Voor altijd in de Zwarte Schuur
Sante Brun
an Oek de Jong heb ik eigenlijk bar weinig gelezen. Hokwerda’s kind, ja, het is alweer zeven jaar geleden, en dat boek is twintig jaar oud. Maar ik vond het destijds een schitterend boek, een page turner zelfs.
En dat geldt ook voor Zwarte Schuur. Opnieuw bevolkt met eigenaardige karakters – te beginnen met de hoofdfiguur, de van oorsprong Zeeuwse kunstschilder Maris Coppoolse, maar ook zijn vrouw Fran, zijn stiefkinderen (vooral stiefdochter Stan, een verwarrende naam naast die van Fran die ergens in de roman dan ook fout wordt gebruikt).
Op het moment dat van Maris’ werk een grote tentoonstelling wordt geopend in het Amsterdamse Stedelijk Museum staat Maris’ huwelijk met Fran op springen – reden: ‘hij neukt haar niet meer’. Maar Fran is me er ook eentje, nauwelijks te beschrijven.
Een veelgelezen tijdschrift grijpt de gelegenheid van de vele publiciteit rond Maris aan om nog eens in zijn verre verleden te duiken (om precies te zijn na 45 jaar) en eens sappig uit te halen over het incident dat Maris’ leven volledig heeft bepaald.
In het Zeeuwse dorp waar hij opgroeide (en waar hij als een soort buitenstaander wordt behandeld) laat hij zich, 14 jaar oud, verleiden door een meisje, Matty, tot iets (in de typisch Zeeuwse zwarte schuur) met een paal en een touw dat je zou kunnen omschrijven als ‘kinky seks’. Zij maakt daarbij een ongelukkige val, die zij niet overleeft. Maris heeft daar een veroordeling tot een tuchtschool voor gekregen wegens dood door schuld.
En vervolgens heeft hij ‘levenslang’, om er mee bezig te zijn heeft hij het artikel in het weekblad niet nodig. Zijn liefdesleven, zijn kunstenaarschap, alles staat in het teken van die gebeurtenis.
Oek de Jong weet daar op in te spelen door het optreden van enkele bijfiguren, zoals die van de dakloze heroïnehoer of dat van Albertina, een Zeeuwse die hij ontmoet tijdens een verblijf op het Canarische eiland La Gomera, en die je als leek geneigd bent te omschrijven als manisch depressief. Met haar beleeft Maris een van de geraffineerdste erotische scènes die ik ooit beschreven heb gezien.
Daar moet De Jong het trouwens van hebben, het minutieus en trefzeker beschrijven van subtiele gevoelsbewegingen bij zijn figuren, en die ook van dit boek een page turner maken.
De wonderlijkste figuur is trouwens de stiefdochter Stan, die nog altijd treurt over haar vader, een fotograaf die zelfmoord heeft gepleegd. Ze is (wellicht mede daardoor) zelf oorlogsfotograaf en via dat werk heeft zij een bijzondere band met Maris, waar Fran wel eens een beetje afgunstig naar kijkt.
Toch de rest van De Jongs werk maar eens ter hand nemen.