De zondebok van een gedegenereerde monarchie
Boekbespreking door Sante Brun
e hadden het op LinkedIn, Twitter en vooral Facebook gelezen, dus het moest wel waar zijn: dat de koningin een vals loeder was, een seksueel losgeslagen beest, dat het alleen te doen was om de poen en de juwelen, je kon eigenlijk niet anders verwachten van zo’n buitenlandse feeks. Trouwens, die vent van haar was een zuiperd en een vreetzak en terwijl de mensen honger leden moesten ze toezien hoe die twee, hun familie, hun kinderen en de hele hofhouding zich tegoed deden aan al het heerlijks dat het land te bieden had en zich kleedden in kleding die ze bij de allerduurste couturiers van de hoofdstad lieten maken.
Bij de verkiezingen was wel gebleken dat het volk genoeg had van de monarchie in deze vorm – om de redenen die ze op Facebook hadden gelezen, en die dus daarom wel waar moesten zijn – maar ze maakten, ook na smeekbeden, geen aanstalten te vertrekken of het beleid te wijzigen, in tegendeel. Hardere maatregelen waren dus nodig, gezien de politieke verhoudingen die bestonden in het land.
Het zou natuurlijk zomaar mogelijk zijn in deze tijd; alleen het verhaal, het boek, de biografie waar het hier over gaat speelden zich af in een tijd toen LinkedIn, Twitter en Facebook in de verste verte nog niet bestonden, en dat was ook niet nodig: er deden voldoende schot- en smaadschriften de ronde die onvoorwaardelijk geloofd werden door het volk, rond 1790, toen de Franse Revolutie in principe al achter de rug was, maar de afschaffing van de monarchie daarin een taai hoofdstuk bleek te zijn.
Ik wilde maar zeggen: de geschiedenis herhaalt zich, maar altijd net een beetje anders dan de vorige keer.
Dit verhaal gaat dus over Marie Antoinette, de beroemdste koningin van Frankrijk, dochter van de Oostenrijkse Habsburgers – haar moeder was de formidabele Maria Theresia, die er nietsontziend op uit was haar grote kinderschaar aan een voor haar en voor haar land gunstige echtgenoot te helpen. Op nog geen veertienjarige leeftijd werd ‘Antoine’ uitgehuwelijk aan de iets oudere Bourbonse koning van Frankrijk, toen nog dauphin, de latere Lodewijk de Zestiende. Haar voornaamste taak: met een mannelijke troonsopvolger zorgen dat de troon in handen bleef van de familie van de Lodewijken en niet naar een zijtak ging, die al in de startblokken stond, compleet met al gebaarde mannelijke pretendenten.
Genuanceerd
Van Marie Antoinette zijn talloze biografieën verschenen, en toch kwam de beroemde Britse biografe Antonia Fraser rond het jaar 2000 op het idee een eigen duit in dat zakje te doen. Het resultaat is een pil van zowat zeshonderd pagina’s die, naar ik vermoed, een ietwat genuanceerder beeld van de ongelukkige koningin schetst dan we tot nu toe kenden.
Fraser schetst uitvoerig het totaal uit de hand gelopen hofleven in Versailles waarvan een krankzinnige etiquette het kernstuk vormt, de kapper elke vroege ochtend paraat staat om het haar van koning en koningin te doen met veren en poeder. Daarbij werd echt grof met belastinggeld en geleend kapitaal gesmeten. Onderlinge intriges – op basis van een volstrekt onbegrijpelijk systeem van rangen en standen – werden uitgevonden, totaal losgezongen van het gewone volk, dat hoogstens enkele malen per jaar in de gelegenheid werd gesteld zich te vergapen aan de pracht en praal en daarbij geacht werd te juichen. En voor de goede orde: het huidige in Nederland vigerende koningshuis is wel een héél klein beetje een afspiegeling van dat Franse gedoe van destijds, maar ook echt niet meer dan dat. Hoewel het natuurlijk ook wel gaat over mensen die weinig omhanden hebben en daar goed voor betaald worden.
Ook al omdat de politieke constellatie destijds volstrekt anders was dan de tegenwoordige. Toen waren de koningshuizen absolute heersers die het vooral op elkaar gemunt hadden, over hoofden van de volkeren heen, moderne koningshuizen doen een klein beetje aan pracht en praal waar het eenvoudige volk zich aan kan laven en bij kan wegdromen, desgewenst, maar de werkelijkheid van nu is heel wat nuchterder dan die van destijds. Het was maar goed dat Lodewijk de Zestiende een aartstwijfelaar en dito uitsteller was, anders hadden er heel wat meer koppen gerold dan toch al.
Dubbel gecheckt
Hoewel je natuurlijk weet hoe het, qua koppen rollen, gaat aflopen met Marie Antoinette en haar familie weet Antonia Fraser het verhaal zo in te richten en te vertellen dat het een spannend boek oplevert waarvan niettemin ook de miniemste feitjes dubbel gecheckt zijn aan de hand van het bestaande materiaal – brieven, dagboeken etc – waarbij eventuele in de loop der tijd ontstane toevoegingen streng op hun waarheidsgehalte zijn getest en heel vaak onwaar bevonden.
Uiteindelijk zien we Marie Antoinette als vrouw die zich alle luxe wel liet welgevallen – ze wist gewoonweg niet anders – maar die eigenlijk liever een simpel leven had gewild met haar kinderen, en die in ieder geval absoluut niet de verdorven duivelin was waarvoor ze werd gehouden. Bij haar berechting en veroordeling speelden aantoonbaar onware getuigenverklaringen en zelfs ongecontroleerde geruchten een cruciale rol, dusdanig zelfs dat Marie Antoinette strenger werd behandeld dan haar man, de koning, die enkele maanden vóór haar al de dood had gevonden onder de guillotine. Alles had te maken met de allengs verharde sfeer sinds de eerste gebeurtenissen van de Franse Revolutie in 1789, tot de onthoofding van Marie Antoinette in oktober 1793. Zij bleek de ideale zondebok voor het falen van de monarchie en het volk eiste dan ook letterlijk al een hele tijd haar hoofd. ‘Zo,’ schrijft Fraser, ‘kon een groot deel van het volk de (ook al onthoofde) koning blijven vereren, nadat zijn verdorven echtgenote de hoogste prijs had betaald.’
De uitspraak dat als het volk geen brood heeft, het dan maar cake moet eten, is, zo toont Fraser aan, niet van haar maar van iemand anders en van veel vroegere datum.
En dan nog even zeuren: In de vertaling wordt het Verdrag van Aix-la-Chapelle genoemd, en dat had natuurlijk het Verdrag van Aken moeten zijn.