zag ik een dvd met een A- en B-kant.) Feitelijk gaat het om twee verhalen: de Amerikaanse Burgeroorlog, gezien door de ogen van de opstandige Confederatiestaten in het zuiden; en de geschiedenis van een gecompliceerde vrouw, Scarlett O’Hara. Dat is ook het enige karakter in de film dat behoorlijk wordt uitgewerkt, alle andere figuren blijven schetsmatig, bijna had ik geschreven: stripfiguren. Veelal mensen van stereotype structuur. Ik noem de vader van Scarlett, een koppige Ier wiens ongelukkige einde je in de eerste scènes van de film al ziet aankomen, of de roddelende bakvissen en oude dames op de landgoederen in het Zuiden. |
Ik maak een uitzondering voor het zwarte huispersoneel, dat in bepaalde opzichten een gezaghebbende positie inneemt – maar dat is ook al logisch, de problemen tussen noord en zuid gingen over de afschaffing van de slavernij, de zuidelijken vonden dat de zwarten heel goed behandeld werden en ndus niet bevrijd hoefden te worden: dat werd gezien als kapitaalvernietiging. Hoewel het natuurlijk ook heel normaal was wat Scarlett op een gegeven moment een van de slaven toeroept: ‘Kom hier, of ik verkoop je!’ |
Scarlett is een vrouw die allereerst het belang van zichzelf en op de tweede plaats van het landgoed Tara voor ogen heeft en daar moet alles voor wijken, eventueel ook de fatsoensnormen uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Driemaal trouwt ze om zakelijke redenen, intussen koestert ze haar geheime liefde voor een buurjongen en laat ze zich met graagte ‘versieren’ door de kosmopoliet, slinkse handelaar en moderne cynicus Rhett Butler. Hetgeen er uiteindelijk toe leidt dat ze alleen achterblijft. Na de boven aangehaalde opmerking van Butler gaat ze het lege huis binnen en mompelt dat ze er over moet nadenken. ‘Morgen zal ik er over nadenken.’ ‘Gejaagd door de wind’ is de Nederlandse titel, die eigenlijk niet goed is. ‘Weggewaaid’ is beter: ‘Alles komt en gaat met de wind’ is nog beter, en dan zijn we meteen aangeland bij de moderne soapserie en met name hoezeer we in die bijna zeventig jaar die zijn verstreken na het ontstaan van deze eerste kleurenfilm verwend zijn geraakt door de ongelooflijk toegenomen kwaliteit van plot- en scenarioschrijvers. |
Vivian Leigh en Clark Gable |
Vergeleken bij wat de gemiddelde Amerikaanse soapserie tegenwoordig ten beste geeft is Gejaagd door de Wind eigenlijk meer een synopsis, een schetsmatige samenvatting van een soapserie. En eigenlijk daarvan dan weer een eerste schets, omdat er maar één figuur enigszins uitgewerkt wordt, Scarlett O’Hara. Je zou van het verhaal inderdaad een soapserie kunnen maken, zelfs de titel is van voldoende vrijblijvendheid om jarenlang mee te kunnen. Je ziet overigens in meerdere series – Dallas, As the World Turns, Days of Our Lives – elementen terug die, bewust of onbewust aan deze zeer vroege schets van een soap ontleend zijn. Je kunt niet beweren dat Gone With The Wind een gedateerd stukje werk is, met name het spel van Clark Gable is nog verbluffend modern, maar ingehaald door de tijd is de film wel degelijk. Ingehaald door de filmindustrie, eigenlijk. |
Reacties op Dorpsplein |
Een film met een luchtje |
Perfume: Eigenlijk zou de geurenfilm uitgevonden moeten wordenDoor Sante Brun
Grasse Alle mensen hebben een eigen geur, maar de geur van sommige vrouwen is onweerstaanbaar. Grenouille kan niet anders dan vrouwen te zoeken en te volgen die de geur hebben die hem het meest aantrekt. Leermeester Baldini heeft hem voorgehouden dat alle parfums op een heel bepaalde manier moeten worden samengesteld uit twaalf verschillende essences, verdeeld in drie groepen. Grenouille heeft dus in de gaten dat de vrouwen die hij uitzoekt hun geur niet vrijwillig afgeven en dan blijft er maar één oplossing mogelijk: ze doodslaan alvorens hen hun geur af te nemen. In Parijs vermoordt