De kerk van mijn jeugd
De viering van de hoofdtoren van de Ginnekense Laurentiuskerk. De foto, ontleend aan de website If then is now, is van Marjanne Statema. (Zie de tekst verderop voor de ‘verantwoording’.)
unsthistorica Bernadette van Hellenberg Hubar schreef op de website If then is now een boeiend artikel over de r.-k. Sint-Laurentiuskerk in Ginneken, de kerk van mijn jeugd. Deze parochiekerk (1910-1912) is ontworpen door Joseph Cuypers, zoon van Pierre (van het Rijksmuseum en het Amsterdams Centraal Station). Cuypers jr. bouwde voort op de neogotische praktijk van zijn vader, maar bewandelde toch zijn eigen weg. Kenmerkend voor zijn (latere) werk is onder meer het laten functioneren van het daglicht. De Ginnekense Laurentiuskerk, rijksmonument, is daarvan een duidelijk voorbeeld. Ze contrasteert met het deprimerende duister van de negentiende eeuwse kerken van Cuypers senior en anderen.
De heldere sfeer in de kerk van Joseph Cuypers heeft er toe bijgedragen dat ik mij daar thuis voelde (en dat ik de ‘duisternis’ in veel andere kerken als deprimerend ervoer). Vergeet niet dat godsdienstbeleving in de eerste helft van de vorige eeuw volledig in het dagelijks leven was geïntegreerd. Tijdens de oorlog was zelfs sprake van een opleving: ‘nood leert bidden’. Ik heb dat allemaal als normaal en positief ervaren; frustraties naar aanleiding van deze roomse jeugd zijn mij volkomen vreemd.
In die kerk ben ik dus gedoopt, heb ik mijn eerste communie gedaan, was ik misdienaar en koorzanger: sopraan in de Latijnse versie van Händels Alleluja. Van Hellenberg vermeldt het: de kerk is niet geheel aan de kaalslag van na het Tweede Vaticaans Concilie ontkomen. Ik herinner mij een uitspraak van de toen al met emeritaat gegane pastoor Eduard Doens: ‘Later zetten ze alles weer terug.’
Maar er is nog genoeg overgebleven: gebrandschilderde ramen, de beelden van de 12 apostelen in het priesterkoor, de doopvont en de kruisweg. Ook de voorstelling van ‘Het hemels Jeruzalem’ op de onderkant van de viering van de hoofdtoren is nog intact. Daarom heb ik die foto van Marjanne Statema (sorry) gepikt. Zie je dat laddertje? Dat voert naar het (inmiddels stilgelegde) mechanisch uurwerk en de klokken. Je kwam er via de gewelven en het was natuurlijk best griezelig daarlangs naar boven te klimmen. Dat heb ik gedaan, tot woede van de schilders die er aan het werk waren. Maar het uitzicht was natuurlijk geweldig.
De klokken zijn in de oorlog door de bezetters geroofd om er kogels en granaten van te gieten; Petit & Fritsen leverde nieuwe exemplaren en pastoor Doens voornoemd dichtte het opschrift van de grootste klok:
Heiland heet ik, jub’lend treed ik, in de plaats van een ontvoerde, toen diep leed ons land beroerde.
Wat mis ik sinds die kaalslag: grote schilderingen uit het atelier van Cuypers in Roermond, voorstellende onder meer: de tocht van de joden door de woestijn (‘De Heer ging voor hen uit om hen de weg te wijzen. En nooit ontbrak de vuurzuil.’ Exodus) en het Offer van Abraham: Isaäc onder het mes en de engel die op het nippertje verhindert dat het goddelijke bevel wordt uitgevoerd.
De voorspelling van Doens is hier niet uitgekomen.
20 januari 2019:
Vandaag 70 jaar geleden overleed Joseph Cuypers! Lees de tekst eens van het bidprentje en vooral wat daar over de oorlog staat. Intussen groeit het boek over hem, waarmee we bij VanHH2Org bezig zijn. @Erfgoedcontent @ifthenisnow @nieuweBavo https://t.co/jXd5YX0V62 pic.twitter.com/SuSbJ67vYs
— Van Hellenberg Hubar (@Bern4dette) 20 januari 2019
Meer over Joseph Cuypers: http://vanhellenberghubar.org/index.php/projecten/cuyperiana/name-jos-of-joseph/
[…] Zie ook: De kerk van mijn jeugd […]