Wie is online
1 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
november 2024
Z M D W D V Z
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930

Archief van de rubriek ‘Boeken’

Wat we al wisten of minstens vermoedden

Boekbespreking door Sante Brun


Wat in Fire and Fury van William Wolff minstens ongeloofwaardig en vermoedelijk ook niet waar is: dat hij de tweehonderd dagen tussen 20 januari en 10 oktober 2017 heeft doorgebracht op een divan in het Witte Huis. Maar dat is een opzichtige onwaarheid die ik wel kan begrijpen en die ook geen invloed heeft op mijn mening over zijn boek: de tekst bestaat voor een belangrijk deel uit niet aan bepaalde personen toegeschreven citaten, maar duidelijk wel uit citaten die werden opgevangen in het Witte Huis en doorgebriefd aan Wolff.

Wat ik meteen deed na de ontvangst van het PDF-bestand met de tekst van het boek: kijken of het woord nucleair erin voorkwam (niet), bom (acht keer, maar steeds in figuratieve betekenis) of button (alleen als button-down, een type overhemdkraag).

Read the rest of this entry »

Monk, Murakami, Bodo, Wolff

Boekbespreking door Sante Brun


widerfahrnisls altijd heb ik voldoende te lezen, dus ik ploeg gestaag door. Sinds de jaarwisseling las ik de novelle (nou ja, toch dik 200 pagina’s) Widerfahrnis van Bodo Kirchhoff en heb net het eerste deel uit van Haruki Murakami’s De moord op Commendatore. Vanmorgen heb ik gedownload Fire and Fury over mijn favoriete gek Donald Duck in het Witte Huis, dus daar ben ik dan weer een poosje mee bezig.

Na het dichtslaan van Murakami’s boek dacht ik even: hoe heette die portretschilder, de ikfiguur van het boek ook weer? Want ik vergeet tegenwoordig veel namen. Ik weet inmiddels dat ik met net er naast denken de naam meestal snel terugbreng, maar dit geval kwam er niks.

Read the rest of this entry »

Rust zacht, hoofdredacteur

krantenpausBoekbespreking door Sante Brun


et is op de ochtend van 23 november 1963, ‘s morgens om half zes, op het tweede perron van het station in Nijmegen. De enige plek in Nijmegen waar op dat tijdstip bier wordt geschonken. Aanwezig: een tiental redacteuren van De Gelderlander, onder wie meine Wenigkeit. En hoofdredacteur Louis Frequin, allemaal zojuist klaar met een geslaagde verslaglegging van de grote gebeurtenis van de avond tevoren: de moord op president John Kennedy van de Verenigde Staten in Dallas. Het heeft erom gespannen of we voldoende materiaal, met name foto’s, binnen zouden krijgen, maar het was allemaal uitstekend gelukt, dus wij waren wel toe aan een paar biertjes.

In het gezelschap is Yvonne Tiggeler, een opvallende hoogblonde verschijning, toen 19 jaar oud en kort daarvoor op de redactie in dienst getreden als leerling-journalist, de eerste vrouw ter redactie na de een of twee vrouwen die in de jaren vijftig op de redactie hadden gewerkt.

Yvonne drinkt geen bier, zegt ze. ‘Tuurlijk wel,’ roept de hoofdredacteur, ‘Dat is goed voor het zog!’ Wij andere mannen grinniken besmuikt, als altijd wanneer de hoofdredacteur een grove grap ten beste geeft, maar Yvonne neemt afgemeten afscheid en stapt even later in de trein die haar naar Den Haag zal brengen, waar haar ouders wonen.

Het was misschien geen hashtag metoo avant la lettre, maar het kwam wel in de buurt.

Ik moest daaraan denken bij het lezen van de onlangs verschenen biografie ‘Krantenpaus’, geschreven door Hélène van Beek en Louis van de Geijn. Het is de biografie van een van de opmerkelijkste Nederlandse journalisten van na de oorlog, Louis Frequin. Hij was op het moment dat ik hierboven beschreef 49 jaar en had al een zekere reputatie opgebouwd als iemand die geen blad voor de mond nam als het erom ging de Katholieke Volkspartij en de katholieke kerk te verdedigen en te steunen, waarbij hij in de tijd dat hij hoofdredacteur was, toen achttien jaar, kans zag de oplage van de  krant te verdubbelen en haar de allure van een landelijk dagblad te verschaffen.

