Archief van de rubriek ‘Henri t’ Sas’
Leo Legrand, fotograaf
indelijk serieus maar vergeefs gezocht naar gegevens over de Bredase fotograaf Leo Legrand (ca 1900). De aanleiding was een tot kleurenfoto gemaakt uiteraard zwart-wit exemplaar door hem genomen van de Karrestraat in het zaterdagse magazine van AD en consorten. Colorizing heet dat. Ik heb die prent met Photoshop weer teruggezet naar, ik veronderstel, de oorspronkelijke staat.
<- De Karrestraat ligt in het verlengde van de Ginnekenstraat, waar Legrand een fotozaak had. Bij de foto kan ik nog opmerken dat de rails van de paardentram van het Bredase station naar Ginneken nog present zijn.
Het betreurde huis
n 1921 kocht mijn vader via de erven van Charles Schunterman, de vader van mijn moeder, die ik – mijn opa dus – niet heb gekend, het herenhuis Brugstraat 2 in Ginneken. Na verloop van tijd kwamen mijn ouders (in 1911 getrouwd) elkaar tegen op de Ginnekenmarkt, waarop vader zei: begin jij het hier ook zo saai te vinden? Die vraag stellen aan mijn moeder was tevens haar beantwoorden; ze is haar hele leven verzot geweest op het stadsleven. Het gesprek leidde tot een vestiging van enkele jaren in Brussel en omgeving.
Meer op Manieren – Voorpagina hhBest
Henri, Schubert en de roddel
ijn vader Henri (1877-1966), die minstens een keer per dag voortleeft in mijn gedachten, was een liefhebber van de liederen van Franz Schubert. Liefhebber, want hij mag dan voordrachtkunstenaar zijn geweest, hij was muzikaal gezien een autodidact. Hij paste er dus wel voor, zijn hobby, het zingen uit de cycli Die Winterreise en Die Schöne Müllerin in het openbaar te beoefenen.
Meer op Manieren – Voorpagina hhBest
Twee dappere mennekes
Henri t’ Sas trad als voordrachtkunstenaar ook wel eens op voor kinderen. Hij droeg dan bij voorbeeld een satirisch-epische versie van de Rattenvanger van Hamelen voor en zong door hem uit het Frans vertaalde, oude kinderliedjes, zoals Le Petit Navire. Hieronder eerst de noten, die ik op het internet heb gevonden, daarna de vertaling, die ik vanuit mijn geheugen heb opgeschreven.
Dapper Ventje
(Naar Le Petit Navire, door Henri t’ Sas 1877-1966)
Er was laatst een dapper ventje
Er was laatst een dapper ventje
Dat nooit op zee, zee, zee gevaren had
Dat nooit op zee, zee, zee gevaren had
Ohé Ohé….
Toch ging aan boord ons dapper ventje
Toch ging aan boord ons dapper ventje
Al op de Mid-, Mid-, Middellandse zee
Al op de Mid-, Mid-, Middellandse zee
Ohé Ohé….
Maar na een reis van vijf, zes weken
Maar na een reis van vijf, zes weken
Was er geen voed-, voed-, voedsel meer aan boord
Was er geen voed-, voed-, voedsel meer aan boord
Owee Owee…
Toen ging men aan het strootje trekken
Toen ging men aan het strootje trekken
En wie het kortst, kortst, kortste eindje trok
En wie het kortst, kortst, kortste eindje trok
Die peuzelde…men op!
Het lot viel op ons dapper ventje
Het lot viel op ons dapper ventje
Dat nooit op zee, zee, zee gevaren had
Dat nooit op zee, zee, zee gevaren had
Op onze arme schat!
Toen viel hij op zijn blote knietjes
Toen viel hij op zijn blote knietjes
En bad tot Ons, Ons, Onze Lieve Vrouw
En bad tot Ons, Ons, Onze Lieve Vrouw
Och moeder, help me gauw!
