‘Eigen kweek’: lachen om die gekke Vlamingen
Chantal Vantomme is als inspecteur wel erg ‘dik’ met de wiet telende familie Welvaert. Als ze niet met een lolly in de mond haar eigen plan trekt in het onderzoek, dan beklaagt ze zich tegenover jan en alleman wel over haar ‘droog staan’. Voor alles is een oplossing. Still uit ‘Eigen teelt’.
ramatisch trekt het nergens op in de Vlaamse serie Eigen teelt, waarvan het derde seizoen sinds kort te zien is op Netflix. Het houdt het midden tussen soap en satire en misschien is de crux ook wel de zelfspot. Maar het is wel lachen geblazen, al denk ik dat je daarvoor wat ‘zuidelijk georiënteerd’ moet zijn. Ik ken een stel dat er 5 1/2 uur in één ruk aan heeft gespendeerd.
Als de boomlange, slungelige commissaris in het West-Vlaamse dorpje ‘orde op zaken komt stellen’, bindt hij om te beginnen op z’n Antwaarps de strijd aan tegen het ook door politie ‘ongegeneerd’ gefrequenteerde dialect. Je verwacht een verbeten strijd tussen hem en de eigenzinnig opererende inspecteur Chantal, die overigens wel erg dik bevriend is met de wiet kwekende familie Welvaert. Het loopt – in het laatste seizoen – teleurstellend anders af, maar ja, Chantalleke zegt tegen Jan en Alleman: Ek sto al drohe sins minne vent van mi es wehhelopen, ek.
Wiet voor patatten
Actueler kan niet, trouwens, in deze serie. Patattenkweker Welvaert (specialist in moeilijk kijken) besluit onder invloed van zijn aartsluie zoon Steven ‘snel even boven jan te geraken’ door voor één keer’ een wietplantage op te zetten. Dat zit ze niet glad, want later dienen ze te buigen voor de chantage van een echte crimineel, bijgenaamd ‘Den Hollander’ (omdat-ie zo vrekkig is!) en vervolgens diens broer.
Dan zijn er twee Filippijnse dames, die in België hun geluk beproeven. De ene gaat er met de inhoud van een kluis vandoor; de andere wordt zwanger van- en trouwt zowaar met de andere patattenzoon, Frank, een goedmoedige sukkelaar, verknocht aan z’n oranje race-Opel.
Dan is er nog een corrupte onderzoeksrechter, die zich regelmatig in een generaalsuniform hijst en die tijdens het naspelen van de slag bij Passendale (wo1) door een bende met scherp wordt beschoten.
Verder eind goed, al goed hoor. ‘Gods wegen zijn ondoorgrondelijk,’ om met de dorpspastoor te spreken.