Ik heb precies zevenenhalf jaar onder leiding van deze selfmade journalist gewerkt, en bij het lezen drong het tot me door dat het zijn ‘type’ katholicisme geweest is dat mij er destijds definitief toe bracht het lidmaatschap van de roomsche kerk op te zeggen. Uit het boek begreep ik dat (door mij zeer bewonderde) collega Boet Kokke dat ongeveer tezelfdertijd ook had gedaan – maar hij vond het nodig daar de hoofdredacteur van op de hoogte te stellen. Het liep met een sisser af, maar Boet was dan ook een van de belangrijkste redacteuren van Frequins krant en ik was maar net leerling-af.

Ik ben me destijds van heel veel niet bewust geweest, merk ik bij het lezen van Krantenpaus – ik was 21 toen ik op de redactie van De Gelderlander ging werken en ik had allerlei andere dingen aan het hoofd dan het gedoe van de oude mannen op de redactie.

Louis van de Geijn werkte vanaf 1969 tot 1977  onder leiding van Frequin en wellicht zou je verwachten dat de biografie de neiging zou hebben uit te draaien op een hagiografie, een heiligenleven dus.

Maar dat is absoluut niet het geval. Heel afgewogen zetten hij en zijn medeschrijver Hélène van Beek de feiten op een rij. Aan de pluskant van Frequins leven stond het feit dat hij zich daadwerkelijk in de Tweede Wereldoorlog verzet had tegen de Duitse bezetting, door zijn werk voor een illegaal blad. Hij werd verraden en gevangen gezet, onderworpen aan een schijnexecutie en ook flink mishandeld. Uiteindelijk wist hij vrij te komen.

Zwart Front

Maar aan de andere kant was hij geheel vrijwillig, in het begin van de oorlog, lid geworden van Arnold Meijers Nationaal Front, dat in de jaren dertig opgericht was als Zwart Front. De organisatie stelde zich te weer tegen de NSB en was uitgesproken katholiek maar vooral fascistisch, antidemocratisch, antisemitisch en autocratisch. Meijer kwam onder andere met het idee om een legioen van Nederlandse mannen aan de zijde van de Duitsers te laten vechten tegen de Sovjet-Unie. Frequin beweerde veel later en herhaaldelijk dat hij al snel had begrepen dat zijn lidmaatschap (en functie van gouwcorrespondent in Huissen voor de krant van Nationaal Front, het Nederlandsch Dagblad) niet in orde was, maar in de archieven is geen beëindiging van lidmaatschap te vinden. Nationaal Front werd trouwens kort daarna op bevel van de bezetter opgeheven.

Na de oorlog en na Frequins benoeming tot hoofdredacteur van De Gelderlander nam hij enkele ‘kameraden’ uit het Nationaal Front in dienst op de redactie, onder wie Martin Bruyns en Henk van Maurik. De beruchte antisemiet Albert Kuyle werd vast medewerker.

Tientallen jaren na de oorlog werd vooral in de linkse pers elke aanleiding aangegrepen om Frequin weg te zetten als ‘fascist’. Dat was ietwat slordig omdat het woord ‘fascist’ inmiddels een veel zwaardere lading had gekregen dan ten tijde van het Zwart cq Nationaal Front, maar het blijft natuurlijk een feit dat het lidmaatschap van dat gezelschap heel bedenkelijk was. Dat vond de KVP na de oorlog ook, toen ze besloot dat Frequin namens haar geen lid van de Tweede Kamer kon worden, ondanks dat hij een fanatiek en invloedrijk aanhanger was van die partij en dat ook lang bleef.

Iedere keer weer kwam Frequin in het geweer om de aantijgingen te weerleggen, of zijn lidmaatschap van Zwart Front te bagatelliseren en te benadrukken wat hem was overkomen als lid van het verzet. Hij schuwde daarbij niet zo nodig de geschiedenis enigszins te herschrijven.

