Who's Online
2 visitors online now
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
november 2020
Z M D W D V Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Een ten onrechte vergeten familiesaga

Boekbespreking door Sante Brun


Na wat reconstructiewerk effingerspkom ik tot de slotsom: Gabriele Tergit begon al in de vroege jaren dertig van de vorige eeuw in Duitsland aan haar familiesaga Effingers, schreef eraan verder nadat ze naar Praag en vervolgens naar Palestina was gevlucht en maakte het verhaal van de joodse families Effinger en Goldschmidt-Oppner af in Londen. Het boek eindigt in 1942 met een dramatische afscheidsbrief, in 1948 voegde Gabriele, inmiddels met de Britse nationaliteit, er nog een nogal ironische epiloog aan toe en begon toen met dat boek van bijna 900 pagina’s een wanhopige zwerftocht langs vele Duitse uitgeverijen. Tot het uiteindelijk in 1951 uitkwam bij een uitgever die op dat moment de boekerij van Springer Verlag had overgenomen. Het werd nog eenmaal herdrukt in de jaren tachtig, en is nu weer verschenen bij de Duitse tak van Random House.

 

 

 

Het boek wordt aangeprezen onder verwijzing naar een verwantschap met het werk van Theodor Fontane (wiens werk ik niet ken) en met De Buddenbrooks van Thomas Mann, dat ik heel lang geleden las en waarvan het beeld daarna behoorlijk beïnvloed is geworden door de gelijknamige tv-serie. Niettemin lijkt me de vergelijking ietwat overdreven, en misschien doet het anderzijds ook afbreuk aan het werk van Tergit als originele roman over het leven van Joden in Duitsland vóór, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Mij deed het niettemin ook sterk denken aan De Grote Eeuw, zevendelig magnum opus van de Zweedse schrijver Jean Guillou.

Ik moet eens ophouden met dat soort vergelijkingen want het gaat eigenlijk allemaal mank. Tergits boek, kun je beter zegt, past wonderlijk goed in de moderne tendens van gemengd schrijven in fictie en non-fictie. Het is een historische roman waarvan de dramatis personae fictief zijn en, naar verluidt, geboetseerd zijn op de schrijfster zelf, haar familie en kennissen en op enkele historische figuren uit de Duitse geschiedenis.

Effingers bestrijkt de geschiedenis van Duitsland tussen 1878 tot 1942 – de term ‘bewogen geschiedenis’ is een zwakke afspiegeling van deze periode. Het gaat zoals gezegd over twee joodse families, de orthodoxe Effingers uit het (niet-bestaande) plaatsje Kragsheim in Beieren en de puissant rijke bankiers Goldschmidt-Oppner in Berlijn. Die komen met elkaar in contact doordat twee van de zonen van de oude klokkenmaker Matthias Effinger, Paul en Karl in Berlijn terecht komen waar ze beiden hun technisch talent zullen botvieren in een fabriek waar uiteindelijk te goeder naam en faam bekend staande auto’s worden geproduceerd. Zij trouwen met de dochters Annette en Klärchen van het echtpaar Selma en Emmanuel Oppner.

Uniek beeld

En gebeurt nog veel meer, Tergit is zeer uitvoerig – en zeer beeldend –  in het beschrijven van de karakters van allerlei familieleden en aanhang. Daarbij ontstaat een uniek beeld van Duitsland in die periode: eerst is iedereen toegewijd aanhanger van Seine Majestät, de Pruisische keizer, waarbij het officierendom de hoogste klasse vormt in de staat. Je ziet dat de Duitse Joden zich volledig geassimileerd voelen, net als iedereen verstokte patriotten zijn en geloven in een onverslaanbaar Duitsland. Toch zie je hier en daar al een barstje: van sommige staatsambten zijn Joden bijvoorbeeld uitgesloten, maar dat vindt iedereen ‘normaal’, ook de Joden zelf.

Het is voor de financieel-economische bovenlaag aanvankelijk een mooie tijd tussen 1978 en 1914, waarin weliswaar in Duitsland een afzichtelijk pauperdom ontstaat, een lompenproletariaat dat zijn weerga niet kent in de geschiedenis. Met name Paul Effinger is een van die werkgevers die zich daar iets van aantrekt, de rest van de beide families vindt, in haar opmerkelijk vormelijke stijfdeftigheid, dat je gewoon hard moet werken, dan kom je er wel.

Bij de Berlijnse Effingers zelf blijft steeds het heimwee naar de eenvoud en de schoonheid van hun ouderlijk huis in Kragsheim een rol spelen.

Het mag natuurlijk niet, maar ik doe het toch, namelijk wijzen op de vrouwelijke aspecten van het boek – de stoffering en meubilering van woningen, de kleding van zowel mannen als vrouwen krijgen sterke nadruk in het boek, waarbij ik moet zeggen dat dat tevens bijdraagt aan de creatie van betrokkenheid bij die tijd van de lezer. Die nauwelijks merkt dat onderwerpen als dat van The Proud Tower van Barbara Tuchman (die de periode 1890 tot 1914 beschrijft als het einde van de negentiende eeuw en als aanloop tot de Eerste Wereldoorlog) en van Im Westen Nichts Neues van E.M. Remarque, over de gruwelen van die oorlog en wat het doet met de getraumatiseerde overlevenden, vrijwel geheel onbesproken blijven.

Nazisme

Pas met de hyperinflatie van de eerste jaren twintig, die gepaard gaat met de opkomst van het nationaal-socialisme van Hitler, worden de beide families sterk geconfronteerd met het altijd al sluimerende maar nu openlijk opkomend grimmige antisemitisme, eindigend in de onteigening van fabrieken en woningen in het begin van de jaren dertig en het brute optreden van de SA – sommige leden van de joodse families gaan nog hardnekkig door met benadrukken van hun Duitse nationalisme, andere begrijpen al snel uit de opkomst van concentratiekampen en wegvoeren van Joden dat het einde nabij is; en toch kan de meerderheid zich er niet toe zetten naar het buitenland te vluchten – hetgeen de meesten niet zullen overleven.

Het is werkelijk een meeslepend werk, het zou me te ver voeren samen te vatten wat iedereen uit de omvangrijke families allemaal doet, er zijn grote bekken bij en rokkenjagers, maar ook kneuzen en mislukkelingen en artistieke types – zoals in elke familie.

In een ‘begeleidend schrijven’ van Nicole Henneberger staan veel interessante details over geschiedenis en structuur van dit boek van een schrijfster die eigenlijk rechtbankverslaggeefster was en maar één andere roman op haar naam heeft staan.

Er is inmiddels ook een Nederlandse vertaling van deze prachtige, maar ook wel grimmige familiesaga.

NB: Wie het boek in het Duits zou willen bestellen kan een tientje besparen door dat te doen bij Bookdepository.co.uk.

Reageer