Rake klappen met een knipoog
Filmbespreking door Sante Brun
Sommige recensenten hebben minder aardig geschreven over de nieuwe film van regisseur Arne Toonen, Black Out, omdat ze nu eenmaal niet van het genre houden. Ik denk dat je dan de recensie door iemand anders had moeten laten schrijven. Nou ben ik zelf ook geen groot liefhebber van films met overmatig en overbodig geweld, ook niet van 3D en van fantasy. Tegen die achtergrond kan ik van de film van Toonen zeggen: ach, een deel van het geweld was voor mij niet nodig geweest, maar ik heb me zeer vermaakt met de ingewikkelde slapstick waarin zo ongeveer iedereen een op de lachspieren werkende ernst aan de dag legt.
Een parodie op al die bloedserieuze Amerikaanse misdaadfilms, waarvan je vaak de plot maar moet raden en waarna je in verwarring de bioscoop verlaat, onwillekeurig het bloed van je handen aan je broek afvegend. Black Out is een filmtechnisch bijna perfect stukje werk. Inderdaad, zoals Toonen ergens zei: ‘Een komische misdaadfilm.’ De zonnebril die hij er bij op had accentueerde dat nog eens.
Zusjes Schuurman
Het enige puntje van kritiek dat ik kan opbrengen – dat moet altijd, in een serieuze recensie – is dat ik natuurlijk blij ben met elke keer dat ik de zusjes Birgit en Katja Schuurman te zien kan krijgen, maar dat hun rol in Toonens film ‘over the top’ is en vooral: er een beetje aan de haren bijgesleept. Nu zijn alle figuren in de film zwaar over the top, dus dan valt het wel weer mee. De twee kunnen aardig effectief overweg met sierbijl en honkbalknuppel, dat dan weer wel.
Je kunt ook zeggen dat het feit dat Toonen er een rol in geschreven heeft voor zijn echtgenote en zijn schoonzusje bijdraagt aan het misdaadkomisch gehalte van de film.
Het ‘onderliggende’ boek Merg en Been van Gerben Hellinga ken ik niet, wat deze schrijver betreft ben ik blijven steken bij De ochtendverse schoen uit 1968. Maar Black Out is alleen gebaseerd op Merg en Been, ook alweer 27 jaar oud. Ik moest tijdens de film geregeld denken aan de veel te sterk ondergewaardeerde roman Bloed van Beau van Erven Dorens.
Het verhaal: Jos Vreeswijk, die, zo blijkt, enigszins thuis is in een vaag met drugshandel gerelateerd crimineel circuit, wordt op een ochtend wakker naast een lijk en heeft geen idee hoe hij samen met dat deerlijk verminkte gezicht in bed terecht is gekomen. Wat je noemt een black-out.
Hondentrimsalon
Uiteraard is het vervolgens zaak van het lijk af te komen. Maar intussen wordt het Vreeswijk steeds duidelijker dat er twintig kilo cocaïne vermist wordt en dat hij daar scheef op wordt aangekeken door diverse figuren die azen op deze fraaie buit. We zien een onwaarschijnlijk bejaarde (Edmond Classen, vooral bekend van de tv-serie Vrienden voor het leven) die de beide dames Schuurman als lijfwacht heeft) een keiharde mevrouw Coca Inez (Renee Fokker) en de van oorsprong Russische eigenaar van een bowlingbaan, Vlad (zeer naturel gespeeld door de Britse acteur Simon Armstrong) en nog een heleboel andere figuren, tot en met twee rappers, Willy Wartaal en Kempi, die met overgave de rol spelen van boodschappenjongens tegen wil en dank – de scène waarin ze onder bedreiging van een handvol wapens proberen uit te leggen dat zij, althans een van de twee, geen hondenuitlaatservice exploiteren maar daarentegen een hondentrimsalon wil ik nog graag een paar keer terugzien. Net als de deus ex machina die nodig blijkt om een patstelling waarbij vijf man elkaar met vuurwapens bedreigen tot een goed einde te brengen. Nou ja, wat je dan eventueel een goede einde kunt noemen, in het kader van een misdaadkomedie.
Bowlingballen op Moussorgsky
Met het lijk wordt gezeuld, de coke wordt gevonden en weer verloren en nog eens gevonden en weer verloren en vervangen door iets anders, we zien een onwaarschijnlijk tweegevecht in een rijdende auto en een prachtig handgemeen op de bowlingbaan waarbij kegels en bowlingballen worden gebruikt op de tonen van Nacht op de kale berg van Modest Moussorgsky. (Een behoorlijk over the top gespeelde versie.) Niemand vertrouwt wie dan ook, we zien politiemannen die alle regels aan hun laars lappen, anders kom je nergens, Horace Cohen speelt Rex die alleen maar slachtoffer lijkt maar ook een tijdje de coke ‘beheert’ – hij was vrijdagavond in Heerlen aanwezig bij de eerste vertoning aldaar van de film, het gaat weer beter met zijn oog – Ursul de Geer is een fraaie advocaat en consigliere – en uiteindelijk komt het allemaal goed. Al raakt eigenlijk iedereen, naar goed gebruik, wel zwaar beschadigd in the process.
Alle rollen zijn eigenlijk de bekende clichés, maar allemaal met een knipoog en zoals dat tegenwoordig heet ‘met een twist’.
Het blijkt dat Rotterdam, waar de film in oktober en november vorig jaar in onwaarschijnlijke korte tijd is opgenomen, een veel betere plek is voor zoiets dan Amsterdam met die eeuwige leuke geveltjes en grachtjes. De ambiance van de Maasstad, de casting, de fotografie, de flitsende montage en het dolle verhaal maken van deze film een volwassen product dat niet alleen goed is voor een avondje vermaak in de bioscoop maar dat ook naar meer smaakt.
Er zijn al plannen, hoorde ik.