Hoe dan ook, Frequin leed ongetwijfeld aan de gevolgen van een oorlogstrauma.

Dat nam niet weg dat hij elke discussie over onderwerpen die hem aangingen onmiddellijk op de spits placht te drijven – dat deed mij sterk denken aan de wijze waarop zijn oudste zoon Willibrord later tekeer placht te gaan in zijn tv-programma’s. Dat was Louis van de Geijn ook opgevallen.

Maar intussen groeide de krant. ‘De regio is de kurk waarop de krant drijft’, hield Frequin (mijn waarneming) de redacteuren voor, maar daarna trok hij zelf weer de wijde wereld in en kwam terug met eindeloze reeksen verhalen, waarin hij ook vaak blijk gaf van een nogal markante vorm van belangstelling voor mooie vrouwen. Ook had hij steeds, zo schrijven de auteurs van de biografie, een fikse moppentrommel met schuine bakken paraat.

Frequin had een ongeëvenaard relatienetwerk (hij noemde het ’Vitamine-R’) van kerkelijke en politieke hoogwaardigheidsbekleders. Daarnaast was hij een geweldige vader voor zijn acht kinderen, maar wier opvoeding wel grotendeels neerkwam op zijn echtgenote Diny.

Rariteitenkabinet

Inmiddels raakte zijn type benauwd katholicisme steeds verder in het rariteitenkabinet, zonder dat hij het merkte. Nog bij zijn afscheid hield hij een rede, gekleed in pastoorstoog. Zijn vrouw placht hij ‘moeder overste’ te noemen. Hij lijkt rotsvast geloofd te hebben in het bestaan van de hemel en de daar verblijf houdende heiligen.

Tot het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw bleef hij intussen de onaantastbare autoriteit in de katholieke journalistiek, compleet met de bijpassende autoritaire stijl van leiding geven.

Wat Van Beek en Van de Geijn niet is opgevallen, zij vermelden het althans niet, dat Frequin ook in bepaalde gevallen over zich liet lopen. Enkele redacteuren van de krant, onder wie Hen Bollen en Louis de Lange, plachten (in mijn tijd) achter zijn rug of ook wel in zijn gezicht een lange neus te maken naar de hoofdredacteur, diens opvattingen en diens beleid. En chef-redacteur, later adjunct-hoofdredacteur Henk Erkens, prominent in de KVP, die hoofdredactionele commentaren schreef waarin het woord ‘imponderabilia’ vaak voorkwam, en ook bekend stond wegens het schrijven van recensies van tv-programma’s die niet waren uitgezonden, kon ongehinderd ‘in de tijd van de baas’ voor de KVP gebruik maken van de diensten van redactiepersoneel.

Vanaf de jaren zeventig taande de invloed van Frequin. Ook zijn greep op de redactie werd losser. Hij verstond de tekenen van de tijd en nam het initiatief tot een redactieraad, maar die werd zo ingericht dat de hoofdredacteur vrijwel niets van zijn bevoegdheden inleverde. Die raad was geen blijvertje.

Als schoensmeer

Intussen stond het tot dan toe bekende medialandschap van Nederland op de rand van de afgrond, zowel als gevolg van de ontzuiling waardoor katholieken niet meer vanzelfsprekend een katholieke krant lazen, als door de afkalvende positie van de dagbladpers op de advertentiemarkt als gevolg van de invoering van radio- en tv-reclame. De ene krantentitel na de andere verdween of ging op in een andere titel, steeds sterker werd de greep van het kapitalistisch gedachtegoed op de bedrijfstak. ‘De krant is geen schoensmeer,’ zoals Frequin het zei, maar dat verhinderde niet dat een zelfstandige, eigengereide pers onmogelijk werd gemaakt. De krant, voor zover ze nog bestond, werd inderdaad, hoe onvoorstelbaar ook, een gewoon product, net als schoensmeer of pleepapier.

