Archief van de rubriek ‘Boeken’
Het gespleten Nederland van de jaren vijftig
at weten we, zeker als je niet op leeftijd bent, nog van de Koude Oorlog? De echte van na WO2 dan. Bitter weinig, zelfs al ben je wèl oud. Het heeft immers heel lang geduurd, aleer de de media – toen nog hoofzakelijk de kranten – een genuanceerder beeld ophingen van de tegenstelling oost-west, de op de Sovjet Unie georiënteerde communisten enerzijds en de vooral confessionele politiek aan de andere kant.
Daarom is het boek Raadselvader – Kind in de Koude Oorlog – van Jolande Withuis zo verhelderend. Goed geschreven ook, in het Nederlands dat zij naar eigen getuigenis heeft geërfd van die vader, Berend, na de oorlog Berry Withuis. Communist, redacteur van De Waarheid en uiteindelijk vooral een vermaard schaakjournalist.
Nieuwe literatuur, en het leven van het Nederlands
Boekbespreking door Sante Brun
an Das Mag een nieuwe productie ontvangen, Sampler geheten en meteen gelezen. Korte verhalen, je kunt me er voor wakker maken. In dit geval gaat het om acht korte verhalen van een verscheidenheid aan schrijvers, die één ding gemeen hebben: ze zijn geboren tussen 1991 en 1994 (op één na). Het boekje wordt je toegestuurd na betaling van 5 euro, mits je abonnee was of bent van inmiddels wijlen Das Magazin. Er zijn weken dat ik aanzienlijk meer betaal voor een boek, zeker voor een drukwerkje van zowel uiterlijk als inwendig ongewoon hoge kwaliteit.
Ik kan je dan ook dit boekje aanbevelen.
Een heel Russisch boek van een Hollander
Boekbespreking door Sante Brun
eel lof gezien voor het boek Tsjaikovskistraat 40 van Pieter Waterdrinker. En niet ten onrechte. Het boek is een echte pageturner ondanks het feit dat het van de hak op de tak springt, heel vaak een zijstraat inslaat maar uiteindelijk weer op de hoofdweg terecht komt. Het is waargebeurde geschiedenis – met name die van opkomst en ondergang van de Sovjet-Unie – maar ook, zoals de ondertitel ook meldt een ‘autobiografische vertelling’ met veel cynische grofheid maar ook tedere liefde tussen de ik-figuur en zijn Russische vriendin Julia, zijn bezorgdheid om zijn ouders en zijn handelsactiviteiten in overgangstijd.
De straat waar hij woont in achtereenvolgens Petrograd, Leningrad, en Sint Petersburg (maar door iedereen al die tijd Piter genoemd) is niet genoemd naar de componist, maar naar een of andere al lang vergeten communistische partijbons. Maar het is wel toevallig een straat waar menige figuur gewoond heeft die zou kunnen staan voor een bepaald stadium in de woelige geschiedenis, met name die na 1988.
Margje, of: het toeval dat niet bestaat
Boekbespreking door Sante Brun
oeval bestaat niet’, zegt de inmiddels zeer gelovige Hans Sievez ergens in de filmversie van Knielen op een bed violen naar de roman van Jan Siebelink. Hij bedoelt: alles dat gebeurt is onderdeel van gods plan, alles heeft een bedoeling.
Ik zag de film gisteravond op de onvolprezen tv-zender NPO2 Extra, en dat was toevallig op het moment dat ik in lichte verwarring Margje, het vervolg op ‘Knielen’ had dichtgeklapt. Margje is de weduwe van Hans Sievez, de bloemkweker uit Knielen die in alle opzichten ten onder gaat nadat hij zich had aangesloten bij een streng protestantse sekte, de Pauweanen.
En ik had moeten constateren dat ik, om iets zinnigs te schrijven over dat boek, eerst nog eens ‘Knielen’ zou moeten lezen. Dat was toevallig nog een probleem: ik heb geen fysiek exemplaar van het boek want ik las het twaalf jaar geleden op mijn toenmalige e-reader, waarvan ik de toegangscode kwijt ben, en die krijg je nooit meer terug van Adobe waardoor alles dat je als e-book ooit hebt gekocht reddeloos verloren is.
