De mens als sprinkhaan
Peter Stiekema
r is eigenlijk niet heel veel aandacht aan besteed, dus daarom doe ik het hier maar even. Het wordt geen vrolijk stukje, want daarvoor is de situatie op de wereld veel te ernstig. Als u daar geen zin in heeft kunt u beter iets anders gaan doen dan verder lezen. Een potje dammen bijvoorbeeld of mens-erger-je-nieten. Hier gaat-ie dan. Er zijn inmiddels, sinds begin deze week, acht miljard mensen op deze overvolle aarde. Ik schrijf het maar even voluit in cijfers: 8.000.000.000..
En dan te bedenken dat er in het jaar 1800 nog slechts één miljard mensen waren, in 1900 twee miljard en in 1951, het jaar van mijn geboorte, 2,5 miljard. Aan die relatief geringe stijging, in de eerste helft van de twintigste eeuw, zullen de twee wereldoorlogen wel hebben bijgedragen. Echter, in de 71 jaren van mijn leven zijn er dus 5.5 miljard mensen bijgekomen, ruim een verdubbeling dus.
Dat kan zo niet doorgaan, dat lijkt duidelijk. Bij ongewijzigd beleid zijn er in het jaar 2100 tussen de minimaal 11 en 14 miljard mensen die hier te hoop lopen. Kinderen, die nu geboren worden, zullen tegen die tijd rond de tachtig zijn en zelf kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen hebben. Is daar ruimte voor? Verwarming? Voedsel? Nu al zijn meer dan een miljard mensen aangewezen op hulpverleningsinstituten. Dat worden er dus alleen maar meer. De mensheid dreigt een soort sprinkhanenplaag te worden van Bijbelse omvang die alles vernielt en opvreet, bossen, oerwouden, dieren, grondstoffen, noem maar op. Niets en niemand ontziend. Als idioten oorlogen voerend en elkaar bedreigend.
Voor mij staat vast, dat de aarde niet meer te redden is, dat de uitstoot van CO2 en andere kwalijke stoffen niet af te remmen is en dat de mensheid naar de bliksem gaat. De oorlog in Oost-Europa lijkt nog maar een begin. Alleen wat dieren zullen overblijven en wellicht her en der wat geïsoleerde stammen op afgelegen eilanden. Misschien kunnen die een nieuw begin maken en leren van de fouten van hun voorgangers, in plaats van als sprinkhanen te keer te gaan. Maar dat zal wel niet, iets dergelijks is het roofdier mens niet gegeven.
Toch wens ik u lezer, die dit tot het einde toe gelezen heeft, een gezellig en warm avondmaal toe, met spekjes erin en zo en mogelijk ook een gehaktbal erbij. Geniet er maar van zolang het nog kan, voordat oorlog en armoede definitief toeslaan.