Al die gebeurtenissen stelden Frequin zwaar teleur en bracht hem ertoe enkele jaren vóór de pensioengerechtigde leeftijd er de brui aan te geven. Niettemin kon hij het niet nalaten nog even over zijn ‘graf’ heen te regeren, door zich te bemoeien met de benoeming van zijn opvolger.

Ruzie over de vraag of Frequins opvolger katholiek moest zijn werd overbodig toen er drie min of meer vroom katholieke kandidaten uit Frequins ‘eigen stal’ bleken te zijn: Frans Hulskorte, Max de Bok en Hans Sars. Frans Hulskorte was de enige met ervaring in deze functie en kreeg die dan ook. Waarmee in vervulling ging wat al voorspeld werd in de tijd dat ik nog bij De Gelderlander werkte, namelijk dat Frans destijds al de door Frequin gekozen ‘kroonprins’ was – ondanks dat hij in 1965 ontslag had genomen om naar het Limburgs Dagblad te vertrekken. Frequin noemde Hulskorte toen publiekelijk een deserteur.

De laatste

Frequin was een van de laatste hoofdredacteuren die als ‘primus inter pares’, de beste onder zijns gelijken, tevens de vleesgeworden hoofdredacteur – met pensioen ging, daarna was de hoofdredacteur veelal en vooral manager van de redactie.

En al helemaal was hij de laatste hoofdredacteur die graag met een kardinaal een kaartje legde en meerdere Nederlandse premiers aan de lunch te zijnen huize uitnodigde, waar reeds de acht kinderen met een of meer vriendjes mitsgaders de vrouw dezes huizes en een of twee inwonende dienstmeisjes aanzaten.

Intussen kun je het zo samenvatten: het schitterende journalistieke zandkasteel dat Frequin op het strand had gebouwd is sindsdien door een ware tsunami van veranderingen weggevaagd, compleet met schuine bakken en grof gedrag tegenover vrouwen, homoseksuelen en mensen en media van linkse signatuur.

Het boek heet Krantenpaus omdat Frequin zich op zijn afscheidsfeest in de Nijmeegse Stadsschouwburg als een paus in een draagstoel door enkele redacteuren liet binnendragen. Die titel is daarom zeker een begrijpelijke keuze. ‘De laatste vleesgeworden hoofdredacteur’ was misschien ook een titel geweest.

________

Het boek is uitgegeven door de Valkhof Pers in Nijmegen.

 

Op de omslag van het boek staat een wat eigenaardige foto van Louis Frequin. Hij was hier vermomd, namelijk als ‘het GP-mannetje’, een figuurtje dat een tijdlang dagelijks op de voorpagina van de krant stond met een puntig bedoeld tekstje erbij. Het mannetje is rechtsboven op de omslag te zien — hij had een snor, die Frequin ontbeerde. Maar de bolhoed, de paraplu en het pak waren van het GP-mannetje geleend.

Voorpagina hhBest

Waarheid voor Philips nog steeds heikel punt

Achtergronden van het Sinterklaasbombardement 1942

Sinterklaasbombardementat de waarheid over de aanleiding tot het bombardement op de Philipsfabrieken in het centrum van Eindhoven en Strijp S op 6 december 1942 voor ‘de NV’ nog steeds een heikel punt is, blijkt uit een recente publicatie van historicus Hans Schippers over dit onderwerp: 75 jaar Sinterklaasbombardement 1942-2017 – Philips en de productie van radiobuizen tijdens WO II – Balanceren tussen aanpassing en verzet.

Schippers ontleent aan verschillende betrouwbare bronnen, dat de Engelsen – die het bombardement uitvoerden – gedetailleerd op de hoogte waren van de fabricage onder hun leiding, van voor de Duitsers strategisch belangrijke producten. Frits Philips, zoon van mede-oprichter Anton, die tegen de plannen in, na 1940 in Eindhoven bleef, heeft tot aan zijn dood deze aanleiding ‘niet begrepen’. Hem wordt nu naïviteit en zelfs ongeloofwaardigheid verweten. Minstens zo veelzeggend is het feit dat de schrijver van ‘Sinterklaasbombardement’ de firma (zoals Philips in Eindhoven placht te worden aangeduid) uitsluit aan het slot van zijn dankwoord: ‘De auteur betreurt het dat de N.V. Philips niet bereid was materiaal voor onderzoek en publicatie ter beschikking te stellen.’

