Waar blijft de (galgen)humor?
enmerkend voor de coronacrisis in ons land en de hedendaagse mentaliteit is, dunkt mij het volledig ontbreken van de (galgen)humor. Aan gezeik en gezeur geen gebrek, maar aan de – uiteraard betrekkelijke – troost die een goeie mop in noodsituaties kan bieden, ontbreekt het volledig. Vooral merkwaardig omdat het nu aan vergelijkingen met de toestanden in WO2 niet ontbreekt. Maar die spitsen zich dan toe op het zwarte, zal ik maar zeggen. Humorloos. Of op z’n best blijft de ‘humor’ steken bij zwakke pogingen, ten koste van personen.
Hitler en de Duitsers waren tijdens de oorlog natuurlijk wel vaak doelwit, niet in de laatste plaats omdat het de bezetters duidelijk aan gevoel voor humor ontbrak.
Ik denk dat de meeste van die ‘oorlogsgrappen’ het nu minder goed doen, omdat de context ontbreekt. In een jeugdverhaal over de bevrijding van Breda heb ik geprobeerd dat op te lossen door een buurman (historische figuur) op te voeren, die vol zat van dit soort moppen. Zoals deze, die slaat op de toenmalige voedselschaarste: ‘Ken je die van die slager? Die belde aan. Ze deden niet open, maar riepen: Morgen slager, schuif het vlees maar onder de deur door!’