hij eerst de fruitverkoopster en daarna een hoer; vervolgens vlucht hij naar het centrum van de parfumindustrie, Grasse. Onderweg daarheen ruikt hij op kilometers afstand de dochter Laura van een adellijke parfumhandelaar, en ook zij gaat er aan, nadat nog eens negen andere meisjes haar voorgegaan zijn. Van schraapsel van hun huid en van hun haar maakt Grenouille de twaalf essences. Als er elf klaar zijn maakt hij alvast een parfum, maar dat is het net niet. Pas als de essence van Laura is toegevoegd, is het parfum helemaal perfect. En, zo blijkt, zeer krachtig. Want Grenouille wordt gepakt voor de moorden en zal op buitengewoon artistieke wijze worden terechtgesteld – de terechtstelling van Saddam Hoessein had daarbij vergeleken meer weg van de jaarlijkse griepprik – maar Grenouille heeft kans gezien het parfum mee te smokkelen, en als hij het schavot beklimt, wappert hij met een zakdoekje waarop hij een paar druppels heeft gesprenkeld. Met verrassend gevolg, want eerst gaat iedereen voor hem op de knieën ('een engel!) en vervolgens slaat de massaal op de executie afgekomen bevolking van Grasse, inclusief de aartsbisschop, met zijn allen aan het neuken. En Grenouille ontsnapt op die manier aan de executie. (De scène doet overigens sterk denken aan enkele Axe reclamespots.) Hij blijft een eenzame figuur, gaat terug naar Parijs, naar zijn geboorteplaats, waar hij zelfmoord pleegt door het hele flesje parfum over zich heen te sprenkelen. Men kan zich het gevolg voorstellen. Er blijft niets van hem over. Belevenis Süsskind heeft jaren geaarzeld voor hij regisseur Tom Tykwer toestemming gaf het verhaal te gebruiken, en het is ook te zien waarom. Gelukkig is de film werkelijk schitterend geworden met goed werk van hoofdrol Ben Whishaw en van Laura (Rachel Hurd-Wood), ongelooflijke decors, een kleurstelling alsof de film inderdaad in de achttiende eeuw is gemaakt, buitengewoon fraaie muziek. Het is zonder meer een belevenis. Maar van het boek is feitelijk alleen het kale verhaal overgebleven, of zelfs minder dan dat. Het boek is een langgerekte ode aan de geur, de lezer krijgt een halve geurenencyclopedie over zich uitgestort, en hoewel Grenouille ook in de film heel mooi een eenzame, volslagen contactgestoorde figuur blijft, is hij dat in het boek veel heftiger. De film is veel meer het verhaal van een seriemoordenaar, het boek gaat vooral over geuren en de invloed die ze kunnen hebben. Dat is ook niet eenvoudig: om het boek echt te kunnen verfilmen zou de geurenfilm uitgevonden moeten worden…
|
Reacties op Dorpsplein |
De foto's zijn met de digitale camera gemaakt van het laptopscherm en geven dus nauweljks de werkelijke kwaliteit weer. Sante heeft ze er toch bij gezet om te tonen, hoe schitterend uitgekiend de fotografie is. |
Het verhaaltje gaat zo: mevrouw Chan en meneer Chow komen toevallig naast elkaar te wonen; na korte tijd ontdekken beide dat hun respectieve echtgenoten vreemd gaan, met elkaar. Dat drijft Chan en Chow in elkaars armen, maar ook weer niet: zij willen zich niet zo verlagen zoals hun partners dat doen en hoewel ze altijd aan elkaar blijven denken, besluiten ze niet met elkaar in zee te gaan. Om te weten te komen hoe dat gaat met die twee, spelen ze soms een rollenspel, waarin zij hun partners spelen. Behalve die ijzersterke fotografie gebruikt Wong nogal eenvoudige middelen om het verhaal in beeld te brengen. Mevrouw Chan op het kantoor van het reisbureau waar ze werkt, meneer Chow bezig met zijn artikelen over vechtsport; zij bezoekt vaak de afhaalchinees, op de achtergrond spelen een paar komische figuren zoals hospita Seung en dronkaard en hoerenloper Koo. Van Chow zie je vaak de opkringelende sigarettenrook, zelfs die is schitterend gefilmd. Maar die figuren op de achtergrond weten niet af te leiden van de twee, die elkaar voortdurend aantrekken en afstoten, steeds op dezelfde plaatsen, vaak als het regent, steeds weer die details van handen, van telefoons, zelfs langdurige scènes van regen die neerklettert op straat. |
Sinfonie der Groszstadt |
Door Ferd Op de Coul Sinds de val van de muur bezocht ik enkele keren het nieuwe en door bouwputten gestigmatiseerde Berlijn. De laatste keer, december vorig jaar, schoot mij te binnen dat ik die schitterende documentaire van Ruttmann op dvd moest hebben. Mooi niet dus. In talrijke speciaalzaken en warenhuizen zag men een op den duur moeie en moedeloos geworden Nederlander binnenkomen die in de waan verkeerde dat zo’n subliem meesterwerk, nota bene over het vooroorlogse Berlijn der Roaring Twenties, toch ausgerechnet wel ergens in die stad zelf zu haben moest zijn. Vergeet ‘t. Tot op de op één na laatste dag in Berlijn, het geluk me op de schouder klopte. In een boekhandel met ook cd’s en dvd’s, doorzocht ik vergeefs de schappen en vroeg een vrouwelijke bediende of ze die film soms kende. Ze had er van gehoord en zou in het magazijn gaan kijken. En jawel hoor: één dvd, nota bene uit een Spaanse serie “Meesterwerken van de Cinema”, bleek die vriendelijke dame nog in dat magazijn te hebben aangetroffen. De koning te rijk, putte ik mij uit in dankbetuigingen en spoedde mij hotelwaarts met die goedkope, doch vrijwel onbetaalbare dvd. |
Het filmaffiche uit de jaren twintig |
IDFA Vertoningen bij familie en vrienden oogstten onverflauwde bewondering en daar bleef het even bij. Tot mijn zus een NRC-berichtje mailde: tijdens het juist begonnen Internationale Documentaire Filmfestival Amsterdam, IDFA, zouden ook een paar klassieke documentaires de revue passeren, waaronder…. “Sinfonie der Groszstadt”. Toeval bestaat niet hoor je wel eens, maar ik weet het zo net nog niet. Opvallend in die film uit 1927 is de wijze waarop Ruttmann een formidabele ritmiek hanteert en kostelijke staaltjes beeldrijm vindt in vijf “akten” van één dag, van de prille ochtend tot de dolle pret van het nachtleven in de late uurtjes, in dat roerige Berlijn van toen. En steeds die verbindende metafoor van de locomotieven en treinen, van en naar Berlijn. Ik weet nu wat en wie Haanstra heeft geïnspireerd: kijk hoe gigantische machines - toen al - gloeilampen uitbraakten en melkflessen vulden. Dan de dagloners, die net als destijds de beruchte overweg Eindhoven-Woensel, per fiets of te voet massaal hun weg gingen. Cinegrafische nostalgie van de bovenste plank. Ongetwijfeld zullen veel ouderen zich herinneren, hoe hun moeders in soepjurken en met pothoeden op zich door de straten repten. Zo is het leven eens geweest in Berlijn, maar net zo goed hier, bij ons. En zo zal het nooit meer zijn. Maar goed ook en goed dat zulke geniale documentairemakers als deze Walther Ruttmann het zo beeldend en poetisch hebben vastgelegd.Reacties op Dorpsplein |
Philippe Noiret, zo zie je ze niet meerDoor Sante Brun |
Iedereen heeft sinds het bericht dat hij overleden is gesproken over Noiret en over zijn films, waarin dan vooral Zazie dans le métro (niet gezien) en La Grande Bouffe genoemd werden. Een van beste films ooit gemaakt, vind ik die laatste, maar eigenlijk niet typisch voor Noiret. Typisch voor Noiret is de rol van de net niet aristocratische Franse mens, licht cynisch, zeer arrogant, en dan denk ik toch aan Le Juge et l’Assassin. Een film waarin Noiret Italiaans spreekt (met een aangeleerd Spaans accent) geeft eigenlijk de essentie van Noiret: Il Postino, waarin hij de onmogelijke taak heeft de Chileense dichter Pablo Neruda te spelen die tijdens zijn verblijf op een eiland voor de Siciliaanse kust te maken krijgt met een licht achterlijke, in ieder geval eigenaardige, postbode die dichter wil worden en bovendien de serveerster van de kroeg niet ten huwelijk durft te vragen. Noiret is daarin én Noiret, en Neruda.
