Colette gaat naar Parijs
Sante Brun
an Sidonie Gabrielle Colette heb ik, schandelijk genoeg, nog nooit iets gelezen. Gehoord of gelezen over haar, dat had ik wel, al is ook dat lang genoeg geleden om me er niets van te herinneren. Wie leest er tegenwoordig, buiten Frankrijk uiteraard, nog Franse literatuur? Ik ken in mijn omgeving niemand, nou misschien Emile H., die ik wel eens over Paul Verlaine heb gehoord. Maar dat is een dichter en opnieuw die vraag: wie leest er tegenwoordig nog wel eens Franse gedichten?
Een korte speurtocht op internet levert op: dat er wel enkele boeken van Colette tweedehands verkrijgbaar zijn, althans in Nederlandse vertaling. Verder, ook voornamelijk tweedehands, in het Duits, Engels en Italiaans. Bij de Franse Amazon is een deel van haar werken in het Frans – ze schreef een veertigtal romans – nog wel verkrijgbaar. Weinig meer te merken van deze vrouw die in 1954 een staatsbegrafenis kreeg.
Inmiddels heeft de Britse regisseur Wash Westmoreland (oa. Still Alice) een prachtige film over Colette gemaakt. De korte samenvatting van het filmscenario doet direct denken aan een andere recente film: The Wife, over een schrijfster wier boeken onder de naam van haar man zijn uitgegeven en die daar genoeg van heeft als haar man er de Nobelprijs voor Literatuur voor krijgt – overigens een fictief verhaal.
Het verhaal van Colette is waargebeurd. Ze is een ietwat naïef meisje (dat gaat na aankomst in Parijs gauw over, trouwens) als ze bewondering en ook liefde opvat voor een oudere man en uit haar dorp met hem meegaat naar Parijs. Hij, Henry Gauthier-Villars, die uitgever van beroep is, maar die zich ontpopt als een rokkenjager, fuifnmmer, schuinsmarcheerder, ronduit slecht karakter en gokker, blijkt voortdurend op de rand van bankroet te zweven, tot hij uit de brieven die Gabrielle schrijft opmerkt dat ze een groot schrijftalent moet hebben. Hij dwingt haar een eerste roman te schrijven (over haar jeugd) die meteen een doorslaand succes is. En die verschijnt onder zíjn naam: Willy.
De film speelt zich af in de jaren rond de vorige eeuwwisseling, waarin de negentiende-eeuwse preutsheid plaats begint te maken voor de ietwat smoezelige seksuele vrijheid van het Parijse Oh la la. De boeken die Colette schrijft gaan daar helemaal in mee, tot het een uitgever iets te gortig wordt als ook de damesliefde een onderwerp voor Colette blijkt.
Het feit dat Henry haar boeken onder zijn naam laat verschijnen lijkt haar overigens weinig uit te maken, ook al omdat tout Paris al snel blijkt te weten hoe de vork echt aan de steel zit. Pas nadat Henry naar haar smaak wel erg vaak vreemd gaat en als toppunt van brutaliteit zonder haar te raadplegen de aueursrechten van haar boeken voor een appel en een ei verpatst, om snel aan wat contant geld te komen, maakt ze een einde aan de relatie.
Dat neemt inmiddels niet weg dat Colette zelf ook met anderen het bed deelt, met vrouwen, wel te verstaan. Met de markiezin Mathilde de Morny (‘Missy’) is het al snel dik aan. En via haar komt ze in het Parijse variété terecht. Een scène in de voorstelling Rêve d’Egypte, waarin ze een vrouw kust, is aanleiding tot een vechtpartij onder de toeschouwers, indertijd niet ongebruikelijk in het levendige Parijse kunstleven. De scenarist heeft die scène een paar jaar naar voren gehaald, want de Rêve speelde zich in werkelijkheid af na de scheiding.
Feitelijk beslaat de film tien jaar van Colettes leven.
En hij is prachtig gemaakt, mooier dan The Wife, die het koele Noorden ademt, terwijl deze film warmbloedig en indringend werkt, precies de stijl waarvoor de film is uitgevonden: met uiterst zorgvuldige cameravoering en montage wordt heel veel verteld zonder het te laten zien, zelfs de seksscènes bestaan louter uit aanduidingen van wat er gebeurt, vrijwel niets expliciets. Dat maakt de film een grandioos kunstwerk, waarbij een indringend beeld wordt geschapen van de sfeer in die jaren in Parijs, en met de actrice Keira Knightley, die Colette speelt als een grote ster.