Met (auto)biografieën moet je oppassen
Boekbespreking door Sante Brun
et autobiografieën is het oppassen geblazen. Voor je het weet ga je mee in de mate waarin de schrijver of schrijfster zichzelf ophemelt en/of anderen afkraakt. Ook biografieën geschreven in opdracht van het onderwerp zelf moet je in de gaten houden. De biografie van Jan Wolkers door Onno Blom heb ik daardoor nog altijd niet gelezen, omdat Blom kind aan huis was en nog altijd is bij de familie. Dat beïnvloedt toch ongunstig je objectiviteit. En ja, ik weet het, objectiviteit is in geschiedschrijving en met name in een biografie iets heel subjectiefs.
Een genie dat niet gauw iets afmaakte
Boekbespreking door Sante Brun
et is natuurlijk heel goed mogelijk dat je argeloos dacht dat Leonardo da Vinci alleen maar de Mona Lisa had geschilderd. En misschien ook nog Het Laatste Avondmaal. En dat hij een hele slimme kerel was die de helikopter, het vliegtuig, de onderzeeër en het warme water heeft uitgevonden.
Dat zou kunnen.
Het zou ook kunnen dat je denkt dat Da Vinci inderdaad het grootste genie is dat de mensheid ooit heeft voortgebracht, dat hij allerlei dingen die pas sinds 2010 zijn uitgevonden vijfhonderd jaar geleden ook al had bedacht.
Dat zou ook kunnen.
Witte Bussen
Arie Wolfert poseert met zijn boek in de ‘voortuin’ van Nationaal Monument Kamp Vught. Foto © Jan van de Ven
Jan van de Ven
et is een onderbelichte geschiedenis: de reddingsoperatie van gevangenen uit nazi-concentratiekampen aan het eind van de tweede wereldoorlog. 15.000 gevangenen werden uit voornamelijk concentratiekamp Ravensbrück (ten noorden van Berlijn) net voor het einde van de tweede wereldoorlog met wit geschilderde bussen getransporteerd naar het veilige Zweden.
Arie Wolfert, historicus, oud-geschiedenisdocent en sinds 2006 vrijwilliger bij Nationaal Monument Kamp Vught, heeft dit vergeten stukje historie helemaal uitgepuzzeld.
Over romandebuten gesproken
Boekbespreking door Sante Brun
eiden zijn ze uitgeroepen tot uitzonderlijke talenten, beiden hebben ze een uitzonderlijk debuut op hun naam staan. Maar nu al roepen dat we hier te maken met de twee grootste talenten in het Nederlands taalgebied, dat lijkt me vroeg. Eerst afwachten tot het feestje van het debuut voorbij is en de harde werkelijkheid van acht uur per dag ploeteren aan het volgende boek, bij voorkeur beter dan het debuut, dan praten we verder.
Ik heb het over Lize Spit en Marieke Lucas Rijneveld.
Over Het Smelt van Spit heb ik al een lyrisch stuk geschreven, te meer omdat het boek op een heel simpele manier toewerkt naar een verbijsterende climax – een verhaal waaraan Roald Dahl wellicht ook te pas is gekomen.
Een alpinopet als ultiem pantser
Boekbespreking door Sante Brun
Als ik vraag, herinnert u zich Charles C. M. Carlier nog, wat zegt u dan?.
Ik help even: Carlier is hoofdinspecteur bij de Sûreté Nationale in Parijs.
Nog niet? Nou ja, dan maar zijn bijnaam: De Schaduw. Nu toch wel?
Ook niet?
Dat stelt me teleur.
Dan heb je dus geen herinnering aan een van de grootste successen van de Nederlandse literatuur op het gebied van misdaad en straf.
Boekenweek, Krimi’s, Gardam en Petacco
Boekbespreking door Sante Brun
ver het Boekenweekgeschenk van Griet Op de Beeck, Gezien de feiten, kan ik kort zijn: een goed kort verhaal, zoals ik graag vaker korte verhalen in het Nederlands zou willen lezen. Wat het boekje met het thema van deze Boekenweek, de natuur, te maken heeft, daar hebben al meer recensenten zich over verwonderd, al kun je natuurlijk zeggen dat alle menselijke activiteiten onderdeel van de natuur zijn. Het mooie van het verhaal is dat Olivia op haar 71ste, tegen de wens van haar egocentrische dochter in, er nog toe komt een nieuw leven te beginnen dat aanzienlijk beter bij haar past dan haar enge veertigjarige huwelijk met kort daarvoor overleden Ludo.
