Een grote film en het ‘bejaarde’ vervolg
Jean Louis Trintignant en Anouk Aimée
Sante Brun
at een geweldig idee om na ruim 50 jaar een vervolg te maken op de film Un homme et une femme van Claude Lelouch uit 1966. De hoofdrolspelers uit dat meesterwerk, Jean-Louis Trintignant en Anouk Aimée, zijn er nog altijd, Trintignant is 89 jaar en Aimée 88. Trintignant zagen we in 2012 nog in de aangrijpende film Amour.
Trintignant had na de film uit 1966 nog een grote filmcarrière, maar het was zo ongeveer de laatste film waarin Aimée wereldsucces oogstte. Het vervolg is een film in het genre ‘hoe zou het toch zijn met’. En het is de 49ste film die Claude Lelouch regisseerde.
In Un homme et une femme zien we vooral de aangrijpend gespeelde worsteling van een vrouw, Anne (Aimée), wiens echtgenoot is omgekomen als stuntman in de filmindustrie en die een nieuwe man tegenkomt, de autocoureur Jean-Louis Duroc (Trintignant), maar daarmee een groot probleem heeft doordat ze de dood van haar man niet heeft verwerkt. Aan het eind van de film ‘komt het toch goed’ met de twee. Meteen hadden we ook die onsterfelijke titelsong van Francis Lai.
Overigens is in 1986 nog een poging gedaan voor een vervolg, maar die heeft kennelijk weinig indruk gemaakt.
Hoe dan ook: Les plus années d’une vie kan niet in de schaduw staan van zijn voorganger, maar is wel echt iets voor de filmliefhebbers die helemaal verslaafd waren aan de met talloze prijzen bekroonde film uit 1966. Er is natuurlijk een gemakkelijk verhaal van te maken. Een beetje zoetsappig misschien, maar het is ook en vooral een film die laat zien hoe hoogbejaarde acteurs er nog wat van kunnen. Anne heeft inmiddels een winkeltje ergens in Normandië, waar haar dochter (zes jaar in 1966) dierenarts is, Jean-Louis is wat minder goed terecht gekomen: hij is, niet geheel met zijn medewerking, opgenomen in een kliniek voor demente bejaarden.
Hij is opstandig en broedt op mogelijkheden om te ontsnappen, maar zijn geheugen laat hem stevig in de steek en als Anne hem bezoekt weet hij niet wie ze is, hoewel hij soms wel eens iets ziet ‘van die vrouw op wie ik toen heel verliefd was’. (Met name in haar ogen) Een deel van de film bestaat uit zijn dromen die aansluiten bij de liefde van het Franse publiek voor slapstick met politie-agenten.
Trintignant is niet erg florissant opgedroogd, zullen we maar zeggen en die slordige baard draagt ook al niet veel bij – je herinnert je hem nauwelijks, terwijl Anouk nog redelijk herkenbaar is. Maar Trintignant is, meer nog dan Aimée, die geweldige acteur van toen, die het moet hebben van de kleine details, hij beheerst die brede ondeugende grijns van de geboren rokkenjager nog altijd, daarnaast speelt hij bijna angstaanjagend perfect de man wiens geheugen in alle opzichten faalt. (Het verhaal leek trouwens wel gebaseerd op het boek ‘Cliënt E. Busken’, begin dit jaar uitgekomen, van Jeroen Brouwers, maar dat kan niet – de volgorde klopt niet.)
Voorstel voor de invulling van een winterse zondagochtend in coronatijd: eerst het (fraai gerestaureerde) origineel uit 1966, meteen gevolgd door het ‘vervolg’. Voor een tientje het filmhuis bij je thuis, bijvoorbeeld via picl.nl.
Sante weet als filmliefhebber telkens weer iets bijzonders op te sporen. Blij mee. Aimée betekent trouwens beminde.