Hoe goed is de pianist?
Boekbespreking door Sante Brun
e laatste dagen heb ik zo nu en dan mijn gedachten laten gaan over de vraag: heeft Heerlen wel eens een groot schrijver voortgebracht? Maat net zo min als deze grote voormalige mijnstad ooit zelfs maar in de buurt is geweest van een belangrijke voetbalclub (correct me if I’m wrong) is er op literair gebied niemand binnen de grenzen van de stad geboren, laat staan opgegroeid, die kan of kon terugwijzen op een oeuvre van enige betekenis.
Ik dacht daarover na omdat ik sinds enkele weken bekend ben met een schrijver die wel degelijk kan of kon (want hij is dood) bogen op een oeuvre van betekenis – in een van zijn boeken staat een lijst met ongeveer vijftig werken, me dunkt.
Thomas Bernhard->
Dat Thomas Bernhard op 9 februari 1931 in de Heerlense Vroedvrouwenschool geboren werd, was trouwens honderd procent toeval: zijn moeder, Herta Bernhard, Oostenrijkse van geboorte, was ongehuwd zwanger van de dorpstimmerman, en om die schande in eigen land te ontlopen vertrok Herta naar Nederland en nam haar intrek bij ook geëmigreerde kennissen in Heerlen. Van Wikipedia verneem ik dat er aan de gevel van de inmiddels zeer voormalige Vroedvrouwenschool een plaquette is aangebracht waarmee deze heuglijke geboorte aan de vergetelheid werd ontrukt.
Op die plaquette staat ook dat Bernhard in 1989 (op13 februari) overleed in Gmünd in Opper-Oostenrijk. Hij liet dus dat omvangrijke oeuvre na, dat voor een belangrijk deel bestond uit toneelstukken. Een van die stukken, getiteld Heldenplatz, bracht hem nog in problemen in zijn vaderland, dat niet graag op zijn nummer wordt gezet als land waar velen nog altijd trots zijn op een bruin/zwart verleden.
Mijn aandacht werd op Bernhard gevestigd door een recensie in de Volkskrant, en wel van de Nederlandse vertaling van Der Untergeher, een korte roman die in het Nederlands de ietwat rare titel De Onderspitdelver meekreeg. (Untergeher staat ook niet in mijn Duitse woordenboek.)
Ik kocht dus drie van zijn boeken – ze waren goedkoop, de vertaling van Der Untergeher is tweemaal zo duur als het origineel en dan weet je inmiddels wel wat ik dan doe: ik koop het origineel.
Der Untergeher is een roman over muzikaal virtuoos zijn. En de Untergeher is de uitstekende pianist Wertheimer (geen voornaam genoemd) die het ongeluk heeft samen met twee andere pianisten tegelijk bij de ook al bekende pianist en pianoleraar Horowitz in Wenen terecht komt voor het bijwonen van een master class. De twee anderen: de ik-figuur van het boek (geen naam) en iemand die wel degelijk een naam heeft in diverse opzichten: Glenn Gould.
Wertheimer, de onderspitdelver zelf, hoort Glenn Gould op de eerste dag bij Horowitz spelen en moet dan meteen vaststellen: ‘die speelt Bach zoals het hoort, hij is zelfs beter dan Horowitz en ook beter dan ik, ik zal dat nooit evenaren laat staan verbeteren, voortzetten van mijn carrière als pianist is dus zinloos’. Hij geeft zijn dure piano cadeau aan een kind van 9 jaar en gaat zich bezighouden met filosofie. Hij delft, als het ware, zijn eigen onderspit. De ik-figuur die het boek schrijft heeft ongeveer dezelfde ervaring maar reageert er laconieker op, hoewel ook hij zijn piano wegdoet en schrijver wordt. En zodoende.
Het hele verhaal speelt zich af in het hoofd van de ik-figuur, en wel na afloop van een gebeurtenis die hij al jaren had zien aankomen, lang ook na de dood plotselinge dood van Glenn Gould. (Die overleed in 1982, Bernhard schreef het boek in 1983).
In die lange monoloog – nog versterkt doordat de schrijver afziet van enige aliniëring – ook nog versterkt door een voortdurende bijna monotone herhaling van de feiten, waarbij iedere keer weer een (deeltje van) een nieuw aspect wordt toegevoegd. Je denkt aan gamelanmuziek, maar dat moet je niet overdrijven. (Ik wilde even zeggen: de Goldbergvariaties van Bach. Maar dat zou wel heel pretentieus zijn.) Je bent getuige van wat een menselijk brein de hele dag doet: allerlei zaken overwegen, herhalen, omkeren, terughalen, anders inkleuren; je realiseert je ineens dat, behalve misschien in je slaap, je brein nooit stilstaat en maar bezig blijft met redeneren.
Veel verrassing zit er verder niet in, je ziet vanaf de eerste bladzijde aankomen wat er gaat gebeuren, maar ik zal het hier niet vermelden. En ik kan dus niets zeggen over de kwaliteit van de Nederlandse vertaling vergeleken bij het originele Duits.
Kortom, Je zou iets essentieels missen, als je dit boek niet kende. Boekje, moet ik zeggen, want klein van pocketformaat, 242 pagina’s.
Verschillende boeken van Thomas Bernhard gelezen. Een satiricus (jegens Oostenrijk) die wij ons in NL hadden kunnen wensen. Zo herinner ik me een verhaal, waarin de ik-figuur (uiteraard Bernhard) half Oostenrijk doorkruist. op zoek naar een ‘echte krant’, als ik het goed heb, de Neue Zürcher Zeitung en die pas aan de andere kant van de grens vindt.