Een liefde van Marat
ad Jean Paul Marat, aanjager van de terreur tijdens de Franse revolutie, een relatie met zijn latere moordenares, Charlotte Corday? Neen! Was hij verliefd, maar wees zij hem af? Onwaarschijnlijk, evenals een ontmoeting in het kasteelpark van de graaf van Artois. Marat was ‘n tijdje lijfarts van Artois. Dat hij ook dierenarts van de graaf was, wordt tegenwoordig ontkend. Het verhaal dat Henri t’ Sas (1877-1966) in 1926 onder het pseudoniem Passe Partout integraal publiceerde in een regionale krant, bevat tal van historische elementen, maar berust verder op fantasie. Indachtig de toestemming die hij mij vlak voor z’n dood ten aanzien van zijn werk verleende – ‘Doe ermee wat je goeddunkt’ – heb ik het verhaal ‘Een liefde van Marat’ hertaalt vanuit de bijna 100-jarige spelling en enigszins ‘gestroomlijnd’ om de leesbaarheid in deze tijd te bevorderen.
Een bijkomende reden dat het verhaal me aansprak is het feit, dat Henri het gegeven heeft verwerkt in zijn derde voor opvoering in de openlucht geschreven ‘vrolijk’ toneelstuk De Hoefsmid van Saint-Saturin. Dat speelt zich af in een dorpje nabij Caen, dat evenwel in werkelijkheid Saint-Saturnin (met n) heet. Of Henri hier een vergissing maakte is niet duidelijk. In de verhaalversie heeft hij die n namelijk doorgehaald!
‘De Hoefsmid’ is niet het beste openluchtspel van Henri t’ Sas (na De Vuurwolf en In ’t Ooievaarsnest). Henri’s echtgenote, mijn moeder, oordeelde: ‘Het gaat uit als een nachtkaars’. Dat neemt niet weg dat er schitterende scènes in voorkomen. Zoals die waarin de gouverneur van een adellijke dame zich voor de naderende Jacobijnen verstopt bovenin een waterput. Achteraf zegt hij: ‘Ik heb mezelf hangend zien sterven boven m’n eigen spiegelbeeld in het water.’ Ik heb deze rol voortreffelijk zien spelen in het Bredase Valkenberg (zie affiche) door de later bekende hoorspelacteur Frans Somers.
Download het verhaal