Koffie en vlaaitjes aan de trein
De charme van het treinreizen, toen niemand nog zo gehaast was en er minder op het scherp van de snede moest worden gereden. Als de trein langs het perron stopte, stormden twee of drie kelners met volle bladen, de restauratie uit: Koffie…chócolade, limonade, sigaren, sigaretten! In het Overijsselse stadje stond op de bekertjes: ‘Kenners wachten tot Meppel!’ En dan was er nog een venter, die wachtte tot de conducteur bij aankomst riep: Deventer! waarna hij er aan toevoegde: Koek! (volgens mijn vader een geval van ultieme luiheid).
In Roosendaal hebben ze dat serveren langs de trein nog tot en met 13 april 1989 volgehouden, weet plaatselijk historicus Marius Broos. Waarschijnlijk waren ze de laatsten.
Antje
Een bijzonder geval was ook Weert, waar een zekere Antje uit het Belgische Bree (1877-1936, hier -> op latere leeftijd) diverse soorten Limburgse vlaaitjes aan de man bracht. Handelsvertegenwoordigers heetten toen nog reizigers. Zij kreeg in 1989 in Weert een standbeeld, vanwege haar verdiensten voor de bekendheid van de Weerter Vlaai, waarvan de bakkers nog steeds zeggen te profiteren.
Mijn vader, Henri t’ Sas, wijdde begin vorige eeuw een vers aan ‘Antje van de Statie’, dat gedurende decennia op de muur van de Weerter restauratie heeft gestaan. Zo stond het op 24 juli 1936 in een in memoriam ‘Antje van Weert’ in de Limburger Koerier, voorganger van het dagblad De Limburger:
Zeg AntjeOp ‘t randjeVan ‘t Weerter perronAls ik jou langs den trein daar zie schuivenIn je propere bloesMet je lollige smoesJa, dan moet ik mezelf wel fuivenOp vlaatjes van kersenVan pruimen of rijstVan goud-glanzend abrikozenJe reikt die zo kwiekAan het reizend publiekEn je krijgt er geen tijd om te blozen |
Mijn vader wenste Antje niet op het randje van de hemeldeur, maar er middenin.
Dat was mijn derde verjaardag.
Kan me er niets van herinneren :=)
Joop