Onwelriekend eufemisme
Jan van de Ven
at ik in een college van burgemeester en wethouders, dan zou het me niet overkomen dat ik een eufemisme als ‘geurverordening’ over m’n kant liet gaan. ik vind dat je ’t beestje bij de naam moet noemen.
Dus stoorde me de nieuwsbrief van mijn gemeente – Sint-Michielsgestel – over een nieuwe ‘geurverordening’ die in de maak is. Kom op zeg…
Als ’t alleen om geur ging, was er geen verordening nodig. het gaat hier om stank. zoals het in de ‘Wet Geurhinder en Veehouderij’ ook om stank gaat. en waarom deze wet eigenlijk gewoon Stankwet zou moeten heten, of ‘Wet Stank en Veehouderij’.
Als je stank geur noemt, klinkt het vriendelijker – terwijl dat nou juist niet zou moeten. In de naam van zo’n verordening of wet moet het afgrijzen al verankerd zitten.
Tenzij… het natuurlijk de bedoeling is om stankproblemen niet te hard te lijf te gaan. vanwege de economie in dorp en regio. dan kan een eufemisme wel van pas komen.
Pecunia non olet.
Geld geurt!
Deze column verscheen ook op Beeldenstorm.nl