Over schrijven, uitgeven, lezen
Boekbespreking door Sante Brun
l vaker heb ik hier gewag gemaakt van mijn afkeer – nou, afkeer – van vertaalde boeken. Als het enigszins kan, lees ik liever het origineel. Maar ja, met Japans of Russisch of zelfs Frans en Zweeds kan dat wel eens een probleem zijn.
Ook een aantrekkelijk aanschafprijs geeft nog wel eens de doorslag. Onlangs kwam de reeks Klassieken van L.J. Veen voor een schappelijk tarief op de markt en daar heb ik me aan gewaagd.
Hart der Duisternis (Heart of Darkness) van Joseph Conrad vond ik een bijzonder boek, de vertaling van Bas Heijne is uitstekend en ik heb nog nooit een dergelijk beeld voor ogen gehad van het oerwoud als zo’n levend voorwerp met die vijandige duistere stilte.
Zojuist heb ik naast me neergelegd: Als op een winternacht een reiziger (Se una notte d’inverno un viaggiatore) van Italo Calvino. Ik kende al veel werk van deze modernistische Italiaan, tevens een telg uit het ‘geslacht’ van Italiaanse absurdisten en neorealisten dat zijn stempel drukte op de Italiaanse literatuur van de twintigste eeuw.
Dit boek, Calvino’s voorlaatste uit 1979, zet je een flinke tijdlang op het verkeerde been. Waar gáát dit over? Uiteindelijk blijkt het een geweldige ode aan het schrijven, uitgeven en lezen van boeken en alles wat daarbij komt kijken en vooral ook mis kan gaan. Het boek is strak ingedeeld: in twaalf hoofdstukken die worden afgewisseld met tien korte verhalen, die allemaal een ‘open einde’ hebben omdat ze feitelijk de eerste pagina’s vormen van telkens weer een boek.
De hoofdstukken gaan steeds over wat er allemaal mis kan gaan: bibliotheken die in het niets verdwijnen, uitgeverijen waarvan de burelen afgestampt zijn met meestal nog ongelezen manuscripten van hoopvolle schrijvers, boeken die door technische fouten verkeerd in elkaar zitten, boeken waarvan alleen geheime losbladige en incomplete exemplaren bestaan, boeken die stiekem op onherbergzame plaatsen van hand tot hand gaan, boeken in inmiddels overleden talen, censurerende instanties door de tijden heen, alle mogelijke houdingen die mensen kunnen hebben voor en tegen het lezen en/of schrijven en uitgeven van boeken, en al die avonturen worden beleefd door de Lezer (de ikfiguur) en de Lezeres, de laatste heeft kook een naam: ze heet Ludmilla, al komt ze ook onder diverse andere namen voor.
De ‘korte verhalen’ zijn stuk voor stuk voorbeelden van telkens weer een ander genre, zoals een verhaal dat uit Duizend-en-een-Nacht zou kunnen komen of een verhaal dat Gabriel Garcia Marquez geschreven zou kunnen hebben. En uiteraard enkele werken waaraan duidelijk te zien is dat Italo Calvino er de hand in heeft gehad. Zoals aan het eind van het boek de Lezer bekent dat hij net bezig is aan het lezen van de laatste regels van Als op een winternacht een reiziger van Italo Calvino, terwijl Ludmilla, naast hem in bed, andere plannen heeft: betreffende de liefde. Liefde voor het lezen, voor het boek, zeker, maar er is daarnaast nog veel meer te beleven, natuurlijk.
Ook dit boek is, alweer in 1982, voortreffelijk vertaald door Henny Vlot. Echt een koopje voor een tientje.