Dat is wat ik bewonder in Noiret: Joop Doderer was na Swiebertje alleen nog maar Swiebertje, Noiret was ook zichzelf en toch altijd die ander. En wat voor anderen. Van een gesoigneerde rechter, een geile vrouwenman of een gehoorzaam lid van een aristocratische clan tot een zwerver of een aan lager wal geraakt stuk wrakhout van het kolonialisme.
|
Een andere onmogelijke rol was uiteraard die in La Grande Bouffe (1973) van de laatste man die zich, daarbij geholpen door Andréa Ferreol, een diabetisch coma eet aan twee zoete roze borsten van pudding. Van de acteurs in de film zijn er nu drie dood: Noiret, Mastroianni en Tognazzi. Noirets vriend Michel Piccoli, met wie hij samen speelde in veel films uit de hoogtijdagen van de Franse film, jaren zestig en zeventig is er nog altijd, al is hij inmiddels een eind in de tachtig. Hopelijk toont de tv dezer dagen een aantal films waarin Noiret schitterde. En anders een leuke box met dvd’s tegen civiele prijs, dat moet toch kunnen? 24|11|06 |
Reacties op Dorpsplein
Glansrol good old Hopkins in
|
Anthony Hopkins (rechts) als Burt Munro. |
Meer dan 25 jaar, leeft en sleutelt de Nieuw Zeelander Burt Munro toe naar de dag dat hij in Bonneville Saltlake, in de Amerikaanse staat Utah, een nieuw wereld-snelheidsrecord zal vestigen met zijn Indian motor uit 1920! Als hij zich in 1967 aanmeldt op het circuit van de Speedweek, pilletjes slikkend tegen de angina pectoris, zien de organisatoren hem en zijn antieke machine als een dinosaurus. In geen enkel opzicht voldoen hij en zijn uitrusting aan de regels. Hij heeft bij voorbeeld 'om snelheidsredenen' met een vleesmes de banden van hun profiel ontdaan. Daar sta je dan. Maar zo gaat het natuurlijk niet. Burt weet met zijn charmante hulpeloosheid de harten van het circuit - niet in het minst die van de in de periferie verkerende dames - te winnen. Er worden 'uitzonderingen gemaakt' en hij wint. Het zal wonder boven wonder ook niet de laatste keer zijn. |
In deze film van Roger Donaldson beleeft Munro/Hopkins tragi-komische tot dolkomische avonturen, waarbij vooral het contrast tussen zijn ontwapenend-originele karakter en dat van de doorsnee Amerikaan anno '67 uitstekend werkt. Een hoogtepunt vond ik de ontmoeting met een even oude Indiaan (Indian!), tegen wie Burt zegt: 'Mijn prostaat speelt op.' Waarop de Indiaan: 'De mijne ook'. Ondertussen bepiest thuis, in Nieuw Zeeland, een buurjongetje op Burts verzoek een citroenboompje in zijn tuin. 'Goeie mest.' Ik kon het bijna niet droog houden. |
Reacties op Dorpsplein
Naomi Watts (Betty/Diane) en Laura Elena Harring (Rita/Camilla) in Mulholland Drive. | Een prachtige jonge vrouw raakt in een limousine betrokken bij een verkeersongeluk (op Mulholland Drive in LA) en raakt daarbij haar geheugen kwijt. Ze vlucht een willekeurig huis binnen, waar op dat moment ook het nichtje Betty van de eigenares van het huis binnenkomt, kersvers uit een dorp in Canada, op zoek naar een filmcarrière. De beide vrouwen gaan op zoek naar de identiteit van ‘Rita’, zoals ze voorlopig heet, naar Rita Hayworth. Intussen doet Betty een zeer geslaagde auditie in Hollywood, waar zeer de nadruk wordt gelegd op de ranzigheid van dat wereldje. Ook intussen worden Betty en ‘Rita’ verliefd op elkaar, hetgeen enkele zeer bijzondere erotische scenes oplevert. |
De spanning wordt vanaf het begin opgebouwd door een aantal schijnbaar niets met elkaar te maken hebbende scènes – een invalide maffiabaas die een filmregisseur in zijn greep probeert te krijgen, een komisch eindigende moordpartij door een huurmoordenaar, een paar horrorscènes. Wat die scènes vooral met elkaar te maken hebben is dat ze de lelijke achtergrond vormen bij de ontwikkeling van de relatie tussen de twee vrouwen die ondanks de onbestemde dreiging die zij duidelijk voelen gewoon twee vrolijke verliefde meiden zijn. Tot het blauwe sleuteltje dat ‘Rita’ nog in haar tas had blijkt te passen op een klein blauw doosje. Dan verandert alles. Iedereen krijgt een andere naam, de vrouwen krijgen harde, cynische gezichten en gaan elkaar jaloers haten. Hele stukken uit het begin van de film, de periode vóór het blauwe doosje, worden letterlijk herhaald maar in een totaal andere sfeer. Het verhaal eindigt in