Heksen bestaan niet en zijn van alle tijden
Boekbespreking door Sante Brun
elijk heeft ze, Susan Smit: heksenjacht is van alle tijden. Je hoeft maar een korte blik te werpen op de krochten van de asociale media en je komt meteen gloeiendhete vrouwenhaat tegen: Het noemen van de namen Femke Halsema en Sigrid Kaag is voldoende om te begrijpen waar het om gaat. De vrouwenhaters worden aangevoerd door bijvoorbeeld Arthur van Amerongen vanuit zijn Huize Vischlucht in de Portugese Algarve, en als hij weer eens hashtag Kaag aanboort krijgt hij onmiddellijk bijval van een paar honderd meest anonieme mannen én vrouwen en het duurt niet lang of het woord ‘heks’ valt dan. Het ligt in die twee gevallen trouwens gecompliceerd: in beide genoemde gevallen gaat het niet alleen om de zelfstandigheid, hun superieure taalgebruik en hun zuurheid maar ook omdat de twee de roep hebben ‘links’ te zijn; beide vrouwen hebben ook nog een echtgenoot ‘van kleur’, en dan mag kennelijk het hek van de dam.
Over heksen en de heksenjacht zijn hele bibliotheken volgeschreven. Heksen bestaan uiteraard niet. Althans niet in de betekenis die in Middeleeuwen en Renaissance eraan werd gegeven: heksen waren vrouwen die bezeten waren, ook letterlijk, van de duivel. Tegen die vrouwen werd vaak aangifte gedaan uit haar omgeving en de katholieke kerk was er als de kippen bij de vrouwen te ‘berechten’, te laten martelen en te laten eindigen op de brandstapel; vrouwen die zich zelfstandig toonden, hun eigen zaakjes bestierden in plaats van die over te laten aan mannen, die ook nog eens twijfel zaaiden aan de superieure wijsheid van de kerk en haar bedienaren, die waren een acuut gevaar voor de discipline in de roomsche kerk. Daar kwam nog bij dat er vrouwen waren die de wereldse overheid bekritiseerden of hun macht in twijfel trokken – het is van alle tijden: de kerk hield de mensen dom, de graven en baronnen hielden ze arm. En dat moest zo blijven.
Susan Smit noemt zichzelf sinds een poosje trots ‘heks’, je zou kunnen zeggen in de betekenis van feminist. Ze is een vrouw die haar eigen boontjes kan doppen, en die zich superieur toont over het gejammer van mannen over vrouwen die niet zwijgend en smachtend naar hen opkijken.
Aanleiding tot die trotse zelfbenoeming tot heks was het archiefonderzoek dat Smit verrichtte naar het wedervaren van Entgen Luijten, met wie Smit zich identificeert. Luijten was een boerenvrouw in het Limburgse dorp Limbricht, die in het jaar 1674 gearresteerd werd op beschuldiging van hekserij. De aanleiding tot die arrestatie lag ingewikkeld, zoals wel vaak het geval zal zijn geweest. Endgen hield veel van haar man Jacob, maar die was een beetje een sufferd, dus moest zij voor hem en zichzelf opkomen en de zaken waarnemen die verband hielden met hun levensonderhoud.
Duivel
Ook twee opstanden tegen de kasteelheer van Limbricht werden haar deels in de schoenen geschoven en daarna was het gemakkelijk om op haar lichaam de vlekken aan te treffen die omgang met de duivel op een vrouwenlichaam pleegt achter te laten. Haar kennis van geneeskrachtige kruiden was ook verdacht, en uiteindelijk bleek er door dorpelingen aangifte tegen haar te zijn gedaan – niet onbelangrijk daarbij was dat Endgen afkomstig was uit het nabije Lutterade en dus een vreemdeling was en bleef in Limbricht, hoe lang ze er ook al woonde.
Je ziet dat er in het Nederland van 2021 weinig nieuws onder de zon is.
De heks van Limbricht is natuurlijk een roman, maar het feitenrelaas komt grotendeels uit overgeleverd archiefmateriaal. Endgen blijft tot het einde geloven dat er voor haar nog een vorm van gerechtigheid mogelijk zal zijn – ik kan verklappen dat ze niet op de brandstapel eindigt. Dat is feitelijk ook de aanleiding voor het boek: Endgen is een vrouw die zich niet laat kisten en er in slaagt haar lot voor een deel in eigen hand te houden.
Susan Smit heeft een wat weerbarstige schrijfstijl, maar de overtuiging waarmee ze de geschiedenis laat vertellen door Endgen zelf maakt veel goed.
Ik wil dan ook niet zeuren om een paar anachronismen, zoals de ‘baan’ die haar dochter kwijt raakt, of de aardappelen die Endgen teelt – aardappelen kwamen pas een jaar of veertig, vijftig jaar na 1674 in zwang. En het werkwoord inlasten bestaat ook niet. Maar dat is meer iets dat de redacteur van het boek voor de voeten kan worden gegooid.
Susan Smit komt geheel terecht op voor vrouwen die een gewoon, normaal leven willen leiden en geen willoos aanhangsel van een man (en dus van de macht) willen of kunnen zijn. Dat heeft ze prachtig opgeschreven.