Rembrandt en Leiden
embrant Harmansz van Rijn van Leyden’ staat in het Amsterdamse archief van de burgerlijke stand bij de aankondiging van het huwelijk in 1634 van de schilder en de Leeuwarder burgemeestersdochter Saskia van Uylenburgh.
Rembrandt en Leiden. Daar, in de tweede stad van Holland (destijds) is hij in 1606 als zoon van een molenaar geboren en daar is al heel vroeg zijn genialiteit erkend door niemand minder dan de geleerde diplomaat en dichter Constantijn Huygens. Je hoeft geen Leidse chauvinist te zijn (zoals de schrijver van De jonge Rembrandt, Onno Blom, toegeeft) om de doorslaggevende betekenis van die stad voor de vorming van de meester te onderkennen.
Rembrandt schilderde een Heilige Familie met een wiegje van wilgentenen, dat wil zeggen van een type waarin hij zelf zou kunnen hebben gelegen. | Blom slaagt er in, die Leidse voedingsbodem overtuigend aan te tonen. ‘De jonge Rembrandt’ komt dan ook eerder over als een levendige beschrijving van een tijdsgewricht dan als een biografie. (Een periode, waar niet alles goud was wat er blonk, zoals ons recentelijk onder de neus is gewreven.) De beste verklaring voor de nadere aanduiding ‘een biografie’ lijkt me dan ook de levensbeschrijving van Jan Wolkers, waarmee Otto Blom is doorgebroken en waarvoor hij in 2018 is gelauwerd. |
Houd het maar op een kwestie van marketing. Maar in essentie: als het over het leven van de jonge Rembrandt gaat, eindigen te veel zinnen in het boek met een vraagteken.
Universiteit
Gelukkig zijn er ook volop zekerheden. Zoals die over de betekenis van Leidens Ontzet (3 oktober 1574) voor het moreel van het vaderland tijdens de Tachtigjarige Oorlog: ‘Leiden ontzet, het land gered’. Het heet dat de stad aan haar heldendom de eerste universiteit van de noordelijke Nederlanden heeft te danken. Rembrandt was – na de Latijnse School – enkele jaren student aan deze academie, voordat hij definitief voor het schildersleven koos en had aan deze stedelijke ambiance zijn kennis van ‘wetenschappelijke ontdekkingen, vreemde verzamelingen, theologische discussies (rekkelijken en streng-calvinisten!) bijbelse, mythische en historische verhalen’ te danken. Dit bepaalde zijn denken en zijn schilderkunst die in die tijd als ‘experimenteel’ werd gezien. Daarbij wedijverde hij met stadgenoten als Jan Lievens en leerde hij bij wijze van spreken een grootheid als Peter Paul Rubens een lesje.
Leren kijken
Wat het boek vooral bijzonder maakt is het feit dat Blom de lezer mede aan de hand van vele reproducties, analyserend, naar het werk van Rembrandt leert kijken. Want uiteindelijk draait het daar toch om. De onovertroffen kunst die zoveel meer bevat dan die voortdurend in het Rijksmuseum door toeristen omringde Nachtwacht. Rembrandt ook als etser en tekenaar. Er valt zoveel meer uit te halen over de groei en ontwikkeling van de man dan uit duizend archiefwoorden.
Jammer alleen dat uitgever De Bezige Bij voor die reproducties geen glanzend papier heeft gebruikt; daardoor komen niet alle getoonde werken (licht en donker!) even goed tot hun recht.
Onno Blom loopt en vaart door Leiden in een AVRO/Tros-serie, getiteld ‘Het Raadsel Rembrandt’. https://www.avrotros.nl/het-raadsel-rembrandt/gemist/detail/item/het-raadsel-rembrandt-aflevering-1-28-09-2019/
En van november tot februari is in het vernieuwde Museum De Lakenhal in Leiden een tentoonstelling te zien over, en met werken van de jonge Rmbandt: https://www.lakenhal.nl/nl/verhaal/tentoonstelling-jonge-rembrandt