onbegrijpelijkheid, wat mij betreft. Ik neem aan dat dat ook de bedoeling was van Lynch. Terugkijkend begrijp je dat Lynch een kritisch commentaar heeft willen geven op de filmwereld. Achteraf zie je dat het verhaal helemaal geen verhaal is, maar een aaneenrijging van scènes die alleen maar met elkaar gemeen hebben dat ze Hollywood-clichés zijn, maar samen toch een buitengewoon spannende film vormen. Op http://www.mulholland-drive.net/ vind je vervolgens veel informatie en vooral het feit dat de film, die in feite meteen ook ‘the making of’ blijkt te zijn, inmiddels een enorme ‘cult’ heeft opgeroepen. Ik denk dat de film aanzienlijk minder effect zou hebben gesorteerd als Lynch de zaak niet zo superieur had laten fotograferen. Wat een zorgvuldigheid, wat een schoonheid in met name de closeup scènes van de acteurs, en dan met name van de twee hoofdrolspeelsters Naomi Watts (Betty/Diane) en Laura Elena Harring (Rita/Camilla). |
Mannelijke en vrouwelijke psyches geestig ontrafeldDoor Guido t'Sas |
SidewaysAlexander Payne - 2004
|
The Pianist |
Even doet de film denken aan de gladde Holocaust-tv-serie van 1978 maar allengs wordt het verhaal griezelig echt, er zijn momenten waarop de doorgewinterde filmkijker bijna even wegkijkt – ondanks dat Polanski zich de ware meester toont door de gruwelen net niet in hun complete bloederigheid te laten zien. Het detail waar ik dezer nog wel eens even van zal wakker schrikken: de Duitser die een aantal Joden bevolen heeft te gaan liggen, negen van de tien met een nekschot afmaakt en dan rustig herlaadt terwijl de laatste man op de grond wellicht even denkt: ik ga dit overleven. Keurig stopt de Duitser de lege patroonhouder in zijn tas. |
‘Praat toch met haar’ van AlmodóvarDoor Sante Brun Marco ziet er niet zo veel in, maar als ook de balletlerares van Alicia, gespeeld door Geraldine Chaplin, tegen Alicia praat alsof die alleen maar een beetje zit te dommelen, houdt Marco verder zijn mond en speelt het spel mee. |
Benigno beperkt zich helaas niet tot het praten tegen zijn geliefde, want die blijkt op zekere dag zwanger en daarvoor draait Benigno het gevang in. Daar pleegt hij zelfmoord, zonder dat hem bekend is geworden dat zijn zoon weliswaar dood is geboren, maar dat Alicia tijdens de bevalling is bijgekomen en inmiddels intensieve fysiotherapie krijgt. Lydia daarentegen overlijdt, maar niet voordat ze zich ‘verzoend’ heeft met haar vorige vriendje, een collega-stierenvechter. Marco begrijpt er allemaal niets van, maar blijft nuchter, hij neemt aan dat zijn geliefde er allemaal niets van heeft meegekregen en gaat op reis, want hij schrijft over toerisme. Pas bij terugkeer van die lange trip komt hij er achter wat Benigno heeft aangericht. De film ‘Hable con ella’ van Pedro Almodóvar is op het eerste gezicht een tamelijk conventioneel verfilmd romantisch verhaal, het heeft in het deel waarin Benigno zelfmoord pleegt zelfs iets van Romeo en Julia: als hij tijdig had geweten dat Alicia wakker was geworden, had hij misschien geen aanleiding gezien de hand aan zichzelf te slaan. Hoewel: zijn afscheidsbrief aan Marco heeft veel weg van een liefdesbrief. |
Zo zijn er veel details in de film die je kunt kenschetsen als ‘losse einden’, of overbodige zijstraten. Waarom is de geliefde van Marco stierenvechtster? Waarom heeft zij een slangenfobie? Wat heeft Marco’s reis naar Jordanië te maken met het verhaal? Wat moeten we met het gekweel van Gaetano Veloso? Wat moeten we aan met de nieuw opgenomen stomme filmfragmenten? Maar dat soort vragen moet je aan Almodóvar misschien niet stellen. Hij drukt gewoon een zwaar persoonlijk stempel op het verhaal, de genoemde dingen zijn misschien onderdeel van zijn persoonlijke biografie, zoals hij ook een liefhebber is van de balletten van Pina Bausch en dus enkele scènes uit die balletten in de film opneemt. Uiteindelijk realiseer je je dat het verhaal misschien de onmogelijke liefde van Benigno voor Marco als grondthema heeft. Waarmee ook Benigno’s opmerking tegenover de vader van Alicia, die psychiater is, een plaats krijgt: dat hij ‘misschien’ meer naar mannen trekt dan naar vrouwen. Of gebruikte hij dat als alibi om Alicia te kunnen misbruiken? Dat is dan in ieder geval niet gelukt. |