Beetje Heidi en Peter, als je ‘t mij vraagt
Boekbespreking door Sante Brun
Paolo Cognetti (links) bij de lijst met boeken die genomineerd waren voor Stregaprijs 2017, met de overtuigende uitslag voor Le Otto Montagne.
k ken er zo eentje, die is ooit in Wenen geweest en in Rome, maar hij was blij dat hij terug was in de bergen.’ Dat zegt Paolo B., die een hartstochtelijk boekenlezer is en dat op zeer moderne manier doet: door middel van het luisterboek. Mijn vraag was wat hij vond van Le Otto Montagne van Paolo Cognetti, het boek dat onder de Nederlandse naam De Acht Bergen al een aantal weken de Boeken-Toptien aanvoert.
Die ‘zo eentje’ betreft een mens die zo verknocht is aan de bergen, dat hij (of zij) zich ‘montanaro’ noemt. Dat woord laat zich niet zo gemakkelijk vertalen, ‘bergbewoner’ is een beetje behelpen. Het is erger. De bergbewoner uit het boek is eenmaal in Milaan geweest (‘veel te veel mensen’) en heeft aan de Ligurische kust de zee gezien (‘een groot meer’). En was blij terug te zijn in de bergen, inderdaad.
Een (al oud) kritisch boek over Italië
Boekbespreking door Sante Brun
nlangs kwam ik iemand tegen die ongeveer dezelfde ervaring had als ik en die dus nu geen loos gedachtenspinsel van mijn zieke brein meer is: vaak levert de vertaling van een boek een geheel ander boek op. Ik had dat ooit met Fury van Salman Rushdie, jaren geleden nog Boekenweekgeschenk – in het Nederlands heette het terecht Woede en niet Furie, maar verder was de Nederlandse vertaling echt een ander boek dan Fury.
Ik lees momenteel Gli Italiani van Luigi Barzini. Deze journalist, wiens vader ook journalist was en een groot deel van zijn leven doorbracht in Amerika, groeide zelf voor een deel op in de VS.
In 1964 bracht hij The Italians uit, voor de Angelsaksische markt en oorspronkelijk bedoeld als een soort toeristische gids. De beschrijving van de Italianen in het boek was de oorzaak van veel protest in Italië.
Een prima boekje om het af te leren
Boekbespreking door Sante Brun
e kunt af en toe best een boek kopen dat wordt aanbevolen in De Wereld Draait Door. En soms heb je er ook spijt van.
Even was dat het geval met het meest recente boek van Jan Cremer. Ik heb alleen de twee Ik-boeken gelezen en dat is alweer tientallen jaren geleden. Ik kreeg Sirenen cadeau op mijn verjaardag of wellicht met Kerstmis, zulke dingen herinner ik me tegenwoordig niet meer goed. In het boek staat het oeuvre van Cremer vermeld. Ik heb blijkbaar van alles gemist, bijvoorbeeld dat hij zelfs werkt aan een romancyclus, genaamd Odyssee. Daarvan is Sirenen deel 2.
Je moet maar durven.
Tijdschrift Das Mag stopt en gaat (hopelijk) verder
Sante Brun
aar een oude man blij van werd en nu eigenlijk ook al jaren is: het ontstaan en bestaan van Das Mag, kort voor Das Magazin, een geheel eigenzinnig en in menig opzicht weergaloos literair tijdschrift.
Was het vroeger voor literaire tijdschriften al een moeizaam bestaan – zie daarover bijvoorbeeld de biografie van uitgever Geert van Oorschot, die veel moeite had De Gids uit het voortdurend coma en daarop volgend overlijden probeerde te houden. Het blad bestaat overigens nog wel.
Een tijdschrift voor literatuur uit een klein taalgebied met een krimpend potentieel aan liefhebbers en lezers overeind houden, is hoe dan ook, geen klein bier.
De pastafabriek als geschiedenis in een notendop
Boekbespreking door Sante Brun
ls de Piemontezen nu ook al pasta kunnen maken, dan kunnen wij wel ophouden.’ Een uitspraak van een Napolitaanse pastamaakster, ergens na de Tweede Wereldoorlog, die een interessant licht werpt op de geschiedenis van Italië van het midden van de negentiende eeuw tot heden. De achtergrond van de opmerking: het Zuiden van Italië en in het bijzonder de regio van Napels zag in 1860 weinig in de ‘Eenheid van Italië’. Ze hadden een koning, een Bourbon, die ze niet geweldig vonden, maar het was wel hún koning, dus die hoefde niet weg. Maar ja, toen kwam Garibaldi, aangestuurd door de Piemontezen en voor ze het wisten waren de Napolitanen onderdeel van de Italiaanse eenheidsstaat met aan het hoofd een koning uit het verre Piemonte.
