Jaloers op zoveel fantasie
Boekbespreking door Sante Brun
eestal kan het me niet erg veel schelen of een boek dik of dun is. Een dun boek heb je doorgaans eerder uit, dat is het verschil.
Dit boek had voor mij een keer of tien zo dik mogen zijn. Het past dan door zijn formaat niet gemakkelijk in de boekenkast, maar dat is in dit geval niet erg, want ik houd het graag bij de hand, om er zo nu en dan eens in de te bladeren. En dan opnieuw bekruipt mij de gedachte: het had heus wel wat dikker mogen zijn. En wat ben ik jaloers op zoveel fantasie.
Ik zal maar gauw tot de essentie komen: het boek waar ik het hier over heb heet kortweg Terra Ultima van Raoul Deleo, samengesteld door Dr. Noah J. Stern, bioloog.
Of die Noah Stern werkelijk bestaat of bestaan heeft, dat wordt niet duidelijk. Raoul Deleo bestaat wel degelijk, zij het dat die naam een (doorzichtig) pseudoniem is van Raoul de Leeuw, 52-jarige illustrator en tekenaar; ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat hij tevens Noah Stern is, ‘Erelid van het Koninklijk Genootschap der Wetenschappen, lid van de expeditie naar Terra Australis.’
Als dat laatste klopt is er iets mis met het boek, want uit de mij ter beschikking staande bronnen blijkt dat de laatste keer dat iemand op zoek ging naar het al door Ptolemaeus ruim 2000 jaar geleden vermoedde bestaan van Terra Australis was ergens in de achttiende eeuw, toen Australië al ‘gevonden’ was.
Nou ja, het verhaal gaat als volgt: Stern vervoegt zich bij Raoul Deleo, ten einde meer te weten te komen over het, naar verluidt, door Deleo ontdekte Terra Ultima, letterlijk het Laatste Land, vrijer vertaald het Einde van de Wereld. Hij krijgt niets los, maar tot zijn verrassing ontvangt hij enige tijd later ‘vijf kloeke hutkoffers’ met daarin een groot deel van het ‘archief’ van Deleo – je krijgt direct een beeld van een Dickensiaanse Engelse buitenplaats in de negentiende eeuw waar de heer des huizes meteen begint het archief – een chaotische massa papieren en tekeningen – door te spitten.
Daaruit blijkt dat Deleo tussen Azië en Amerika een groot continent heeft ontdekt, en dat continent weliswaar geheim heeft gehouden, maar intussen ook, in zijn eentje, drie expedities daarheen heeft gemaakt. Dat is het relaas van het 75 pagina’s tellende boek. Wat een romantiek, voor wie daar gevoelig voor is.
Je hoeft niet ver te bladeren om te zien dat het op zich leuke verhaal in Darwinstijl alleen maar een voorwendsel is voor eigenlijke inhoud van het boek: de tekeningen die Deleo maakte van de onwaarschijnlijke fabeldieren die Terra Ultima bevolken.
Als voorbeeld reproduceer ik hierbij de tekening van Giraffa cochleanata, de Foedraalgiraffe, een wijngaardslak met huisje, voorzien van een lange giraffehals en –kop. Ik zal ze niet allemaal opnoemen, maar wij vinden verder de toekantweelingkrab, de geheel doorzichtige koraalpanter, de grootoogmuiskarper, de konijguïn (mijn favoriet), de goudgerande kikkever, de olifeniks en de blauwe waaierstaartkikker. En vele andere.
Alles uiterst verfijnd getekend, de meeste in kleur, en wel zo levendig dat je je van sommige van deze onmogelijke dieren zou kunnen voorstellen dat ze echt bestaan.
Terra Ultima is ook een soort sprookjesboek. En misschien is mijn wens dat het boek vele malen dikker had mogen zijn ook wel erg veel gevraagd.
Hoe dan ook: ik ben er al weken mee bezig en ik blijf erin bladeren.
Het boek was overigens genomineerd voor de Jan Wolkersprijs 2021, die werd gewonnen door Hans Mulder voor het boek De Ontdekking van de natuur, ook al een prachtig geïllustreerd boek.
Nou, ik lees momenteel de biografie van Multatuli door Dik van der Meulen: .> 900 bladzijden, 1,3 kilo. Niet iets voor in bed hoor. Nu ben ik toevallig ook geen in-bed-lezer.