Russische dreiging maar dan anders
en boek moet ooit afgesloten worden, wil het verschijnen. Russenangst van Tony van der Meulen kwam op 21 september uit. Sindsdien is de energiecrisis aan de dag getreden en Vladimir Poetin, de Russische president, als het aan hem ligt voor eeuwig, haastte zich Europa kenbaar te maken dat hij klaar staat, via Nordstream 2 meer dan de huidige 40% aan het Europese gasnet te leveren.
Poetin aan de kraan. Er zijn mensen die daar niet gerust op zijn: 35% van de Nederlanders volgens instituut Clingendael, onder wie de journalist Tony van der Meulen. En hij weet zijn opvatting over de hernieuwde Russische dreiging – want daar gaat het hier om – met z’n boek uitstekend te onderbouwen.
Tony van der Meulen (1946) maakte het neerslaan door de Russen van de Hongaarse Opstand in 1956 mee, als schooljongen van tien jaar, deel uitmakend van een vroom katholiek middenstandsgezin in het Friese Joure. Dat wil zeggen, gekluisterd aan de radio en het nieuws puttend uit Katholieke Illustratie en het eveneens r.-k. regionale dagblad Ons Noorden. (Dat was in die tijd een kopblad van het Noordhollands Dagblad; het had geen eigen hoofdredactie, wat sinds jaar en dag het criterium van de Nederlandse Vereniging van Journalisten is voor zelfstandigheid.)
De schamele achterafwereld van de wederopbouw dus, waarin de dreiging vanuit het oosten vooral werd gezien als gericht tegen het christendom, het katholicisme in het bijzonder.
Puttend uit talloze andere bronnen vult Van der Meulen meer dan de helft van zijn boek met de beschrijving van wat er toen, in 1956, allemaal speelde, inclusief de plotselinge eensgezindheid van de zuilen (de roomsen, de protestanten, de socialisten en de zogenaamde neutralen) bij de veroordeling van de gewelddadige overval van de Russen met tanks en kanonnen op de prille poging van de Hongaren om tot een vorm van democratie te komen. Inclusief ook de haat jegens de ‘alles goed pratende’ communisten, culminerend in rellen en aanvallen op hun gebouwen.
In zijn vlotte, soms lyrische reportagestijl geeft Van der Meulen, oud-hoofdredacteur van respectievelijk weekblad De Tijd en Brabants Dagblad, mede aan de hand van wat hij ooit zelf produceerde op grond van ‘onderzoekende’ reizen over de wereld en interviews met onder anderen oud-minister Marga Klompé en het legendarische communistische kamerlid Marcus Bakker, een beeld van de Koude Oorlog en wat daarop volgde. Uiteraard de aanvankelijk hoopgevende ontwikkelingen in Rusland onder het bewind van Gorbatsjov (glasnost en perestrojka) culminerend in de val van de Berlijnse Muur en de onttakeling van het IJzeren Gordijn.
Het is evident dat de schrijver van ‘Russenangst’ zich in zijn wantrouwen jegens ‘Poetin en zijn dievenbende’ laat leiden door recente gebeurtenissen als het MH17-drama, de vergiftiging en knechting van al dan niet oppositionele Russen, de aanvallen op vrije meningsuiting en haar specifieke beoefenaren, journalisten, en niet in de laatste plaats het virtueel binnendringen van het westen door toepassing van cybercriminaliteit. Alles staat daarbij in dienst van (uitbreiding van) de persoonlijke macht. Dat laatste geldt ook voor de huidige president van Hongarije, Viktor Orbán, ooit vijand van de Russen en nu dikke maatjes met Poetin.
Een boek tegen de dictatuur, waar en in welke vorm dan ook.