‘Zeker opgehangen’
Peter Stiekema
it stukje is bedoeld voor mensen met een wat macaber gevoel voor humor. Dus straks niet zaniken dat ik u niet gewaarschuwd heb. Hier gaat-ie dan. Er schijnt een speciaal nummer te zijn voor mensen met zelfmoordplannen. Dat nummer is, laat ik het vooral niet fout opschrijven, 0900-0113. Dan krijgt u, als het goed functioneert, een vriendelijke meneer of mevrouw aan de lijn, die u van uw plannen probeert af te brengen.
Op de een of andere manier is dat nummer door nogal wat mensen ingekort tot 113, analoog aan het ‘rellen, rampen-rotzooinummer’ 112. Maar als je 113 draait kreeg je niets. Het nummer bestond niet. Inmiddels hebben twee mensen, die getracht hebben via 113 hulp te krijgen, zelfmoord gepleegd. Hebben die dan geen vrienden, familie, kennissen of collega’s waar een goed gesprek mee kan worden gevoerd, vraag je je dan af.
Het is nu de bedoeling om dit nummer, 113, inderdaad in het leven te roepen. Voorlopig verwijst het alleen nog naar het volledige nummer, dat ik hier boven heb ingetikt.
Ik vraag me af hoe zo’n gesprek eigenlijk verloopt. Ik heb een poging gewaagd me zoiets voor te stellen:
Hulpverlener: Waarmee kan ik u helpen?
Cliënt: Ik zie het niet meer zitten, ik wil zelfmoord plegen.
Hulpverlener: Doet u dat toch niet, het is vandaag zo’n mooi weer.
Cliënt: Daar word ik juist zo depressief van.
Hulpverlener: Kom meneer, niet zo somber.
Telefoon: tuut tuut tuut
Hulpverlener: Zeker opgehangen.
Zelf ook maar eens geprobeerd het nummer te bellen. Dat lukte, maar er waren vijftig wachtenden voor mij. Als wachtmuziek klonk het liedje Allways look at the bright site of life. Toepasselijker kon haast niet. En ieder geval wat positiever dan bij voorbeeld de Mars Funèbre.
Hulpverlener bij een anti-zelfmoordtelefoon lijkt me wel het meest trieste beroep ter wereld, erger nog dan een opbouwwerker in een afbraakbuurt.