Read the rest of this entry »

Hij las dit jaar 62 boeken, maar top tien? Onzin!

ante Brun is begonnen met de jaarlijkse herlezing van De Avonden van Gerard Reve en stelt vast dat hij in 2017 62 boeken las. ‘Ik ga geen top 10 maken, daar ben ik van genezen toen ik besefte dat het opstellen van dat soort lijstjes dom is en bovendien nergens op slaat.’

Meer op SanteLOGieVoorpagina hhBest

Wat de butler weigerde te zien

Boekbespreking door Sante Brun


kazuo-tweemaalirect na de verlening van de Nobelprijs voor Literatuur aan Kazuo Ishiguro probeerde ik een exemplaar op de kop te tikken van zijn bekendste werk, The Remains of the Day. (Wat uiteindelijk overblijft). Het was toen, althans nieuw, niet te koop.

Inmiddels is haastig een nieuwe oplage verschenen die door haar datering de vraag oproept, hoe het komt dat de uitgever van het boek in 1999 geweten kan hebben dat Ishiguro ooit de Nobelprijs zou krijgen, want het boek dat ik van Book Depository ontving heeft weliswaar dat jaartal 1999 van uitgave, maar niettemin staat er op de omslag dat Ishiguro Nobelprijswinnaar is.

Read the rest of this entry »

Zes meisjes uit een bijna verdwenen upperclass

 

Boekbespreking door Sante Brun


 

Ze waren nergens bang voor, ze mochten niet naar school maar lazen wel de enorme bibliotheek van hun vader uit, waardoor ze toch op niveau uitkwamen en enkele van hen zeer succesvolle romans en biografieën produceerden. Ze hadden, als leden van de Britse upperclass kennissen bij het koningshuis, en waren bekend in literaire kring, zoals met Evelyn Waugh en Lytton Strachey; ze waren familie van Winston Churchill en Bertrand Russel.

mitford

Read the rest of this entry »

Bespiegelingen omtrent Kootevrachten

Boekbespreking door Sante Brun


erst even dit: mag een stukjesschrijver een gegeven paard in de bek kijken? Ik kreeg voor mijn meest recente verjaardag het boek Karrevrachten Pennevruchten, van Kees van Kooten, een gewichtige pil die zich niet in bed laat lezen, maar wel heel deftig op een lessenaar, en daar dan laten liggen op de plaats waar je gebleven bent.
Is dat een leuk boek? Ja, dat is een leuk boek, zoals alles dat Kees van Kooten zong, schreef, acteerde en zei leuk was en is.

koot

Read the rest of this entry »

De Britten tegen de Saksen

buried_giant
Boekbespreking door Sante Brun


Wij hebben de Hoekse en Kabeljauwse twisten, maar dat is natuurlijk nooit echt wereldnieuws geweest. Bovendien vonden die plaats aan het eind van de Middeleeuwen in een dan nog obscuur moeras aan de Noordzee. Zoals gewoonlijk was het op de Britse Eilanden geheel andere koek, wat daar ook gebeurde: het had uiteindelijk beslissende gevolgen voor alles op die eilanden, en later op Europa en de hele wereld – ik bedoel de strijd tussen de Britten en de Saksen, rond de tijd van de Grote Volksverhuizing die het begin vormde, zou je kunnen zeggen van die Middeleeuwen.

Read the rest of this entry »

Journalistieke aanpak

‘Ruggenberg onderscheidt zich door zijn journalistieke aanpak. De goed gedocumenteerde verhalen zijn vaak deels waargebeurd. Bovendien levert zijn speurzin soms verrassende historische perspectieven op.’

Voorpagina hhBest

HBS: van voor de verlaging van ‘t algemene peil

hbsBoekbespreking door Sante Brun


W_quoteij van de HBS, Terug naar de beste school van Nederland’ van Roelof  Bouwman en Henk Steenhuis heeft geen al te mieterse recensies gekregen, constateer ik, maar dat zou een voor de hand liggende oorzaak kunnen hebben: ze kunnen geen van beiden bogen op een diploma van de Hogere Burger School, dus wat wil je.

