Prinsesselijke bevalling
Het woord prinsesselijk bestaat niet. Dan maar nieuw gemaakt, want een prins bevalt niet (tenzij hij wel bevalt, natuurlijk).
Mark Traa duikelt uit krantenarchieven vrijwel dagelijks curieuze berichten op en plaatst die dan op Twitter (@marktraa) Zoals dit –> ‘Januari 1938: de weg voor Paleis Soestdijk wordt afgesloten en het luchtruim gaat dicht zodat de geboorte van prinses Beatrix in alle rust kan plaatsvinden.’
Nadat die bevalling voorspoedig was verlopen, had in onze familie een heftig voorval (zo noem ik het maar) plaats.
Ik heb het uit de eerste hand, was in die tijd nog te klein om het mee te beleven.
Nadat het nieuws over de geboorte van de toekomstige kroonprinses bekend was geworden stroomden de verslaggevers natuurlijk te samen voor de hekken van Paleis Soestdijk. Vervolgens verscheen daar de kermisreiziger (zo wilde hij genoemd worden) Joop Groninger, gespecialiseerd in het vertonen van vooral exotische dieren, met een levende ooievaar, voorzien van een oranje strik om de nek en werd… ten paleize toegelaten! De Dierenbescherming bestond al wel , maar geen mens die zich in die tijd over dieronvriendelijkheid druk maakte.
‘Ik maak ‘m koud!’
Gespannen wachtten de journalisten zijn terugkeer af, maar – wat een teleurstelling – ome joop, zoals hij onder zijn collega’s bekend stond, maakte wegwerpgebaren en riep zoiets als: ‘dit is als exclusief vergeven’ om zich naar zijn woonwagen in Breda te spoeden. Daar had-ie inderdaad een afspraak voor een interview met mijn vader, die schreef voor het Dagblad van Noord-Brabant (voorloper van BN-DeStem).
De concurrent, de Bredasche Courant, kon dit uiteraard moeilijk verkroppen en stuurde een verslaggever naar de woonwagen van Groninger om – daaronder gehurkt – het gesprek af te luisteren. Zoals altijd, was het tussen Joop en mijn vader een gezellige boel, waaraan ongetwijfeld ook een borreltje te pas is gekomen. En het ging over meer dan over die gestrikte ooievaar. Stond er de volgende dag in de BC: ‘Wat daar in die woonwagen is besproken, leent zich niet allemaal voor weergave in deze kolommen.’
Laaiend was Joop Groninger. Hij verscheen bij ons thuis en riep: ‘Ik maak ‘m koud!’. Zo’n vaart liep het natuurlijk niet. Het eind van de geschiedenis was, dat Joop de burelen van de BC binnenstapte om verhaal te halen. De ‘stoute’ verslaggever zou van schrik onder zijn bureau zijn gekropen.