Vier boeken over liefde en vooral over gebrek daaraan
Boekbespreking door Sante Brun
Nadat ik Stoner had uitgelezen realiseerde ik me dat ik de laatste tijd vier boeken achter elkaar had gelezen die allemaal als onderwerp ‘liefde en huwelijk in tijden van oorlog’ hebben. In volgorde van opkomst: The Beautiful and Damned van F. Scott Fitzgerald (1922), Stoner van John Williams (1965), Kentering van een huwelijk van Sándor Márai (1978) en Soerabaja van Pauline Slot (2012).
In The Beautiful and Damned gaat het, zoals ze vaak in de romans en verhalen van Fitzgerald, om het verbazingwekkende leven van mensen uit de ‘gehobene Kreise’ in New York. Rond de vorige eeuwwisseling kon je in die stad, en niet alleen daar, mooie vrouwen met niets om handen vinden, en bijpassende jongemannen die je het beste kunt omschrijven als gentlemen of leisure. Voor de meer laagbijdegrondse taken in deze wereld hadden ze personeel, vaak omschreven als Negro, en wat geld betreft: dat heb je, daar praat je niet over.
Het gaat in dit geval om Anthony Patch en Gloria Gilbert (die eigenlijk uit Missouri komt (onthoud die naam) die elkaar ontmoeten in het uitgaansleven en al snel trouwen. Een huwelijk van wederzijds egoïsme. Gloria is relatief niet buitengewoon rijk, Anthony ook niet maar hij heeft uitzicht op de erfenis van 75 miljoen dollar van zijn dodelijk zieke grootvader. Het wordt een leven van feesten en steeds meer drinken. Op zekere dag zitten ze midden in een alcoholische orgie als zijn grootvader, een groot voorstander van geheelonthouding, opduikt en Anthony ter plekke onterft. Lange gerechtelijke procedures resulteren erin dat Anthony toch enkele miljoenen krijgt, maar dan is alle rampspoed al geschied.
Want Anthony en Gloria zijn steeds armoediger gaan wonen, Anthony heeft zelfs geprobeerd een baantje te vinden – terwijl zelf werken in zijn kringen als iets heel excentrieks wordt gezien, hoogstens schrijf je een boek – heeft het lidmaatschap van zijn club opgegeven, is al zijn vrienden een voor een kwijt geraakt en als hij wordt opgeroepen voor militaire dienst knoopt hij betrekkingen aan met een vrouw die bij de kazerne woont en die een kind van hem krijgt.
Uiteindelijk gaat de relatie van Anthony en Gloria ook te gronde aan de drank en gebrek aan liefde en geld: ze waren mensen met geld en dat hield hen bijeen met hun rijke vrienden. Ook hun liefde, als je dat zo mag noemen, was gebaseerd op het hebben van geld en het houden van feesten. Aan het eind van het boek is Anthony alleen per schip onderweg naar Europa en zegt stoer tegen zijn medepassagiers: ‘Ik heb ze wat laten zien, het was een hard gevecht, maar ik gaf niet op, en het is me gelukt!’
Gestoord
Het eerste deel van Stoner speelt zich ook af in de periode van Gloria en Anthony, rond de Eerste Wereldoorlog. De uitzonderlijk ongelukkige keuze die hij maakt voor Edith Bostwick zal de rest van het leven van William Stoner overschaduwen. Zij is een verwend maar sterk onderdrukt kind uit een vermogend gezin. Om raadselachtige redenen gaat ze in op het aanzoek van Stoner – in essentie een boerenjongen van het platteland van Missouri, zij het dan dat hij dan al besloten heeft zijn landbouwkundige studie in te ruilen voor die van de Engelse taal en letterkunde. Stoner ligt zich al gauw neer bij het onvermijdelijke – een soort schijnhuwelijk. Toch krijgen ze een dochter, Grace, maar Edith, een vrouw met een zeldzaam laag karakter en absoluut gestoord, zorgt dat die vervreemdt van Stoner, die zelf feitelijk zijn huis uitgewerkt wordt – hij laat het allemaal toe, hij bukt steeds. Op de universiteit krijgt hij een conflict met een andere schoft, de president van de universiteit Lomax, die hij verdenkt van het voortrekken van een student. Ook hier delft hij het onderspit, hij, met al zijn brille als kenner van de Engelse literatuur, wordt gestraft met een functie die hem uitsluitend in aanraking laat komen met eerstejaarsstudenten.
Maar er is eindelijk een glanzende periode in Stoner’s leven: zijn relatie met studente Katherine Driscoll. Maar zoals alles dat Stoner op relationeel gebied begint eindigt ook die idylle in bitterheid en onmogelijkheid. Stoner en Katherine worden gedwongen de relatie te verbreken om te voorkomen dat die uitgroeit tot een schandaal dat de universiteit zal schaden.
