Afgang Sven Kramer schuld KNSB
Peter Stiekema
ij wilde per se nog naar Peking, voor de Olympische Spelen: Sven Kramer. Zijn beste tijden waren voor deze 35-jarige topschaatser echter al een paar jaar voorbij. Mede door hardnekkige rugblessures. Maar hij wilde van geen stoppen weten. Op de 5 kilometer (drie keer Olympisch kampioen), op de ploegenachtervolging en zelfs op de de mini-massastart over 6400 meter (gewonnen door de Belg(!) Bart Swings), dichtte hij zich nog kansen toe.
Maar daar kwam niets van terecht (negende op de 5 km, zijn favoriete aftstand) vierde op de ploegenachtervolging (slechts acht, vooraf geselecteerde, deelnemende landen) en geen notering op de massastart. Hij werd er gewoon afgereden. Kwam snelheid tekort. Te langzaam, te futloos. De KNSB (Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond) had een dergelijke blamage kunnen voorkomen door Kramer niet af te vaardigen en zich gewoon aan de uitslagen van de plaatsingswedstrijden (OKT) moeten houden. Dan hadden twee jonge talentvolle schaatsers alsnog de kans gehad om zich in Peking te bewijzen en ervaring op te doen.
Ruim een jaar geleden had ik deze afgang al in een column voorspeld. Ik sprak toen de verwachting uit dat ook voor Irene Wüst het einde gekomen leek. Niets was echter minder waar. Zij won de 1500 meter in Peking, werd met het achtervolgingsteam derde en nog eens zesde op de 1000 meter. Een fantastische sportvrouw kreeg een grandioos afscheid.
De koningin van de spelen (althans waar het Nederland betreft) werd Irene Schouten met drie keer goud (3 km, 5 km, massastart) en een keer brons; ploegenachtervolging, waar ook heel veel op de coaching aan te merken viel. (Ontslaan, die Jan Koopmans, die begrijpt er echt geen hol van). Een goede tweede was shottrackster Suzanne Schulting met twee keer goud, een keer zilver en een keer brons). Persoonlijk vind ik shorttrack meer op boksen op de schaats lijken, maar goed, het zijn de medailles die tellen.
Al met al heel behoorlijke spelen, althans waar het medailles betreft, minder dan in Zuid-Korea (2018) en Rusland (2014) ) maar veel beter dan in Sarajevo (1984) NUL medailles.