Mary Trump wreekt haar vader
Boekbespreking door Sante Brun
ver het boek dat Mary Trump, nicht van de Amerikaanse president, enkele maanden geleden schreef is opmerkelijk weinig ophef ontstaan. Naar de oorzaak daarvan kan ik alleen maar gissen, hoogstens verwijzen naar andere boeken die tijdens Trumps presidentschap tot nu toe zijn geschreven ook weinig reactie teweeg hebben gebracht – buiten een enkele sneer van de betrokkene zelf op Twitter.
Toch is dit een opmerkelijk werkje. Om te beginnen al omdat de titel de lading niet of nauwelijks dekt. Die titel luidt: Too Much and Never Enough – How my family created the world’s most dangerous man. Met name die ondertitel vind je, al helemaal letterlijk, niet in het boek terug. In het boek rekent Mary Trump vooral af met haar familie en met name met Fred Trump, de vader van het stel. Het komt erop neer dat ze het opneemt voor haar vader, Freddy, Trumps oudere broer die het slachtoffer is geworden van zijn tirannieke vader die Mary omschrijft als een sociopaat.*) En passant deelt Donald ook in die diagnose.
Diagnose, inderdaad.
Met name aan het begin van het presidentschap van Donald Trump is er in Amerika gediscussieerd over de geestelijke gesteldheid van de nieuwe leider. Na enig geharrewar stond vast: zolang je niet volgens de regels van de kunst de patiënt hebt kunnen onderzoeken, een anamnese hebt kunnen doen dus, is het niet toegestaan (en ik meen zelfs medisch-ethisch strafbaar) om over hem of haar een diagnose op te stellen. Nog afgezien van de vraag of je, met het oog op de privacy van de patiënt, de resultaten zou mogen publiceren.
Afgestudeerd
Nu wil het geval dat Mary Trump, tamelijk recent, is afgestudeerd in de klinische psychologie en dus bevoegd kan worden geacht dit soort diagnoses te stellen. (Op de omslag van de zojuist verschenen gebonden versie van het boek is toegevoegd: PhD). Ze heeft dus nog altijd niet die anamnese kunnen doen, maar daar staat tegenover dat ze al heel haar leven feitelijk met die anamnese van haar grootvader, vader en oom bezig is geweest. Daar weer staat tegenover dat ze nauwelijks geacht kan worden die diagnose niet in te kleuren met haar eigenbelang.
Mary’s vader, Freddy, was de beoogde opvolger van zijn vader in het vastgoedbedrijf dat deze opbouwde. Daar moet meteen bij worden gesteld dat dat bedrijf minder voorstelde dan algemeen gedacht werd. De oude Trump maakte handig gebruik van allerlei subsidiemogelijkheden en wist ook nauwkeurig hoe belastingontduiking werkt. Tevens stond hem een netwerk ter beschikking met daarin het gebruikelijke werk in de vastgoedwereld: omkoopbare politici en ambtenaren en de randen van de criminele wereld.
En Freddy had daar allemaal weinig zin in. Hij deed wel min of meer wat zijn vader hem opdroeg, maar hij had ook andere interesses, zoals vliegen, varen en vissen. Dat vond de oude Trump maar niks, dat hield je allemaal maar van je werk. Toen Freddy besloot om zijn ideaal te volgen, namelijk piloot in de burgerluchtvaart te worden, was de boot aan en deed de oude Trump alles, maar ook echt alles om dat de ondankbare hond betaald te zetten.
Berooid
Freddy deed zelf ook een duit in het zakje door zich in de alcohol te storten waardoor zijn pilotencarrière ook al gauw ten einde was – hij overleed op 42-jarige leeftijd en liet zijn vrouw en kinderen berooid achter – op steun van de overigens zo hechte familie hoefden die niet te rekenen.
Inmiddels had Donald Freddy’s plaats ingenomen in het vastgoedconcern. Volgens Mary deed hij precies wat zijn vader van hem verlangde, zij het dan dat dat werk ook weer niet te moeilijk moest worden, maar daar had Donald dan zijn mannetjes voor, precies zoals hij ook zijn presidentschap uitvoert. Hij was vooral bezig, aldus nog steeds Mary, met golfen en achter de vrouwen aanzitten. Daarbij comfortabel gehouden door een toelage van uiteindelijk 450.000 dollar per maand.
Tot haar verrassing kreeg Mary op zekere dag van Donald de opdracht een boek te schrijven. Als ghost writer, met zijn naam erop als auteur. Nadat zij enige tijd had gepoogd materiaal voor het boek te verzamelen, bijvoorbeeld door gesprekken met Trump, moest zij het opgeven: hij werkte totaal niet mee, dacht kennelijk dat zij dat boek ook zonder zijn medewerking zou kunnen schrijven, hem er niet mee lastig moest vallen.
Tenslotte overleed de stamvader Fred Trump. Mary en haar broer verwachtten dat ze het aandeel zouden krijgen van de erfenis dat hun vader had moeten toekomen, twintig procent dus. Maar ze kregen geen cent. Freddy had dat niet verdiend en dus zij ook niet. (Ik heb geen idee van het Amerikaanse erfrecht.) Het kwam tot een rechtszaak, waarin veel ter tafel kwam, onder andere (serieus) het argument dat de oude Trump ooit zou hebben gezegd dat hij het maar niks vond dat Mary altijd maar in een slobbertrui en een spijkerbroek rondliep.
Min of meer
In de laatste hoofdstukken komt het min of meer tot een diagnose van Donald. In de familie was bang zijn een zwakheid, een negatief image iets dat je tot elke prijs moest zien te vermijden, als er iets fout ging hadden anderen het gedaan.
Op de allerlaatste pagina’s zijn we aangeland bij Covid-19. ‘Terwijl Amerikanen eenzaam sterven, sjachert Donald op de beurs. Toen mijn vader op sterven lag ging Donald naar de bioscoop. Als hij op de een of andere manier kan profiteren van jouw dood, zal hij daar gebruik van maken en daarna vergeten dat je dood bent.’
‘Waarom hij de pandemie wegwuift komt doordat hij zich niet kan voorstellen dat hij ook dit beter oplost dan wie ook in de wereldgeschiedenis.’
Schrijft Mary L. Trump.
Een diagnose, inderdaad.
En daarnaast is het ook een boek, literatuur, en ik moet zeggen dat Mary Trump gemakkelijk en vlot schrijft, zodat je bedenkt: hier ziet een grote Amerikaanse roman in, een film, een tv-serie. Ze benadrukt overigens dat waar gesprekken tussen aanhalingstekens worden opgevoerd, die door haar worden naverteld en dus geen letterlijke citaten zijn. Daarmee valt het boek in de categorie ‘geromantiseerde documentaire’.