De westernacteur en zijn duvelstoejager
Sante Brun
uim drie uur duurt de film Once upon a Time in Hollywood, en zoals je mag verwachten bij een product van Quentin Tarantino: je verveelt je geen seconde. Het is op zich het bekende recept: er wordt bij het leven geciteerd uit Hollywoodfilms, en het wereldje aldaar wordt stevig op de hak genomen.
Kenners hebben al laten weten dat deze film wat minder is dan de eerdere producties van rasfilmer Tarantino, maar laat je daardoor niet afschrikken: als je echt ren filmliefhebber bent, vooral als je specialiteit Tarantino is, verkneukel je je waar je bij staat.
Brad Pitt en Leonardo di Caprio zijn respectievelijk een acteur, gespecialiseerd in westerns, die nogal op zijn retour is en zijn stuntman, die ook maar moeilijk aan werk kan komen.
Verder is er een korte maar uitstekende rol van Al Pacino als iemand die kan bemiddelen om acteurs toch aan het werk te krijgen.
Di Caprio is ook chauffeur van Pitt en diens duvelstoejager. Terwijl de acteur in een fraaie villa woont, huist de stuntman in een ouwe caravan – met zijn vervaarlijke hond, die een beslissende rol speelt in de afloop van de film.
Het heeft feitelijk geen zin om het hele verhaal te vertellen, mede omdat het op zich eigenlijk geen verhaal is. We zien het maken van opnamen voor een western die nog het meest lijkt op een spaghettiwestern en als apotheose iets dat op de moord op Sharon Tate (de toenmalige echtgenote van regisseur Roman Polanski) door de Manson Family had moeten uitdraaien, maar dan op zijn Tarantino’s door elkaar gehaspeld, de liefhebbers weten precies wat ik daarmee bedoel. Charles Manson zelf zien we ook nog een paar seconden: wel goed opletten.
Er komt nogal wat grof geweld in voor, zo grof dat het ongeloofwaardig wordt. Zoals bedoeld. Het is en blijft Tarantino.
En nadat alle bloed is opgeruimd en de stuntman blijmoedig lachend met een ambulance is afgevoerd gaat de acteur gezellig bij de buren aan voor nog een afzakkertje – het zal intussen wel bijna ochtend zijn.