Bestaat België eigenlijk wel?
Peter Stiekema
estaat België eigenlijk wel? Dat is een vraag die ik mezelf regelmatig stel nu mijn Vlaamse vrouw en bovengetekende al ruim drie jaar in België woonachtig zijn. En eigenlijk moet het antwoord ‘nee’ zijn. België bestaat in wezen uit een aantal regio’s, die allemaal min of meer zelfstandig zijn met eigen regeringen, nou ja ‘regerinkjes’, geleid door een federale regering, die momenteel al maanden demissionair is.
Formateur Bart de Wever doet zijn best in België een nieuwe federale regering uit de grond te stampen, maar dat lukt niet al te best. Hij heeft niet veel tijd meer want voor 1 februari moeten die onderhandelingen worden afgerond, vindt zelfs koning Philippe zo langzamerhand. Het is maar zeer de vraag of dat gaat lukken. Nu al wordt er overal gestaakt uit protest tegen uitgelekte pensioenplannen die er kort gezegd op neer komen dat er langer moet worden gewerkt tegen een aanzienlijk lager pensioen.
Eigenlijk zijn twee andere regeringen belangrijker, namelijk de Vlaamse regering en de Franstalige tegenhanger die de dienst uitmaakt in Wallonië, met als feitelijke grens de zogenaamde taalgrens. In feite willen Vlamingen en Walen zo weinig mogelijk met elkaar te maken hebben. Daarnaast heb je nog regeringen voor het gewest Brussel (de stad en omgeving) en de Oostkantons. Ook daar mogen de bestuurders zich minister-president en ministers noemen, terwijl het eigenlijk niet meer dan burgemeester en wethouders (in België schepenen) zijn. Ook de Oostkantons (globaal het gebied tussen Eupen, Malmedy en Sankt Vith), die eigenlijk onder de provincie Luik vallen, hebben een eigen regering. Die zetelt in Eupen en de bevolking bestaat voornamelijk uit Duitstaligen, van wie er ongeveer 96.000 in het gebied wonen.
Als er bijvoorbeeld belangrijke besluiten genomen moeten worden over de milieuwetgeving, houdt dat in dat er vergaderd moet worden tussen vijf ministers van Milieu, die van het land België, van Vlaanderen, Wallonië, het Gewest Brussel en de Oostkantons. Dat leidt dan misschien niet tot een Babylonische spraakverwarring, maar zeker wel tot een soortement Belgische in drie talen. Die Oostkantons behoren overigens pas sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog tot België, als een soortement Wiedergutmachung van de oorlogsellende die de Duitsers destijds in het land hebben aangericht. Het gebied werd dus in 1940 meteen weer ingelijfd door Duitsland en velen moesten voor Hitler vechten in bijvoorbeeld Rusland. Na deze oorlog kwamen de kantons weer in Belgische handen en werden Duitstaligen die bepaald niet vrijwillig hadden moeten vechten met de nek aangekeken. Maar die situatie heeft zich nu wel ongeveer genormaliseerd.
Er worden in België dus drie talen gesproken, Nederlands, Frans en Duits, terwijl er in een brede regio ten zuiden van Nederlands Limburg ook nog Diets wordt gesproken, dat is een streektaal die wel wat op het Luxemburgs of een heel ingewikkeld soort Limburgs lijkt en waarvan ik dus geen donder kan verstaan.
In België is de taalstrijd nog steeds niet gestreden. Van die strijd zijn belachelijke voorbeelden te vinden. Zo las ik onlangs in De Standaard (een Belgische kwaliteitskrant die enigszins te vergelijken is met de Nederlandse NRC) een artikel waarin wordt gemeld dat een treinbegeleider is aangeklaagd omdat hij ter hoogte van het Vlaamse dorp Vilvoorde de reizigers had toegesproken met ‘Bonjour, Goedemorgen’ terwijl op die plaats alleen Nederlands is toegestaan. Ook al bevond de trein zich toen amper 1 kilometer van de grens met het tweetalige Brussel, waar die begroeting wel mag. Wanneer hun trein door Vlaanderen rijdt, mogen treinbegeleiders, zeg maar conducteurs, alleen in het Nederlands omroepen. Pas als Brussel wordt binnengereden mogen de boodschappen in het Frans en Nederlands worden uitgesproken. Die regeling geldt tot de trein de grens met Wallonië oversteekt. Dan is alleen Frans de voertaal, ook op digitale infoborden. Uitsluitend op treinen naar Brussels Airport mogen boodschappen ten behoeve van de vele reizigers omgeroepen worden in vier talen, dus ook in het Duits en Engels. Een klein voorbeeld van waarin een klein land, dat gebukt gaat onder een enorme schuldenlast, nog veel kleiner kan zijn.
België heeft waarachtig grotere problemen dan begroetingsrituelen op treinen, zoals het bij lange na niet voldoen aan de NAVO-normen, een gebrekkige luchtverdediging, een gigantisch begrotingstekort en een veel te hoge belastingdruk, waar helaas ook mijn Nederlandse pensioenen ernstig onder te lijden hebben. Nee, wat mij betreft bestaat België niet echt. Eigenlijk is dat toch tragisch te noemen, vindt u ook niet?
Het boek ‘Het Belgisch Labyrint’ van Geert van Istendael is aan een herziene herdruk toe. Op Bol.com lees ik ‘natuurlijk overschilderd’. Dat zal wel Vlaams zijn voor aangevuld/bewerkt.