Een diepgravend wetenschappelijk verantwoord boek zal er nog over geschreven moeten worden, maar ik heb het in een paar dagen tijd, tussen de bedrijvigheden door die nu eenmaal strijden om de krappe tijd die een gepensioneerde ter beschikking staat, geregeld lekker zitten te gniffelen.

Read the rest of this entry »

De ene streekroman is de andere niet

hritaver De heilige Rita, het nieuwe boek van Tommy Wieringa, las ik ergens de laatdunkend bedoelde opmerking: ‘streekroman.’ Ja, dat is een genre dat stand hield tot halverwege de vorige eeuw, met titels als Gelijk met de lentewind of Help, de dokter verzuipt. Als het hiermee amper vergelijkbare boek van Wieringa een streekroman is, dan past volgen mij alleen maar de opmerking, de ene streekroman is de andere niet.

En als Amsterdam het decor is, geldt blijkbaar de kwalificatie niet – wel als het verhaal zich afspeelt in Twente. Een geweldig verhaal, De heilige Rita. Wieringa is niet alleen ‘n denker – die de lezer vraagt om mee te doen – maar minstens zozeer een verteller. Bovendien een taalvirtuoos die niet terugschrikt voor woorden en termen die helaas in onbruik zijn geraakt.

Read the rest of this entry »

Ben ik te dom voor dit boek?

Boekbespreking door Sante Brun


witzel

ijn vorige boek, dat de Deutsche Buchpreis ontving, werd, onder veel meer, een ‘Monstruöser Monumentalroman’ genoemd, waarin de Duitse literatuur afscheid nam van realistische verhalen. Het ging toen om Die Erfindung der Roten Armee Fraktion durch einen manisch-depressiven Teenager im Sommer 1969 van Frank Witzel.

Dat deed mij dan reikhalzend uitkijken naar het toen ook al aangekondigde volgende boek, maar helaas heeft Frank Witzel genoemde kwalificaties van Die Erfindung etc wat al te letterlijk genomen en gedacht: daar kan dus best nog wel een schepje bovenop – en daarvan was Direkt danach und kurz davor afgelopen augustus het resultaat.

Read the rest of this entry »

Hoe de VS de Eerste Wereldoorlog binnenrolde

Boekbespreking door Sante Brun


march-1917egin april 1917 besloot de Amerikaanse president Woodrow Wilson dat de Verenigde Staten – sinds de hervatting, in maart, door het Duitse keizerrijk van de totale duikbootoorlog de facto al in oorlog met de Europese Centrale Mogendheden – Duitsland formeel de oorlog te verklaren, de dienstplicht in te voeren en geld uit te trekken voor het zenden van een legermacht die Frankrijk en Engeland aan de overwinning in de Eerste Wereldoorlog zou helpen.

Hij deed dat op grond van een aantal veronderstellingen die voor een deel volkomen de plank missloegen. Zo had in de VS de mening postgevat dat de ‘revolutie’ van begin maart in Petrograd van Rusland een democratische staat had gemaakt of zou maken. Dat die democratische staat de strijd aan het Oostelijk front met hernieuwde kracht zou voortzetten en dat door inmenging van de VS niet alleen Duitsland en Oostenrijk verslagen zouden worden en maar vooral dat daardoor de strijd zich niet, via het Caraïbisch gebied, naar het grondgebied van de Verenigde Staten zou uitbreiden.

Read the rest of this entry »

Een leven, achterstevoren verteld

Boekbespreking door Sante Brun


het_levenen Amerikaanse moderne zegswijze luidt: ‘Life sucks, and then you die’. Het had ook de titel kunnen zijn van het boek van Francesco Pecoraro, dat in het Italiaans heet La vita in tempo di pace, in het Nederlands vertaald heet het dan ook Het leven in tijden van vrede – hetgeen weer net niet goed is vertaald: het gaat namelijk om het leven van Ivo Brandani, die in 1946 is geboren en dus altijd in vredestijd heeft geleefd – het eigenlijke raam van de roman is de luchthaven van Sharm el Sheik in Egypte op 29 mei 2015, waar Ivo, met toenemende hoofdpijn, wacht op zijn alsmaar verder vertraagde vlucht naar Rome. De titel Een leven in vredestijd zou beter het boek hebben beschreven.