Plots sprongen er wel duizend vissen
Plots sprongen er wel duizend vissen
Al over ’t ran-, ran-, randje van de boot
Al over ’t ran-, ran-, randje van de boot
Toen was men – uit – de – nood.
Op YouTube vind je nogal wat gezongen versies.
Nog een dapper ventje
Van dit eveneens zeer oude, Franse kinderliedje (bestemd voor peuters) heb ik het origineel niet kunnen achterhalen. De volledige tekst staat onder de noten.
Er was laatst een dapper ventje
Met een stokpaard en een trom
Dat zou meikevers gaan vangen
In den hof van Ome Tom.
Ee ti ton tijn et ti ton ton (2x)
Toen hij aan de heg wou trekken
Klonk het schot van een kanon
Ventje was zo erg geschrokken
Dat hij viel op zijn homhom
Ee ti ton tijn et ti ton ton (2x)
Alle dames van het dorp
Brachten ’t ventje een bonbon
Ventje zei toen, lieve dames,
Schiet nog maar es met ’t kanon
Ee ti ton tijn et ti ton ton (2x)
Het Bredase Begijnhof 750 jaar
Het Bredase Begijnhof was een geliefd onderwerp van Jan Strube (1892-1985).
Midden in Wereldoorlog 1 maakte Henri t’ Sas (1877-1966) een versje over het vandaag precies 750-jarig Begijnhof in Breda. Read the rest of this entry »
Geen kommageneuk meer
eze tas op wieltjes staat aan de ingang Lange Brugstraat van winkelgalerij ‘t Sas in de binnenstad van Breda. Hier was meer dan een eeuw een bakkerij met (uiteraard) winkel gevestigd die omstreeks 1880 eigendom werd van mijn oom François t’ Sas (mijn grootvader Guillaume Antoine, naar wie ik ben genoemd, kwam uit Brussel en gaf zijn talrijke kinderen uit drie huwelijken Franse voornamen). Frans, was een halfbroer van mijn vader en ze verschilden bijkans een generatie. Toen ik hem voor het eerst zag, op z’n platvoeten, was hij al in ruste en woonde in een deftig huis aan de De Roy van Zuydewijnlaan. Hij was getrouwd met een protestantse vrouw in een tijd dat men nog zei: ’twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen’. Het belette mijn vader niet, bij zijn begrafenis demonstratief een groot kruis te slaan.
Henri t’Sas (1877-1966)
Een Bredase getuige van de negentiende eeuw
Lezing voor de Bredase Stadssociëteit De Gouden Cirkel op 24 januari 2005 door Guido t’Sas. Deel 1, levensschets van Henri t’Sas.
Het moet op een zondagmiddag in 1883 of ’84 zijn geweest, dat er in de binnenstad van Breda brand uitbrak. Brand was, meer dan ooit, een sensatie in die tijd. Het volk trok, de vrouwen gearmd, joelend naar de onheilsplek: ‘Naar de brand, naar de brand’, zong de massa. Manvolk en opgeschoten jeugd holden vooruit en daarbij was als eerste een menneke in zijn communiepakje, dat Henri heette, maar in de stad natuurlijk Harrie werd genoemd.
Omdat hij klein en licht was, moest hij – je gelooft het niet, maar er is geen enkele reden om te veronderstellen dat dit Henri’s legendarische fantasie was – hij moest van de brandweer in de dakgoot van een pand ernaast de slang op de vuurhaard richten. Heel Breda stond te kijken. Het jochie in z’n communiepakje daarboven was de held van de dag.
Henri Sophie t’Sas, geboren op 9 augustus 1877 in Breda (en niet in ’t Ginneken, zoals vaak abusievelijk wordt gedacht) was het achttiende kind van de uit Brussel afkomstige Guillaume Antoine t’Sas en het vijfde kind van diens derde vrouw Marie Veldman, een Maastrichtse.