Eindelijk gelezen: Madame Bovary
Boekbespreking door Sante Brun
oe lang heeft het niet geduurd: dat ik op veilige afstand heendraaide om Madame Bovary, de roman die Gustave Flaubert onsterfelijk maakte. Want wat zou dat kunnen zijn, een boek over een vrouw in de eerste helft van de negentiende eeuw, de nadagen van de romantiek – diepzinnige graafwerk naar de psyche van de vrouw uit de romantitel, eindeloze reeksen bijvoeglijke naamwoorden, onbegrijpelijke, want inmiddels totaal achterhaalde verhoudingen in een maatschappij die wij ons vrijwel niet meer kunnen voorstellen, een maatschappij in een wereld zonder communicatiemiddelen, zonder één meter asfaltweg, een wereld vol armoedzaaiers onder de knoet van afzichtelijk rijke grootgrondbezitters?
En dan ook nog een boek in het Frans, een taal waarvan ik de grondbeginselen op de hbs heb geleerd, waar ik keurig een rij boeken in heb gelezen, maar die me inmiddels grotendeels ontschoten is.
Maar intussen las ik menig boek dat ook in de negentiende eeuw werd geschreven en uitgegeven – ik noem werk van Eduard Douwes Dekker, Multatuli voor zijn vrienden, wiens werken Max Havelaar en Woutertje Pieterse me wel aanspraken, maar wiens Nederlands inmiddels tamelijk moeizaam leesbaar is geworden.
Dat zou, naast alle andere ‘bezwaren’, dacht ik, ook wel het geval zijn met Madame Bovary.
Maar ik las toch ook The Way We Live Now van Anthony Trollope, verhaal dat wat later in de negentiende eeuw speelt, dat me zeer aansprak. Ik citeer mijn eigen stukje over het boek ‘Soms trof mij ook de gelijkenis van het verhaal met situaties van nu – je zou het een opvallend modern boek kunnen noemen, alleen de veelvuldige breedsprakigheid is typisch negentiende-eeuws.’
En dat geldt ook voor Madame Bovary: afgezien van sommige aspecten van het taalgebruik is het een levende geschiedenis die hier en nu ook nog zou passen.
Madame Bovary is natuurlijk al enkele malen in het Nederlands vertaald, maar uiteindelijk kwam ik terecht bij de vertaling van Hans van Pinxteren uit 1987, in 2009 door hem herzien en van enkele opmerkingen voorzien, uitgekomen in de reeks LJ Veen Klassiek en vorig jaar voor een tientje per stuk bij meerdere boekhandels te koop. (Ik kocht het bij Roelants in Nijmegen).
Hertaling
En wat een totaal ander boek is het dan ik me jarenlang had voorgesteld. Het is duidelijk dat Van Pinxteren een uitstekende vertaler is en dat het boek in zijn huidige vorm behalve een vértaling, ook in feite een hértaling is. Madame Bovary heeft een moderne oogopslag gekregen. Niettemin krijg je, behalve het verhaal over de teloorgang van Emma Bovary, ook een beschrijving van het landschap, details over kleding van mannen en vrouwen, gewoonten en geplogenheden van alledag, de positie van vrouwen (en mannen) in die tijd, dat alles doorspekt met taferelen die het boek herhaaldelijk iets kluchtigs geven. Ook de dan heersende Franse regeringsvorm en met name ook de katholieke kerk krijgen het er flink van langs van Flaubert.
En dat alles rondom het verhaal van Emma Rouault, boerendochter in Normandië, die op de kostschool waar ze een deel van haar jeugd doorbrengt kennis maakt met ultraromantische boeken – die haar het idee geven dat zij voor een dergelijke heftige romantiek in de wieg gelegd is. Toch wordt haar gedweep je niet gauw te veel, ze ontwikkelt zich ondanks haar extremisme tot een levend mens, in wie je je kunt inleven.
Ze trouwt met een dorpsarts, Charles Bovary, weduwnaar, niet erg kundig en een ongelooflijk saaie piet, en een van de karikaturen waar het boek ook zwaar op leunt. Emma krijgt een kind dat snel wordt uitbesteed aan een min, en vindt zo ongeveer de dood in de pot in het achterafdorp waar absoluut niets te beleven is, zeker niet voor iemand met de verwachtingen van Emma. (Het dorp Yonville bestaat echt, het bijbehorende kerkhof is haast net zo groot als het gat zel, maar zoals op het plaatje te zien, is er natuurlijk <- een uitspanning genaamd Le Bovary.)
Het duurt dan ook niet lang dat ze toch glimpen opvangt van een andere wereld: op een bal op een kasteel komt ze letterlijk in aanraking met een vicomte, in haar dorp ontmoet ze Léon, een jeugdige notarisklerk – geen van beiden durft iets, maar dat er een vonk overspringt is duidelijk. Daarna maakt ze kennis met Rodolphe, een rokkenjager die haar wel leuk vindt voor een poosje – Emma stelt zich er heel wat van voor maar blijft toch dat naïeve kind.
Koets
En daarna komt ze Léon weer toevallig tegen, in het naburige Rouen, waar hij inmiddels werkt. Zeer vermakelijk is de lange scène waar Emma en Léon zich in een koets door Rouen en omgeving laten rijden, waarbij het intussen in de koets, achter de gesloten gordijntjes tot eh, een goed en vooral intiem gesprek tussen de twee komt.
Dat is echt een ouderwets puntje in het boek: de wilde seks is vaak goed herkenbaar aanwezig, maar er mag met geen woord over gerept worden anders wacht de auteur de gevangenis in zijn preutse land.
Charles Bovary, die zoals gezegd helemaal niets van dat alles merkt, is geen erg talentvolle arts, zacht gezegd, en hij verdient werkelijk heel weinig met zijn werk. Zeker niet voldoende om aan de exorbitante eisen op het gebied van kleding, juwelen en uitgaan van Emma te voldoen. Maar geen nood: Emma tekent de ene schuldbekentenis na de andere bij de dorpswoekeraar, tot de schuld zover is opgelopen dat er nauwelijks een uitweg meer is voor haar, die bovendien geconfronteerd wordt met haar stuk voor stuk eerloze minnaars. Even doemt de gedachte op aan prostitutie als oplossing voor het schuldenprobleem, maar uiteindelijk slaat ze de hand aan zichzelf.
Kortom, zou je zeggen, er is weinig veranderd in de 150 jaar die sindsdien zijn verstreken.
Flaubert haalde op deze manier de literatuur hardhandig weg uit de romantiek, die destijds op haar laatste benen liep, of beter: vervangen werd door een wat nuchterdere vorm van romantiek, een romantiek met zure en scherpe kantjes, zonder veel van de oude illusies.
Doe mij nog maar zo’n boek.
Oblomov van Gontsjarov staat ook in die reeks van Veen. Eens kijken of dat er nog is, voor een tientje. Of zo.
Ivo de Wijs heeft ‘Woutertje Pieterse’ hertaald. Het is niet door iedereen met gejuich ontvangen.