Zelfoverschatting nekt Van der Poel
Peter Stiekema
athieu van der Poel heeft zichzelf genekt door zijn capaciteiten tijdens de Olympische wegwedstrijd, die zaterdag 3 augustus in Parijs en omstreken werd verreden, zwaar te overschatten. Hoe haalde hij het toch in zijn hoofd om tijdens de eerste beklimming van de Butte de Montmartre uit alle macht te demarreren met de Belg Wout van Aert in het wiel. Dat is toch veel te vroeg en bovendien kreeg hij Wout er niet eens af.
En toch probeerde hij door te zetten, terwijl het groepje voor hem met de leiders verder uitliep en de kop van het peloton al heel snel terugkeerde.
Toen Remco Evenepoel een ronde later wel wegkwam was bij Mathieu het vet van de soep en kon Remco zonder serieuze bedreiging naar de gouden medaille rijden. Hij slaagde er wel in alle koplopers in te halen en vervolgens te lossen. Alleen een lekke band dreigde nog even roet in het eten te gooien, maar zijn voorsprong was ruim voldoende om rustig van fiets te kunnen wisselen.
Evenepoel was zelf niet op de hoogte van zijn voorsprong (ruim een minuut) omdat tijdens deze wedstrijd de zogenaamde oortjes (voor communicatie met de ploegleiding, in dit geval oud-coureur Sven van Tourenhout) niet toegestaan waren. Een tamelijk onzinnige maatregel, als u het mij vraagt, maar de wegen van sportofficials zijn evenals die van de respectievelijke goden ondoorgrondelijk en zelden aangenaam. Uiteindelijk werd Van der Poel twaalfde en dat kun je toch geen hem waardige uitslag noemen.
Wellicht toch dat de merkwaardige seizoenindeling Van der Poel parten heeft gespeeld. In het klassieke voorjaar reed hij slechts zeven wedstrijden, waarvan hij er drie won (E3-prijs, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Na Luik-Bastenaken-Luik eind april, waarin hij nog derde werd, ging de riem eraf en werd er tot de Tour de France geen wedstrijd meer gereden, alleen veel (?) getraind. De Tour liep op zijn zachtst gezegd heel matig. Wel trok hij twee keer de sprint aan voor ploeggenoot Jasper Philipsen, die in totaal drie etappes won, maar zelf reed hij geen platte prijs en dat is een regerend wereldkampioen eigenlijk onwaardig. Waar zijn opa Raymond Poulidor een uitstekende Tourrenner was en vaak voor de overwinning meestreed en ook zijn vader Adrie regelmatig prijs reed en twee etappes won. Maar Mathieu lijkt de liefde voor de belangrijkste ronde ter wereld niet te delen met zijn voorvaderen. Hij heeft slechts een Touretappe op zijn naam staan en die dateert al weer van enkele jaren terug.
Wat mij ook opviel is dat Mathieu deze week de reis van zijn Belgische woonplaats naar Parijs maakte in een Lamborghini Urus (waarde ongeveer 400.000 Euro) met het nummer 1-MVDP-1. Wat meer bescheidenheid zou hem sieren. Misschien dat hij kan beginnen het nummer 1 op zijn gepersonifieerde nummerplaat te vervangen door het nummer 12. Dus 12-MVDP-12. De twee 1-nummers komen eigenlijk uitsluitend Remco Evenepoel toe, die vorige week zaterdag ook al de Olympisch tijdrit op zijn naam zette. En misschien moet Mathieu toch maar wat meer wedstrijden rijden dan alleen het natourcriterium in Aalst, vorige week, dat hij trouwens won. Dat dan weer wel.