Vijf sterren voor Daniel Kehlmann’s Tyll
Boekbespreking door Sante Brun
erst maar eens een correctie: in zijn boek Tyll schrijft de Duitse auteur Daniel Kehlmann dat de afgezette koning van Bohemen, voormalig keurvorst van de Palts Friedrich V, en zijn echtgenote de Engelse prinses Elizabeth woonden vanaf 1620 in een villa ‘bij Den Haag’. Dat huis, dat Elizabeth maar behelpen vond, staat niet ‘bij Den Haag’ maar wel degelijk in Den Haag, namelijk aan de Kneuterdijk, een fraai zeventiende-eeuws pand waar Johan van Oldenbarnevelt had gewoond en waar de Raad van State tegenwoordig kantoor houdt. (En hun oudste zoon verdronk niet in ‘een rivier’, maar in de toen nog niet drooggemalen Haarlemmermeer.)
Doet er niet zo erg toe, want Kehlmanns boek is een roman, die nauwelijks een ‘historische roman’ zou mogen heten omdat de schrijver de naamgever van het boek, de Duitse versie van Tijl Uilenspiegel, gemakshalve een paar honderd jaar opschuift in de geschiedenis. Hoe dan ook, ik heb er zeer van genoten. Kehlmann is weer zo’n parel van de moderne Duitse literatuur waarvan ik er hier al meer heb mogen noemen, de laatste tijd.
De fascinatie van een onbegrijpelijk verhaal
Boekbespreking door Sante Brun
aruki Murakami, ik lees hem gretig uit, iedere keer weer, ondanks onnodige herhalingen, onnodige detaillering (merknamen van auto’s plus cylindertal en –inhoud, kleding) zijn en blijven zijn boeken pageturners. Nu ook weer De Moord op Commendatore, twee delen met samen iets meer dan duizend pagina’s, opnieuw in de smakelijke vormgeving van grafisch bureau Vruchtvlees.
Eenzaamheid en/of zelfmoord
Boekbespreking door Sante Brun
ater Murakami. Ik las gisteren de laatste pagina’s van deel 2, waarin de Japanse schrijver keurig alle losse draadjes ordent en eronder zet: einde deel 2.
Daarna meteen In het buitengebied van Adriaan van Dis. Daar doe je geen twee weken over, alles bij elkaar iets meer dan twee uur.
Maar het eerste verhaal daarin gaat wel over een Japanse robot, en in een van de andere verhalen wordt Mozarts opera Don Giovanni genoemd, en die is zo’n beetje het onderwerp waar die hele dubbelroman van Murakami over gaat.
Carmiggelt, léés die man
Boekbespreking door Sante Brun
p 1 januari 1960 trad ik in dienst van De Gelderlander in Nijmegen en mijn eerste daad (ik neem aan de volgende dag) was het nemen van een abonnement op de Volkskrant, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, De Telegraaf.
En Het Parool – die krant vrijwel uitsluitend om één dagelijks verschijnend artikel, rechts bovenaan op pagina 3, ondertekend door Kronkel – iedereen wist toen dat dat een pseudoniem was van Simon Carmiggelt.
Enkele maanden later kwam ik toevallig terecht in een café aan de Nijmeegse Hertogstraat en dronk er aan de bar een biertje. Daar zat ook een ietwat tragische jongeman, die – ik herinner me het nu niet precies – een onhoudbaar standpunt verdedigde tegenover de kastelein, die er niet veel mee op had.
Een ‘Brusselse satire’ van Geert van Istendael
eert van Istendael (bijna 71) is ‘op den buiten’ gaan wonen en deed zijn geliefde Brussel een afscheidscadeautje: een thriller, genaamd het lijk in de boomgaard.
Aan de krant De Morgen vertelde hij ‘Ik laat al mijn boeken vooraf lezen door een aantal mensen van wie ik het oordeel erg hoog inschat. Deze keer logen de opmerkingen er niet om. Iemand zei zelfs: “Gooi het weg”’.
Niettemin won Van Istendael er een prijs mee, genoemd naar wijlen de Belgische thriller-recensent Fred Braeckman. Dat verhoogt de nieuwsgierigheid naar het door de ook in ons land beroemde, opiniërende schrijver en dichter bewandelde zijpad. Al blijkt fictie hem zeker niet totaal vreemd te zijn.