Nou breekt me de klomp
Bericht in De Telegraaf van heden: ‘De meeste klompen in Europa komen uit Polen. Nederland is niet eens goed voor een half procent van de Europese klompenproductie.’
Nou breekt me de klomp, en niet alleen die van mij. Immers, ‘De grootste klompenfabriek ter wereld, Nijhuis Klompen, staat momenteel in het Gelderse Beltrum.
Hier worden door 40 medewerkers ongeveer 400.000 paar klompen per jaar geproduceerd en naast functionele klompen (“draagklompen”) produceert men ook veel voor de souvenir- en relatiegeschenkenmarkt,’ aldus Wikipedia.
In de inmiddels alweer tienjarige webencyclopedie wordt de hele geschiedenis van de Nederlandse klomp uit de doeken gedaan en natuurlijk ontbreekt daarin niet de dominante rol die de dorpen in de Meierij van ‘s-Hertogenbosch daar tot na de Tweede Wereldoorlog speelden: onder meer Liempde, Sint-Oedenrode en Best, dat in carnavalstijd niet voor niks Klompengat heet.
Insiders noemen het verhaal in De Tel ‘de grootst mogelijke onzin’ (radioprogramma De Nieuws BV). Het misverstand schuilt in de interpretatie van gegevens van het CBS. Daarin worden onder klompen ook de zogenaamde gezondheidsklompen, gedragen door ziekenhuispersoneel en veiligheidsklompen (bouwvakkers) verstaan.
Op de onvervalste Nederlandse klomp heb ik zelf ook nog gelopen: tijdens de oorlog, toen de klompenmakerij enorm opleefde, wegens het gebrek aan schoenleder. De klompen waren toen zelfs (ook) op de bon! Het was wel wennen voor een burgerknaap. Het deed in het begin best pijn aan de wreven. En de sneeuw bleef eronder plakken, zodat je dan een ‘etage’ hoger liep, wat spelenderwijs weer niet zó erg was 🙂
Nog een kleine anecdote. Mijn jongere broer had in die tijd een tamme kauw. Dat beestje (gekortwiekt) hipte hem bij het uitgaan van de school tegemoet, afgaand op het geklepper van zijn klompen.
Eh…De Telegraaf had natuurlijk ook even op Wikipedia kunnen kijken.