Als zijn dochter ook zwanger raakt, trouwt zij liefdeloos met de vader van het kind die kort daarna, in 1941, sneuvelt in de Stille Oceaan – dochter Grace raakt aan de drank. Later, veel later, wordt Stoner ongeneeslijk ziek, de lezer is blij dat hij op het nippertje nog eens de kans krijgt om Lomax een loer te draaien maar dan is het afgelopen en sterft Stoner eenzaam.
Veel recensies gewagen van een prachtig geschreven boek. Het is waar, het is trefzeker geschreven in mooi Engels, maar in Amerika wordt heel vaak op dit niveau geschreven. Het boek deed me eerlijk gezegd niet zo veel, het feitelijke centrale thema ‘boerenjongen opntdekt dat je op de koffie komt als je probeert een intellectuele universiteitsprofessor te worden en als zodanig te leven’ komt er eigenlijk niet goed uit, het leven van Stoner is doorsnee zoals het leven van heel veel mensen – veel teleurstelling en een enkel geluksmoment. Ik vond dat uit niets blijkt dat zijn boerenafkomst daar een cruciale rolo speelt, zoals veel recensenten beweren. En nogmaals: Edith Bostwick is wel een zeldzaam akelig secreet.
Monoloog
Sándor Márai’s meesterwerk ‘Kentering van een huwelijk’ gaat over drie mensen, een vrouw die praat over haar ex-man Péter, hij praat over zijn twee ex-vrouwen en tenslotte de tweede ex-vrouw Júdit Áldozó die praat over beide genoemden en over nog veel meer. En er is nog iemand: de schrijver, die alleen besproken wordt maar zelf niet optreedt, al komt hij heel dichtbij als hij al dood is.
Het boek heeft een bijzondere vorm: die van de monoloog, hoewel de constructie daarvan wel wat beter had gekund. Hier moet ik wel de vlekkeloze vertaling prijzen.
Waar gaat het boek over? Over liefde of gebrek daaraan en over de geheimzinnige en niet te bevechten aantrekkingskracht die soms, ten koste van maakt niet uit wat, mensen bij elkaar brengt die heel weinig gemeen hebben. Márai laat in al die monologen zijn eigen visie op liefde en relaties doorschemeren: uiteindelijk is het allemaal zelfzucht, erg rooskleurig is zijn visie dus niet. Het boek is ook een cynische beschrijving van het leven van rijke mensen. Geniet ook van de beschrijving van de vreemde zeden gewoonten van die rijken, die dodelijke vormelijkheid ervan, alles in het licht van de ondergang van die klasse tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
Heel geraffineerd is de steeds losser wordende toon van het boek, eindigend in de frivole bedscène van Júdit, (een deel dat oorspronkelijk als een apart boek werd gepubliceerd en ook veel later werd geschreven dan de twee andere delen) met haar nieuwe vriend de drummer in een bed in een hotel in Rome – het bed waarin, zo blijkt, de schrijver gestorven is.
Brieven en dagboeken
En dan Soerabaja van Pauline Slot. Eigenlijk geen roman want gebaseerd op brieven en dagboeken van verre familieleden van Slot. het gaat over Bep en Henk de Fluiter – hij is entomoloog en kan een goede baan krijgen op een koffieplantage op Oost-Java en midden jaren dertig vertrekken ze erheen. Het stel komt uit zeer burgerlijke kringen in Den Haag, helemaal wennen aan de tropen doen ze niet maar ze schikken zich. Ze krijgen twee dochtertjes die nog heel klein zijn als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en Henk wordt weggevoerd en Bep met de kinderen op Java wordt geïnterneerd. Dan begint een verschrikkelijk periode, niet zozeer door de ontberingen die ze moeten doorstaan (hoewel) maar door de smartelijke scheiding en het feit dat ze niet of nauwelijks contact kunnen houden. Henk wordt afgevoerd naar Birma, Bep (‘Beppeke’) gaat van kamp naar kamp. Zelden heb ik de smartelijke scheiding van twee geliefden zo schrijnend beschreven gezien.
Misschien moet ik de uitkomst niet verraden. Al is het dan geen roman, het boek is het enige van de vier dat me echt helemaal pakte en me ook een beetje uit mijn normale doen bracht. Ook al omdat Slot heel geraffineerd het gezellige gekneuter van het Hollandse gezinnetje beschrijft, dat gevolgd wordt door de gruwelen van de oorlog. ‘Beppeke’ blijft geloven in de terugkeer van Henk en dat kokkie en de tuinjongen geduldig op hen staan te wachten bij hun mooie huis in Malang tot ze met zijn allen terugkeren…
Hoe dan ook, ik ben blij dat ik de boeken achter elkaar (en in andere volgorde) las. Ze geven samen een mooi beeld van de basis van elke samenleving, de kijk die eruit blijkt op relaties tussen mensen.