Nederland was vol in 1950
Peter Stiekema
ecente voorspellingen van de bevoegde instanties wijzen erop dat het aantal inwoners van dit land rond 2030 met ongeveer 1 miljoen stuks zal zijn gegroeid tot pakweg 19,5 miljoen. Er wordt uitgegaan van een stijging van ongeveer 100.000 per jaar, voor het grootste deel niet-westerse asielzoekers, zo’n 50.000 per jaar. De overige toevloed wordt toegeschreven aan een geboorteoverschot en een groei van het aantal arbeidsmigranten uit ontwikkelde landen.
Er wordt nu relatief verbaasd opgekeken van deze getallen, maar ik heb ze in eerder verschenen recente columns al eerder genoemd, zei hij bescheiden.
Al vlak na de oorlog achtte de toenmalige regering ons land vol. Desalniettemin hadden onze vrinden uit Duitsland tussen 1940 en 1945 hun uiterste best gedaan om de bevolking hier te lande te decimeren, maar ondanks hun ‘successen’ steeg het aantal inwoners van 8.834.000 in 1939 naar 9.220.000 in 1946. Toegegeven, aan dat laatste getal hebben de bevrijdingsfeesten van na mei 1945 ook nog het een en ander bijgedragen.
Direct na de oorlog werd ons land geconfronteerd met de bevrijdingsdrang van onze kolonie in Indië en werden voor de troepentransporten in die richting drie in 1944 gebouwde, maar al in 1946 opgelegde Amerikaanse troepentransportschepen gekocht, die de namen Groote Beer, Zuiderkruis en Waterman kregen. Die schepen werden na het echec van de politionele acties in Indonesië, vanaf 1951 gebruikt als emigratieschepen, hoewel ook veel oude KNIL-militairen met deze schepen naar ons land werden vervoerd.
Nederland was dus vol en emigratie moest worden gepropageerd. In de periode tot pakweg 1959 werden met de drie voornoemde schepen ongeveer een half miljoen landverhuizers naar respectievelijk Canada, de VS, Zuid-Afrika en Australië/Nieuw-Zeeland getransporteerd.
Maar ook landen als Frankrijk en Denemarken waren in die tijd emigratielanden, hoewel de juiste getallen hier ontbreken. Die emigratiebeweging eindigde omstreeks 1959. In dat jaar, 60 jaar geleden, telde ons land 11.224.000 inwoners. Dat betekent dat er anno 2019 nog eens ruim 6 miljoen mensen zijn bijgekomen, van een tamelijk divers pluimage. Nederland werd van een emigratieland een immigratieland. En zoals boven omschreven, komen er nog eens minstens 1 miljoen mensen bij tot en met 2030. De vraag die gesteld moet worden is of we dat aantal nog kunnen bergen. Nu al ligt de woningbouw stil, en kreunen we onder de milieumaatregelen, of gaan we dat binnenkort nog doen.
Een miljoen mensen extra betekent ook weer een substantiële verhoging van CO2- en andere vervuilingen. Maar de Groote Beer, de Zuiderkruis en de Waterman zijn al lang geleden opgelegd en gesloopt, waarschijnlijk in Derde Wereldlanden, onder abominabele omstandigheden. Die schepen bieden geen soelaas meer. Maar wat of wie dan wel? Onze regering krijgt nu al niets van enige betekenis opgelost.
Ik schrijf 19,5 miljoen in de eerste alinea. Dat moet 18,5 miljoen zijn, ongeveer 1 miljoen meer dan nu. Die 19,5 miljoen halen we pas in 2040, naar zich nu laat aanzien.