‘Charité at war’, topper op Netflix
Het verhaal van Charité speelt zich af in de oorlogsjaren 1943-1945 en geeft een indringend beeld van de beklemmende situatie in de hoofdstad van het Derde Rijk, waarin geïndoctrineerde slechteriken tegenover de goede Duitsers, onder wie de volstrekt integere hoogleraar chirurgie Ferdinand Sauerbruch (schitterend vertolkt door Ulrich Nöthen) staan. Een in zijn vak aanvankelijk autoritair maar ook laconiek-geestig overkomende wetenschapper, die in het centrale ziekenhuis de touwtjes stevig in handen heeft en tegen de verdrukking in ook houdt.
In de onvoorstelbare ellende (ik vond daarvan toevallig, uitstekend samengevat, de bevestiging in een boek van de Britse historicus Antony Beevor) weet hij zich staande te houden. Waarschijnlijk vanwege zijn wereldreputatie durven de Nazi’s hem niet aan te pakken. Maar dat Sauerbruch na de oorlog de Nobelprijs ontging is kennelijk toch aan zijn Duits zijn te wijten.
Euthanasie
‘Niet bij ons,’ verzekert Sauerbruch een uit de Elzas afkomstige collega, die stiekem via de radio de naar Amerika uitgeweken schrijver Thomas Mann heeft beluisterd over de euthanasie-praktijken in Nazi-Duitsland. Inderdaad, niet in het Charité, maar wel in een nabij gelegen kinderziekenhuis, waarop de professor geen greep heeft. Daar vinden ook experimenten plaats met een anti-tbc-serum op kinderen van ‘uitgestotenen’, die deswege niet om toestemming hoefde te worden gevraagd. Dat Charité probeert en passant wel gewonde oostfrontstrijders te beschermen, die worden verdacht van zelfverminking. En homosexuelen, die zoals men weet net als Joden, Sinti en Roma het vernietigingskamp riskeerden.
Voortdurend ligt verraad door fout personeel op de loer. Een ontroerend en voor hen die de oorlog hebben meegemaakt zeer herkenbaar moment: als Sauerbruch in de intimiteit van zijn gezin van tafel opstaat, een grammofoonplaat met muziek van Bach opzet en zegt: ‘Hoe is het mogelijk dat in een land met deze cultuur, zulke misdaden worden bedreven.’
Heel mooi vind ik ook in deze epsiodenfilm (een ‘seizoen’) de verweving van de gespeelde scènes met originele beelden van het toenmalige Berlijn, vaak in kleur.