Onbeleefd tegen het boek
Boekbespreking door Sante Brun
Over lang niet alle boeken die ik lees schrijf ik een column. Afgelopen weken heb ik twee boeken gelezen die ik ook niet gebruik als onderwerp voor een ‘stukkie’, maar waar ik wel aanmerkingen op heb.
Het eerste boek is Het familieportret van de Amerikaanse schrijfster Jenna Blum, oorspronkelijke titel ‘Those who save us’. Ik ben trouwens pas halverwege dat boek, maar ik ben twee dingen tegengekomen die samen een goed argument vormen voor mijn stelling, dat het lezen van vertalingen zoveel als enigszins mogelijk vermeden dient te worden.
Waarom Engelse boeken vaak slechter vertaald worden dan bijvoorbeeld Spaanse of Japanse, dat weet ik niet. Het zou kunnen zijn dat uitgevers gewoon de goedkoopste vertaler nemen, in de veronderstelling dat vertalen uit het Engels kinderwerk is. A child can do the laundry, as it ware.
De vertaalster in dit geval heet Caroline Metaal en ik wil hier twee voorbeelden geven van grove fouten in haar vertaling.
Half getimmerd
Ergens wordt een huis in Weimar, Duitsland beschreven dat volgens de vertaling ‘half getimmerd’ is. Het is meteen duidelijk dat hier in het origineel sprake is geweest van half timber, en dat is de Engelse uitdrukking voor vakwerk, een oude bouwtechniek die vooral is toegepast in Zuid-Limburg, en delen van Engeland en Duitsland. Ook in Normandië zie je het wel. Het is in essentie een houten raamwerk, opgevuld met een leem-stromengsel of met baksteen.
Mijn vraag is nu: wat heeft Caroline Metaal zich voorgesteld toen ze typte ‘half getimmerd’? Of heeft ze zich daarbij gewoon niks voorgesteld?
Hetzelfde geldt voor een uitdrukking die ik ergens verderop vond. Het gaat dan inderdaad om dat familieportret, waarop een SS-officier voorkomt die een ‘spitse pet’ op heeft. Zou Caroline zich die pet hebben proberen voor te stellen? In het Engels heeft daar ongetwijfeld gestaan ‘peaked cap’ en dat is een officierspet, bestaande uit een muts die aan de voorkant voorzien is van een zonneklep en waarvan de voorzijde hoger is dan rest, zodat er ruimte is voor een embleem. Persoonlijk denk ik dat een spitse pet bij de SS verboden was, en dat men de voorkeur gaf aan de hoerapet.
Caroline schrijft alle Duitse zelfstandige naamwoorden die in het boek voorkomen met een kleine letter, maar dat deed de schrijfster misschien ook wel. Mevrouw Metaal had dat gemakkelijk kunnen herstellen, natuurlijk. Duitse zelfstandige naamwoorden worden gespeld met een hoofdletter, punt. Verder lijkt het me onwaarschijnlijk dat een Unterscharführer (korporaal, laagste onderofficiersrang) en een Obersturmführer (eerste luitenant, op een na laagste officiersrang) van een SS-eenheid gezellig aan één tafel zouden hebben gegeten (wat ze dus wèl doen in het boek), maar ook dat was een fout van de schrijfster waar Caroline niks aan kan doen.
Limburg
Het andere boek dat ik las is van de hand van Michelle Visser, en getiteld ‘Véronique’. Ook dat zal ik hier niet bespreken, al valt het oog wel op de kwalificatie ‘Historische roman’. Dat is wel heel riskant voor een verhaal waarin maar twee historische figuren voorkomen, te weten Aletta Jacobs – die geen rol speelt in de intrige – en haar zus Charlotte, die wel een rol speelt. Alle andere figuren zijn product van de fantasie van de schrijfster.
Wat ik me intussen afvroeg: waren er in 1881 (en jaren daarvoor) al ‘armoedige Limburgse mijndorpen’? Daar kwam de parvenu-familie Meijer vandaan, schrijft Visser. Maar in 1881 bestond in Limburg alleen de Domaniale Mijn in Kerkrade, waarvan de ‘bemanning’ in 1881 en daarvoor niet groot genoeg was om zijn stempel te drukken op een heel dorp. De andere mijnen startten pas veel later en de ‘mijndorpen’ kwamen pas in het begin van de twintigste eeuw tot stand.
Volgens mij is de schrijfmachine die journalist Willem Meijer gebruikt bij zijn werk in Batavia – het is inmiddels 1885 – ook een anachronisme. Weliswaar werden de eerste schrijfmachines in de VS een tiental jaren eerder vervaardigd, maar nieuwe snufjes kwamen in de negentiende eeuw aanzienlijk langzamer aan de man dan tegenwoordig de smartphone, en ik weet uit eigen ervaring dat zelfs in de jaren zestig van de twintigste eeuw nog veel journalisten hun artikelen met de hand schreven. Mensen die schreven deden dat met de pen. Pas rond 1925 kwam de typekamer in zwang, waar de tikgeiten de schrijfselen van de ‘hoge heren’ uittypten.
Je kunt natuurlijk ook zeggen dat die Willem Meijer deksels vooruitstrevend was. En dat je bovendien niet op alle slakken zout moet leggen.
Doe ik dat eigenlijk, met dit stukje? Nou ja, dat moet dan maar. Het gaat om dingen die gewoon niet tot een gedrukt boek hadden mogen doordringen.
Dat zal iedereen beamen die nog een beetje beleefdheid tegenover het boek in zijn donder heeft.
De goede vertalingen niet te na gesproken, natuurlijk. Ik denk met een zekere weemoed aan wijlen Jenny Tuin, de vaste vertaalster van Marguérite Yourcenar, die terecht een prijs heeft gewonnen voor haar geniale – en vooral zorgvuldige – vertaaltechniek. Jenny belde Yourcenar op, als zij een fout à la die door Sante gesignaleerd ontdekte.
Prima stuk Sante!! Ik erger me ook wel eens aan slechte vertalingen. Het dieptepunt was voor mij de in het Nederlands vertaalde biografie van Thomas Quasthoff. Die kocht ik voor enkele euro’s, achteraf had ik natuurlijk de originele versie moeten kopen, maar ja, dan had ik naar Duitsland moeten reizen en deze versie lag er nou eenmaal.
Het boek stikt van de foute vertalingen. Een van de gekste: de zanger kreeg een aanbod om op kruisvaart te gaan. Hallo?? Ergens rond het jaar 2000? En dan een zanger? Die een softenonkind is? Het ging natuurlijk om een cruise, in het Duits noemt men dat een Kreuzfahrt.
Heeft die vertaler nou niet even nagedacht??
Ik heb het familieportret toevallig zelf net uit en ben het volledig met je eens. De kromme vertalingen van bepaalde termen waren zo te herleiden naar het Engels..misschien omdat ik zelf afgestudeerd ben als tolk en vertaler, maar met een beetje research kunnen deze misvertalingen gewoon vermeden worden. Jammer, want ik vond het boek zelf erg goed…
Blij dat ik niet de enige ben…