Er is iets misgelopen in Brabant…
J.C.M. van der Schoot
Er is iets misgelopen in Brabant.
Misschien hadden de cultuurdragers zich in het recente verleden voortdurend vragen moeten stellen. Vragen als: is een budget van 140 miljoen euro niet veel te hoog. Waarom is dit bedrag na het uitbreken van de crisis in 2008 niet fors bijgesteld? De andere mededingers stapten voor heel wat minder in de race. Leeuwarden bijvoorbeeld met 57 miljoen.
Was de Amsterdammer Martijn Sanders wel de juiste artistiek leider om de Brabantse kar te trekken? Weliswaar een kundige manager, een cultureel zwaargewicht, maar ook iemand, die er al snel blijk van gaf van Brabant niet veel te begrijpen. Al bij zijn aantreden in 2011 liet hij weten Brabant veel te bescheiden te vinden, alsof bescheidenheid geen deugd zou zijn, maar een vervelende ziekte. Hij stelde dat de kandidatuur tot een goed einde kon worden gebracht, maar dat hij daarbij nog ‘de spreekwoordelijke Amsterdamse grote bek miste’.
Natuurlijk moet Brabant altijd zijn kwaliteiten aansprekend naar voren brengen, maar het zit gelukkig nog in de Brabantse aard vooral ook gewoon te doen en dat blijkt al vaak gek genoeg te zijn. Een grote mond opentrekken, overdrijven, och het werkt tegenwoordig tot op zekere hoogte wel, maar het houdt natuurlijk ook ergens op. Je kunt de was niet witter krijgen dan spierwit. Je kunt niet ongestraft voortdurend gloedvolle woorden wijden aan kunst en cultuur en daar 140 miljoen voor uittrekken en intussen musea sluiten en de taak van culturele instellingen minimaliseren.
Kunst en cultuur inzetten als wapen in de strijd tegen de huidige financiële crisis? Dat zou geen doel op zich mogen zijn, hoogstens een mooi bijkomstig neveneffect. Maar bij herhaling is wel het beeld gevoed, dat met deze inzet de crisis zou kunnen worden doorbroken. Dat gaat wel erg ver. Enkele dagen geleden luidde een andere boodschap, dat na het winnen van de titel alles op alles zou worden gezet om de bevolking achter de plannen te krijgen’. Rijkelijk laat, want dat proces had natuurlijk al lang in goede banen geleid moeten zijn.
Het zijn deze bochten in de weg naar de titel, die Eindhoven/Brabant enerzijds te kort nam en anderzijds met veel te veel verbale tierelantijnen opsierde. Slogans als: ‘wij verbinden mensen, wij ontdekken de toekomst en wij maken de stad’, klinken erg bombastisch en kunnen door velen worden ervaren als arrogant. Ze gaan op zijn minst voorbij aan de werkelijkheid. Nou ja, het zijn maar slogans, maar wie herkent zich in het iedereen omvattende ‘wij’?
Voordat de winnaar bekend was gemaakt en ook nog ‘ns direct daarna, sprak artistiek directeur Sanders de betekenisvolle woorden: ‘Eindhoven en Brabant hebben mij veranderd’.
Aan deze uitstekende analyse zou ik een weddenschapje willen toevoegen. Wedden dat er nog geen fractie van de gereserveerde 157 miljoen in de komende jaren aan cultuur gaat worden besteed? Het is immers niet sexy om nu toch de kans te zien iets in stand te houden of te verbeteren dat anders had zullen verdwijnen of verslechteren. De enorme politieke ego’s die de Culturele Hoofdstad zagen als de manier om hun ster voor altijd aan het firmament te plaatsen, hebben niets met structurele culturele vorming. Sterker: volgens mij hebben ze zelfs niets met cultuur. Mijn weddenschap is dat dit in de komende jaren zeer pijnlijk zal blijken…