Onderhoudende tragiklucht
e ‘vrolijke familiefilm’ April, May en June is een beetje aangekondigd als een feelgoodfilm, of anders desnoods als een ‘familiefilm met een lach en een traan’. Ik zou er eerder een nieuw woord voor willen gebruiken: een tragiklucht.
Moeder Mies van vier inmiddels meer dan volwassen kinderen (gespeeld door Olga Zuiderhoek), alle vier met een ‘eigen’ vader, roept haar drie dochters bij elkaar en deelt hen plompweg mee dat ze uitgezaaide longkanker heeft en uitbehandeld is en op haar aanstaande verjaardag geëuthanaseerd zal worden. ‘Ik ga dood.’
De meiden April, May en June (Linda de Mol, Elise Schaap en Tjitske Reidinga, heerlijk, Ttjitske!) schrikken zich natuurlijk een hoedje, maar omdat moeder er geen bijzonder drama van maakt gaan ze zich op het onvermijdelijke voorbereiden, want er is werk aan de winkel: de respectieve vaders moeten worden opgespoord en dat is nogal wat werk, vooral voor de vader van Jan, het jongste kind die een autist van formaat is. Jan heeft een aquarium met zeepaardjes en is verder gesteld op, nee, afhankelijk van een ijzeren regelmaat die niet onderbroken kan worden. Moeder Mies heeft dan ook besloten dat Jan in het kapitale woonhuis blijft wonen en een van de dochters moet zich over hem ontfermen.
De vader van Jan is het moeilijkst te vinden, Jan (inderdaad, geboren in januari) is namelijk het ‘product’ van een one-nightstand met een veel jongere knaap naar wie nog een hele speurtocht op touw wordt gezet.
Er doen zich diverse ontwikkelingen voor die je ook in een soap zou verwachten maar uiteindelijk breekt het moment aan waarin de huisarts de beslissende injectie toedient in een scène die geraffineerd is gefilmd en menigeen een traan doet wegpinken, ook al omdat we door het uitstekende spel van iedereen in anderhalf uur een zekere band met ze hebben opgebouwd.
Daarbij moeten ook de rol van Mark Rietman nog worden genoemd en vooral die van Bas Hoeflaak, die de rol van Jan speelt (en inmiddels ook bekend is als de burgemeester van Harkum). Hoeflaak vertelde vorige week in de talkshow Pauw hoe hij zich heeft ingeleefd in de rol van autist, door video’s te kijken over de autist Kees Momma – en die studie is niet vergeefs gebleken. Hoeflaak ís gewoonweg Kees.
Voor menigeen de klap op de vuurpijl zal het tegen eind opduiken van de Amerikaanse acteur Patrick Duffy, die in de inmiddels antieke soap Dallas de piepjonge Bobby Ewing was. Hij is inmiddels een krasse zeventiger met een staart maar die ondeugende twinkeling in de ogen heeft hij nog. Volgens hem werd hij aangetrokken door het rolletje in de April, May en June omdat zijn echtgenote enkele jaren op pijnlijke wijze is overleden; in de VS is euthanasie is in 49 van de 52 staten niet toegestaan.
Kortom, een onderhoudende, goed gemaakte film (regie Wim Koopman) tegen de sinistere achtergrond van de naderende dood van Mies. Op Europees niveau kan hij goed mee, en deed mij deden denken aan een bepaald genre films uit Frankrijk (ik noem Fête de famille) en uit Nederland De Liefhebbers.