Brabant wil met de ogen dicht weer eens zes miljoen investeren
J. C. M. van der Schoot
Het provinciaal bestuur van Noord-Brabant gaat de komende drie jaar maar liefst zes miljoen euro investeren in de vrijetijdseconomie. Het streven is om de provincie tot de meest gastvrije van ons land te maken. Wat zijn we toch goed in het verkondigen van doelstellingen. Ze mogen ook wat kosten. De rekensommetjes, die moeten aantonen dat die zes miljoen niet alleen dubbel en dwars terugkomen, maar ook nog ‘ns heel veel meer geld gaan opleveren, laten we voor wat ze zijn. Eerst zien en dan geloven en dan weet je het nog niet.
Maar alleen met de ogen open zien we de echte noden
Er staat, dankzij die zes miljoen, natuurlijk ‘van alles’ te gebeuren om toeristen langer dan een dag in onze provincie te houden, zodat ze hier dus meer gaan spenderen. Dit zijn de acties: Versnippering moet verdwijnen, het aanbod moet verbeteren, overheden, ondernemers en onderwijs moeten samenwerken en er komt geld beschikbaar voor ondernemers die ‘het verschil’ maken.
Er is geen beleidsvoornemen van de overheid te vinden waarin sinds jaar en dag deze gemeenplaatsen niet voorkomen. Steeds hetzelfde liedje voor steeds weer een andere sector. Alleen het begrip duurzaamheid ontbreekt, maar dat is ook moeilijk in dit rijtje in te passen. De aangekondigde voornemens lijken te stammen uit een vervlogen tijdperk. Dit soort geluiden horen we al jaren.
Het moet toch wel heerlijk zijn om als uitvoerder van deze provinciale toeristische ambities te kunnen putten uit een subsidiepot van zes miljoen. De uitvoerende ambtenaar ziet natuurlijk mogelijkheden te over. Zo vindt hij het cruciaal, dat Brabant zich in binnen- en buitenland beter dan tot nu toe etaleert. Is me dat even een oorspronkelijke gedachte. Nog een vondst: Het recreatief aanbod moet bijzonder worden, zodat nieuwe doelgroepen kunnen worden aangeboord. De man denkt zelfs aan het stichten van vernieuwende musea. Toe maar. De Brabantse vrijetijdsindustrie moet ook gaan praten met hier gevestigde bedrijven van internationale allure. ‘Wie weet wat daar uit komt”, sprak de man hoopvol, zo lezen we in het ED. Ja, inderdaad wie weet. Hij kijkt ook met hoge verwachtingen naar Eindhoven Airport, want vele toeristen komen het land binnen via een goedkope vlucht op Eindhoven. Hij zou al die mensen graag bij de kladden grijpen om ze wat langer hier in de regio te houden. Leuk idee. Optimisme of naïveteit?
Dat de leden van Provinciale Staten met vrijblijvende marketingpraatjes genoegen nemen en vervolgens de vette subsidiekraan open zetten, geeft te denken. We leven niet meer in 2000 toen de subsidiekraan altijd open kon staan en de eenlingen, die waarschuwden voor een crisis meewarig werden aanhoord. Deze tijd vraagt om een andere mentaliteit. Het gaat er niet meer om wat leuk is, maar wat absoluut noodzakelijk is. De statenleden zouden eerst concrete, dus uitgewerkte, plannen moeten eisen alvorens een besluit te nemen. De vraag of die zes miljoen niet beter aan urgente noden kunnen worden besteed, zal altijd een gefundeerd antwoord moeten krijgen. Met de ogen dicht zijn vele leuke dingen te bedenken; met de ogen open zien we de echte noden.