Read the rest of this entry »

Nieuwe biografie bij 500 jaar Luther

Boekbespreking door Sante Brun


luther-2Op 31 oktober is het precies 500 jaar geleden dat Maarten Luther zijn 95 stellingen aan de deur van de kerk in Wittenberg spijkerde. Ware het niet dat het, door telfouten van de drukker, er vermoedelijk maar 73 stellingen waren, dat de datum nog berekend is volgens de Juliaanse kalender en dus de 500ste verjaardag van het heuglijke feit pas op 10 november van de huidige kalender valt, Luther toen nog niet Luther heette maar Luder, dat de grote hervormer het vermoedelijk pas deed met die kerkdeur op 1 november toen (nu dus 11 november) en dat er grote twijfels zijn over de vraag of hij inderdaad spijkers gebruikte of de stellingen met was aanplakte en of hij inderdaad alle stellingen daar ophing of alleen een korte samenvatting.

Read the rest of this entry »

Vloeken in jeugdboeken

vloekenDe kranten berichten vandaag over het taalgebruik in jeugdboeken, aan de hand van een recente beoordeling door de Bond tegen het Vloeken. Naar aanleiding hiervan vroegen wij naar de mening van de schrijver van historische jeugdromans Rob Ruggenberg uit Best. Hij zegt: ‘Ik kan prima tot uitdrukking brengen wat ik wil zeggen zonder te vloeken of smerige woorden te gebruiken.’

Read the rest of this entry »

De grens tussen fictie en werkelijkheid

mother-landBoekbespreking door Sante Brun


n het impressum van het boek staat het al: ‘Dit boek is fictie. Hoewel de schrijver gebeurtenissen en plaatsen uit zijn eigen leven heeft gebruikt voor inspiratie, zijn namen,  romanfiguren en gebeurtenissen het product van de verbeelding van de schrijver. Elke gelijkenis met bestaande personen, levend of dood, is volkomen toevallig.’

Dat moet je dan natuurlijk voor waarheid aannemen, hoewel het je in dit geval wel heel erg moeilijk wordt gemaakt het naar de letter te geloven, als je het nieuwste boek leest van Paul Theroux, Mother Land, een titel die misschien het beste vertaald kan worden met ‘Onder moeders vleugels’.

Want het zou mij niet verwonderen wanneer bijvoorbeeld de leden van het gezin waarin Paul Theroux werd geboren deze bewering zonder meer voor kennisgeving aannemen.

Read the rest of this entry »

Thea Beckman-prijs voor Rob Ruggenberg

‘Haaieneiland’ is de zesde historische jeugdroman van de schrijver uit Best. De zevende, ‘Piratenzoon’, verschijnt op 27 oktober. Temeer een huzarenstuk van Ruggenberg, die in het afgelopen jaar een ernstige ziekte heeft moeten overwinnen.

Read the rest of this entry »

Vier weken in de ban van Der Zauberberg

Boekbespreking door Sante Brun


l heel lang liep ik met het idee dat ik zauberbergDer Zauberberg van Thomas Mann toch eens moest lezen. Echt al een jaar of veertig, nadat ik had vernomen dat er een sublieme vertaling gereed was gekomen in de Nijmeegse Mr Franckenstraat, waar Pé Hawinkels, de vertaler, kort daarna overleed aan een overdosis drugs.

Inmiddels is er recent een nieuwe vertaling verschenen. Maar ik lees de laatste tijd wel vaker Duitse literatuur in het orogineel en ik waagde me dus aan het oorspronkelijke werk – zowat duizend pagina’s voor nog geen dertien euro, geen geld voor een kloek gebonden boek, de uitgave uit 1952, zoveelste druk uit 2015 – en godlof niet in gotisch schrift zoals de eerste druk uit 1924.

Read the rest of this entry »