Koreaans drama over koloniale oorlog
In Shakespeare’s Romeo en Julia zegt de laatste aan het einde van hun liefdesnacht: ‘O, zweer niet bij de maan, die is zo wisselvallig in haar baan.’ De Amerikaanse militair van lage Koreaanse komaf en de ‘jonkvrouw’ in het gefingeerde keizerstaatje Joseon staan bij zonsondergang aan de oceaankust als ze besluiten, ‘de liefde te doen’, zonder te begrijpen (althans zeker zij) wat dat nou precies betekent. Hun relatie verloopt in aandoenlijke fases, zonder seks, laat staan gehannes met beddenlakens en het loopt, net als in de Romeo-Julia-legende, slecht af. In poëtische zin wordt daarop van meet af aan gezinspeeld.
Tot zover de liefde. Het verhaal is er verder een van oorlog, verraad en verzet, waarin het toen al naar expansie strevende Grote Keizerrijk Japan een barse en gruwelijk wrede rol is toebedeeld.
De film ontleent een niet onbelangrijk deel van zijn charme aan de oosterse cultuur; belichaamd in het denken en doen van de mensen. Ik kan geen enkele rol aanwijzen, die niet optimaal wordt gespeeld. De naïeve dienares van de jonkvrouw, om er maar een te noemen, bij wie ik – hoe kan het anders – direct aan de min van Julia moest denken. Het wordt allemaal gedragen door veel symboliek en volstrekt eigen, poëtische teksten.
Mr. Sunshine? Als ik de titel had mogen bedenken, zou ik gekozen hebben voor Greensleeves, het oude Engelse melodietje dat het speeldoosje afspeelt, dat het meisje van haar held krijgt en dat in de herinneringen aan elkaar telkens weer terugkeert.