Een levensgevaarlijke seksmaniak
Boekbespreking door Sante Brun
Normaal ben ik geen voorstander van het links en rechts plegen van politieke moorden, en zeker zelf zou ik er niet gauw toe in staat zijn – ik bedoel, het geeft een hoop rommel en als het een beetje misloopt mag je die nog allemaal zelf opruimen ook.
Maar na het lezen The Dark Side of Camelot van Seymour Hersh – een beetje bijtijds, ik geef het toe: het boek viert dit jaar zijn zeventiende verjaardag – denk je: beter ruim vijftig jaar na dato dan nooit: de moord op John F. Kennedy, op 22 november 1963 in Dallas kwam maar net op tijd, voordat er echt grote ongelukken gebeurden. En dat het voordien tijdens het presidentschap van deze zeer geliefde en zeer betreurde leider van de westerse wereld niet tot grote rampen zoals de Derde Wereldoorlog was gekomen, dat hebben we niet aan Kennedy te danken. Integendeel.
Dat is dus een korte samenvatting van het boek van Hersh. Het boek is geschiedschrijving en journalistiek tegelijkertijd, het is eigenlijk een saai stukje werk, 450 pagina’s uitpluizerij van officiële stukken tegen het licht van eerder opgeschreven en/of door Hersh zelf gehouden interviews, verdeeld over een aantal hoofdstukken waarin diverse kwesties aan de orde kwamen.
Ik zal proberen een korte samenvatting te geven.
De verkiezing van Kennedy tot president was gekocht: als Sam Giancana, maffiaboss uit Chicago hem niet, uiteraard tegen betaling van veel geld, voldoende kiezers in de staat Illinois had geleverd, was niet Kennedy, maar Nixon president geworden.
Als Nikita Chroesjtsjov niet zo beschaafd was geweest een beetje sussend toe te geven zou eind oktober 1962 een wereldatoomoorlog zijn uitgebroken – de gebroeders Kennedy hadden ertoe besloten, zijn generaals en admiraals waren maar al te gretig. De Russische raketten waren gestationeerd op Cuba omdat de Russen en Cubanen vreesden dat, gezien de voortdurende militaire activiteit rond het eiland, de Amerikanen nog een keer – de eerste keer was het debacle van de Varkensbaai – en nu ‘goed’ zouden toeslaan. Ons en de rest van de wereld werd voorgespiegeld dat de gebroeders Kennedy door keihard te onderhandelen de Russen tot terugkrabbelen hadden bewogen en zo de wereld voor een ramp hadden behoed, maar in werkelijkheid had Chroesjtsjov erin toegestemd de raketten van Cuba weg te halen, in ruil voor het weghalen door de VS van een paar verouderde raketten uit Turkije, een gang van zaken die de Kennedy’s tot elke prijs geheim wilden houden, tevergeefs, trouwens.
Al die tijd waren de gebroeders Kennedy’s geobsedeerd door één plan: op de een of andere manier moest Fidel Castro van kant gemaakt worden, dan zouden de Cubanen weer blij en braaf terugkeren naar hun slavenbestaan onder het Amerikaanse juk van vóór 1960. De al genoemde Sam Giancana kreeg scheppen geld om die moord op Castro te regelen, tot op de dag van vandaag zonder resultaat.
Enkele weken voor de aanslag in Dallas werd Ngo Dinh Diem, de president van Zuid-Vietnam bij een staatsgreep vermoord. Ngo was een vriend van de familie Kennedy, maar hij was bezig te onderhandelen met Noord-Vietnam om tot een vreedzame regeling te komen en dat viel niet goed bij de Kennedy’s: het zou John in de campagne voor zijn herverkiezing in 1964 slecht uitkomen dat hij zich een watje zou tonen tegenover de communisten in Hanoi, door de daar al aanwezige militaire ‘adviseurs terug te trekken. De Vietnamese oorlog, waarin meer dan vijftigduizend Amerikanen sneuvelden, werd vervolgens pas goed begonnen door de Kennedy’s. Niet alleen John’s herverkiezing stond op het spel, maar ook een verder reikend plan, namelijk de twee presidentiële termijnen van zijn broer Robert die erop moesten volgen.
John Kennedy was een onbegrijpelijke womanizer, hij moest elke dag een paar keer van bil, bij voorkeur met verschillende vrouwen. Daarbij nam hij enorme risico’s (en dan reken ik nog even buiten zijn vrijwel permanente geslachtsziekten). Zo had hij een relatie met een van oorsprong Oost-Duitse vrouw, Ellen Rometsch die ervan werd verdacht te spioneren voor de DDR en met Judith Campbell Exner, die een tijdlang zowel met John Kennedy als met maffiabaas San Giancana een relatie had.
Dan waren er de dames Fiddle and Faddle, van wie de eerste tevens de secretaresse van John’s echtgenote Jacqueline was. Ze waren vaak aanwezig bij de ‘lunches’ in het zwembad in de kelder van het Witte Huis, maar daar kwamen veel meer vrouwen; diverse ambtenaren getuigden achteraf daarbij herhaaldelijk de president, diens broer, andere vertrouwelingen van het duo en een aantal vrouwen bezig te hebben gezien met naakt zwemmen en het plegen van de geslachtsdaad op de rand van het bad. Jacqueline was dan nooit thuis, en ze waarschuwde altijd ruim op tijd als ze van een van haar vele reizen onderweg was naar Washington, zodat de boel tijdig kon worden opgeruimd en de lunch ergens anders kon worden genoten.
Terzijde: De fratsen van de gebroeders konden ook ongehinderd doorgaan omdat journalisten niet opschreven wat ze zagen gebeuren en politici en militairen het goeddeels machtig mooi vonden.
Kortom: hier in Heerlen bijvoorbeeld is nog een Kennedylaan. Kunnen we daar geen andere naam voor verzinnen? Het moet toch een makkie zijn om iemand te vinden die de eer van zijn naam op een straatnaambordje bij een mooie laan beter verdient dan deze gevaarlijke gek?