Kanttekeningen bij een jubileum
Peter Stiekema
andaag, zaterdag 10 juni, kwam ik er achter dat ik een soort jubileum ben vergeten, nou ja, over het hoofd heb gezien. In mei 1973 trad ik namelijk als leerling-journalist in dienst van het Brabants Dagblad, nadat ik de bijna twee jaar die daaraan vooraf gingen als werkstudent werkte bij een benzinestation in Veghel. Het was er niet druk en zo kon je eigenlijk behoorlijk studeren, terwijl je ook nog twee gulden per uur verdiende.
Voor degenen die niet meer weten hoeveel twee gulden waard is in euro’s: ongeveer 91 eurocent. Maar toen kon je met 1 gulden nog aanzienlijk meer kopen dan nu met 1 euro. Benzine kostte destijds bij voorbeeld twee kwartjes per liter en diesel zelfs iets van 22 ouderwetse centen.
Het is kortom, nu dus 50 jaar geleden dat ik mijn loopbaan in de journalistiek startte, die mij, na het Brabants Dagblad, brachten bij het Dagblad voor Noord-Limburg, de KRO-radio-actualiteitenrubriek Echo, nogmaals het Brabants Dagblad, het Limburgs Dagblad en De Limburger. Bij die laatste twee kranten maakte ik zo’n twintig jaar deel uit van de hoofdredactie. Inmiddels ben ik al geruime tijd met pensioen en houd mij onledig met het produceren van stukjes als het onderhavige. In september hoop ik 72 jaar te worden, hetgeen inhoudt dat ik bij mijn journalistieke start in 1973 de leeftijd van 21 jaar en 7 maanden had bereikt. Zo jong en nog veel te leren.
In die halve eeuw is er veel veranderd, in Nederland en in de wereld. We hebben diverse premiers de revue zien passeren, Den Uyl, Van Agt, Lubbers, Kok (wiens extra belastingkwartje op benzine voor de snelle kweekreactor in Kalkar we nooit terug hebben gekregen) Balkenende en tenslotte Mark Rutte. (Wellicht heb ik nog eentje vergeten, die heeft dan in ieder geval geen enkele indruk op mij achtergelaten.) Met afstand is Mark Rutte de beroerdste premier, die we ooit hebben gekregen, maar inmiddels is hij wel 13 jaar aan de macht, hetgeen in Nederland nog nooit eerder is gebeurd Ook Balkenende was een complete mislukking als premier (de slogan ‘Bakken ellende met Balkenende’ komt nog uit mijn hoofd, of is, zo u wilt, van mijn hand), maar hij hield het gelukkig niet zo lang vol als zijn opvolger.
Het Groningendebat dat afgelopen woensdag en donderdag plaatsvond, was uiteraard het geschikte moment om Rutte de doodsteek (als premier dan) te geven, maar ook nu ging dat weer niet door. De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en CU, zijn dermate doodsbenauwd voor nieuwe verkiezingen dat ze liever nog een jaar of twee doormodderen. Want doormodderen blijft het. En Groningen kan misschien beter alle hoop maar laten varen.
Ook werd er de laatste dagen nogal hoog opgegeven van het deze week gesloten EU-akkoord om de asielzoekersproblematiek op te lossen, maar dat is natuurlijk de zoveelste lege huls, om niet te spreken van dode mus. Rutte reist dit weekeinde naar Tunesië om daar de regeringsleider te ontmoeten om nieuwe afspraken te maken voor opvang in de regio, maar dat wordt natuurlijk helemaal niks en gaat waarschijnlijk miljoenen smeergeld kosten. Afgelopen week bleek tevens dat het akkoord dat Nederland met Marokko heeft gesloten voor de terugsturen van Marokkanen zonder verblijfsvergunning slechts een kleine veertig retourzendingen heeft opgeleverd in anderhalf jaar tijd. Een wassen neus dus. Bovendien zal het EU-akkoord pas op z’n vroegst ergens in de zomer van volgend jaar mogelijk iets van resultaat opleveren en dan zijn we inmiddels weer een kleine 70.000 verse asielzoekers rijker. Er dreigt meteen al een nieuw probleem te ontstaan omdat in veel Afrikaanse landen keihard wordt opgetreden tegen het homoseksuele deel van de bevolking. Dat leidt tot nieuwe asielstromen, die om vervolgingsredenen maar moeilijk kunnen worden tegengehouden. Voordat je het goed en wel in de gaten hebt is er dan iedere dag een Gay Parade op de Nederlandse binnenwateren.
Ben blij dat ik ondertussen naar België geëmigreerd ben, waar het, in ieder geval nu nog, prettig wonen is. En over 50 jaar zien we dan wel verder. Hoewel, 122 jaar zal ik wel niet worden. Hopen we toch maar.