De Leeuwen van Sicilië
Boekbespreking door Sante Brun
ientallen boeken zijn er over geschreven, ooit waren ze een soort ongekroonde koningen, eerst van Sicilië, daarna van heel Italië, met interessante uitlopers naar Noord- en Zuid-Amerika, de familie, zeg maar rustig: de dynastie Florio. In 2017 verscheen nog een lijvig boekwerk onder de titel I Florio. Regnanti senza corona, De Florio’s, ongekroonde heersers. Maar hier in Nederland heeft nooit iemand van ze gehoord. Nou, helemaal onbekend zijn ze uiteraard niet – autoliefhebbers kennen wel de Targa Florio, een van die krankzinnige autoraces op de Italiaanse openbare weg uit de eerste helft van de vorige eeuw. En wijnliefhebbers willen nog wel eens een glaasje Marsala van het merk Florio drinken – Marsala met ei is zo’n wonderlijke Siciliaanse vinding.
De glorietijd van het geslacht is alweer een poosje aan de tanende kant, maar langs de kustweg van Mazzara del Vallo naar Marsala op Sicilië vind je nog altijd die enorme, felwitte gebouwen met het trotse logo ‘Cantine Florio’ en een leeuw die op het punt staat zijn prooi te bespringen.
Nederlands
In een boekhandel in Italië vond ik de roman I Leoni di Sicilia door Stefania Auci, die de opkomst van het geslacht Florio beschrijft. Uit op internet gevonden gegevens blijkt dat het boek ook in het Nederlands vertaald gaat worden, en dat zal een goed idee zijn. Wel, het boek zal met name bij de lezers van de boeken van Elena Ferrante zeker in de smaak vallen, met dien verstande dat het hier een sterk geromantiseerd verhaal op historische grondslag betreft.
De hoofdfiguur in het boek is Vincenzo Florio, die zich opwerkt tot een succesvol en ook politiek invloedrijk zakenman. Hij wordt sterk getekend door de liefdeloze relatie van zijn ouders, de effectieve leiding die hij vindt bij zijn oom Ignazio; maar ook wordt hij gevormd door de Palermitanen, die hem en zijn familie verachten omdat hij een boertje uit Calabrië is dat van armoe naar de grote stad is getrokken. Zijn wil om groots te slagen wordt mede aangewakkerd door de houding van de verarmde adel van Sicilië die hem uitlacht omdat hij verliefd is geworden op een adellijke dochter. Zijn wraak zal dan ook zoet zijn. De handel in kruiden en specerijen die Vincenzo’s vader en oom stichtten neemt al snel een grote vlucht en wordt uitgebreid met de handel in allerlei andere artikelen, onder andere kinine, (en later dus Marsalawijn) wordt uitgebreid waarbij hij trefzeker gebruik maakt van de opkomst van de stoomkracht als aandrijving voor schepen en machines.
Vincenzo’s liefdesleven gaat niet over rozen – hij wordt verliefd op Giulia, niet van adel maar wel van stand en dan weigert zijn moeder toestemming te geven voor het huwelijk, zij wil vasthouden aan de traditie dat een kind trouwt met de partner die zijn ouders voor hem hebben uitgezocht. Intussen verdiept het boek zich in het liefdesleven van Vincenzo en Giulia – zij is trots en stoer, ze lijdt wel onder de verachting die haar ten deel valt als ongetrouwde moeder van drie kinderen, hij kan slechts met grote moeite zijn zachte kant tonen, dat lukt eigenlijk pas als hij na een beroerte op zijn sterfbed ligt.
Visconti
Voor een historische roman verwijdert dit boek zich wel erg ver van de historische feiten. Nergens is natuurlijk bruikbaar bronnenmateriaal te vinden voor de gedachten en gesprekken van de romanfiguren. Auci strijkt soms rakelings langs de bewoordingen van een goedkope stuiversroman. Niettemin brengt zij je helemaal in de sfeer van het negentiende-eeuwse Sicilië, je ziet voor je geestesoog soms beelden uit de film Il Gattopardo van Luchino Visconti met Claudia Cardinale, Burt Lancaster en Alain Delon.