Lang wachten op een wereldkampioen
Peter Stiekema
e wachten al heel lang op een wereldkampioen wielrennen bij de beroepsrenners. Joop Zoetemelk was in 1985 de laatste. Het Nederlandse reeksje van profkampioenen begon pas na de Tweede Wereldoorlog. Theo Middelkamp was de eerste, in 1947, zeventien jaar later gevolgd door Jan Janssen (1964) In 1969 verraste Harm Ottenbros vriend en vijand, gevolgd door Hennie Kuiper (1975), de betreurde Gerrie Knetemann (1978) en Jan Raas (1979). Na Zoetemelk begon het lange wachten met nog een drietal podiumplaatsen (Adrie van der Poel, Steven Rooks en Leon van Bon) maar geen kampioenstrui meer. En nu is iedereen ervan overtuigd dat de zoon van Adrie en kleinzoon van Raymond Poulidor, Mathieu van der Poel (-> foto Wikipedia), de te kloppen man is. Hij is zo torenhoog favoriet, dat hij eigenlijk alleen maar kan verliezen.
Ik maak me dan ook geen illusies. Van der Poel is de enige kopman van het vaderlandse achttal, maar de tegenstand is sterk. De Belgen starten met drie kopmannen, Gilbert, in ijzersterke vorm, getuige zijn twee etappeoverwinningen in de Vuelta, Van Avermaet, een sterke fighter en de jonge, pas 19-jarige neoprof Remco Evenepoel, woensdag nog tweede in het WK-tijdrijden. Ook de Italianen vormen een krachtig collectief van wie Mateo Trentin in de Tour of Britain een paar weken geleden de eerste belager van een toen superieure Van der Poel was. En dan fietsen er ook bij andere landen nog een aantal potentiële titelkandidaten rond. De Belgen lijken me de belangrijkste tegenstrevers van Mathieu. Als Evenepoel het op zijn heupen krijgt en die vertrekt op zo’n veertig kilometer van de meet in Harrogate, alleen of met een klein groepje, dan is de vogel wellicht al gevlogen. Want de rest van de Nederlandse ploeg lijkt me niet sterk genoeg. De concurrentie zal ongetwijfeld roepen: ‘Lossen jullie het maar op nu.’ Maar ik hoop van harte dat ik het helemaal mis heb. Ik vrees helaas van niet. Maar een spannende strijd zal het ongetwijfeld worden.
Genoeg over de mannen, laten we nu de vrouwen even in ogenschouw nemen. Daar heeft Nederland zaterdag drie uitgesproken kandidaten voor de wereldtitel, Anna van der Breggen, uittredend wereldkampioen Annemiek van der Vleuten en Marianne Vos, die de laatste maanden een uitstekende vorm etaleert en dit seizoen al meer dan twintig wedstrijden heeft gewonnen. Op het WK-tijdrijden dachten we woensdag de wereldkampioene binnen de vaderlandse gelederen te houden. Toch werden we verrast door een Amerikaanse reuzin, die de concurrentie op meer dan anderhalve minuut reed. Als de sterke Nederlandse ploeg erin slaagt als een collectief te rijden, dan kan de titel ons land eigenlijk niet ontgaan, maar als de drie alphadames vechten om een been (zoals bij het EK-2018 in Glasgow) dan fietst een Italiaanse er snel mee heen. Oppassen dus.
Volgend jaar hebben de heren profs in Zwitserland geen schijn van kans. Op naar 2021 (Leuven) dan maar.