Rob Ruggenberg: ‘Eigenlijk ben ik nog steeds een onderzoeksjournalist’
Enorme belangstelling voor nieuwe historische jeugdroman
Het herbouwde handelshuis van de VOC op het Japanse eiland Hirado, dat in het nieuwe boek van Rob Ruggenberg een voorname plaats inneemt.
De nieuwe historische jeugdroman van Rob Ruggenberg, De boogschutter van Hirado, zijn vijfde boek, geniet overweldigende belangstelling. Het verhaal, dat twee weken geleden verscheen, als steeds bij Querido, is al in een aantal media lovend besproken en de schrijver is uitgebreid geïnterviewd, onder meer door het Eindhovens Dagblad en de PZC (Provinciale Zeeuwse Courant).
Ruggenberg reist momenteel stad en land af voor signeersessies en voor ontmoetingen met leerlingen van het voortgezet onderwijs. Rob vindt, zo staat in een van de interviews, dat geschiedenisles moet worden vervangen door ‘avonturenles’ en wil best de eerste leraar worden, die dat vak doceert. Maar in feite is hij dat al.
Het bijzondere van Ruggenbergs boeken die, zoals het hoort, ook zeer genietbaar zijn voor volwassen lezers, is dat ze episodes uit de Nederlandse geschiedenis naar voren halen, waarover tot nu toe niet of nauwelijks is geschreven, of die tot dusver al te eenzijdig zijn belicht. Zo vertelde Rob zijn jonge lezers in Slavenhaler over het niet geringe aandeel van de ‘Hollanders’ in de slavernij, op een moment (2007) dat het onderwerp in ons land nog een absoluut taboe was. Ruggenberg voelt zich nog steeds journalist, sterker hij pleegt naar zijn zeggen ‘onderzoekjournalistiek’.
Misbruikt
Ook ‘De boogschutter’, een jongen uit het zeventiende-eeuwse Veere die zich in Japan als redder ontpopt van een 13-jarig, zeg maar gerust een door ‘n koopman misbruikt en in doodsnood gerakend meisje, laat de schrijver ‘de andere kant van de VOC-medaille’ zien, die de wereld van de volwassenen (oud-minister president Balkenende!) in haar voegen laat kraken.
De recensent van Trouw schreef: ‘Geen boek voor watjes’ en ja er rollen heel wat koppen en er vloeit bloed navenant, maar niets is overdreven en driekwart is echt gebeurd. Zoals de door de Japanners afgedwongen sloop van het handelshuis, ‘omdat het met zijn muurankers Anno Domini 1639 naar het christendom verwees’.
Rob Ruggenberg mag, na een vijfde boek, van een oeuvre spreken, maar hij houdt er nog niet mee op. Volgend jaar reist hij naar de Stille Zuidzee om zich te documenteren over de lotgevallen van de Middelburgse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen.